Elite-watchers die wat meer willen dan enkel Gert-JanDröge, konden eind vorig jaar hun hartje ophalen aan het boek XXL (SUN, 1998) van Jos van Hezewijk en Marcel Metze. Met zijn eerste boek De topelite van Nederland scoorde Van Hezewijk in 1985 meteen een bestseller. Binnen de kortste keren gingen er 20.000 exemplaren over de toonbank. Zelf relativeerde hij indertijd het belang van de top 10 van meest rijke Nederlanders die hij daarin had opgenomen: “Zo’n ranglijst, iedereen geilt daar op,maar in feite is het zo onbelangrijk. Daar werk ik dan ook niet meer aan mee” ( KUNieuws , 21-5-1987).
Intussen heeft hij zich verenigd met onderzoeks-journalist Marcel Metze, die al een paar keer Philips en het CDA fileerde en ook gedegen publicaties op zijn naam heeft over de industriële structuur van Nederland. En belangrijk of niet, ze blijven leuk, die lijstjes van top 100’en. Vooral ook de verrassende conclusie dat die onbekende oude Shell-man (H. De Ruiter) de invloedrijkste Nederlandse bestuurder zou zijn! Daar is in de kranten al het nodige over gezegd. Ik wil daarom stilstaan bij de epiloog die aan het nieuwe boek is toegevoegd over de regels van het spel voor wie de ambitie heeft ooit tot dit puikje te behoren. We hebben het dan dus over meer dan de algemene vaardigheden die alle managers zich min of meer eigen moeten maken en die onlangs door Anton van den Dungen en Coen Dirkx in Als managen uw vak is (Thema, 1999)nog eens met de nodige modellen en vingerwijzingen mooi bij elkaar zijn gezet.
De regels van het spel
Van Hezewijk en Metze hebben adviezen voor zowel bedrijven als managers die de top willen bereiken. Een aantal daarvan zijn zeker zinnig: “Een beursgang kan nuttig zijn om kapitaal voor uw expansie aan te trekken. Maar pas op! Hang niet te veel juichverhalen op omde koers op te jagen. Beurslievelingen zijn kwetsbaar”. Waar voor bedrijven, maar iets minder voor de oorspronkelijke aandeelhouders,want een beurseuforie is natuurlijk dé manier om heel snel rijk te worden! Ook waar, maar erg onbeschaamd is: “Kijk goed rond bij andere bedrijven in en buiten uw branche en elders op de werelden zoek naar succesvolle nieuwe technologieën en/of marketingmethoden en/of organisatieprincipes. Kopieer deze.”Natuurlijk gemakkelijker gezegd dan gedaan, want wat moet je precies kopiëren en hoe gaat dat? Hoe moet ik Microsoft overdoen? In dezelfde categorie: “Wees geen nieuwlichter, daarmee loopt u alleen maar risico’s.”
Praktische en sociale intelligentie
Toch heb ik het gevoel dat Van Hezewijk en Metze hun verhaal naar een iets hoger abstractieniveau moeten tillen om deze regels wat consistenter en inzichtelijker te maken: iets minder de middelmatigheid, het kopieergedrag en het opportunisme benadrukken en iets meer de – in hoge mate praktische en sociale -intelligentie. Want daardoor pikken de betere topmanagers signalen sneller op, verwerken ze beter en doen er ook meer mee. Het is overigens het soort intelligentie dat – zoals Pim Paffen in zijn proefschrift Careers of engineers in general management(UTwente, 1998) opmerkt – meestal het minst aan bod komt in formele opleidingen. Hoe hoger men op de ladder komt, hoe meer deze intelligentie gekoppeld moet worden aan de conceptuele,strategische vaardigheden. Alleen zo zijn in de dagelijkse hectiek de grote lijn en het perspectief van de langere termijn voor ogen te houden.
Prof.dr. Dany Jacobs is als hoogleraar verbonden aan de faculteit Bedrijfskunde van de Rijksuniversiteit Groningen en de TSM Business School van de Universiteit Twente.