Wat gebeurt er rekenkundig bij het contant maken van toekomstige geldstromen over meer dan een jaar?

Bij meerdere jaren is de redenering als volgt. Bij het voorbeeld van de contante waarde van €100 over een jaar, kunnen wij ons de vraag stellen wat dan de waarde is van €100 te ontvangen over twee jaar (T2). Nu moeten wij twee jaar wachten om in het bezit te komen van het geld. Twee jaar lang missen wij nu de mogelijkheid om met het te verwachten geld te handelen.
Dat zou zijn op te lossen door nu een lening aan te gaan met een looptijd van twee jaar. Dat betekent natuurlijk dat nu twee jaar lang rente betaald moet worden. Indien sprake is van samengestelde rente (rente over rente) en als de lening na twee jaar in zijn geheel wordt afgelost, kan nu een bedrag van €90,7029478 worden geleend. Dit betekent dat nu (T0) dat bedrag wordt verkregen, en dat precies na een jaar (T1) vijf procent rente wordt bijgeboekt. Dat brengt ons op 1,05x90,7029478 = 95,2380952. Nog een jaar later (T2) wordt wederom vijf procent rente bijgeboekt (inclusief de rente over het eerste jaar) en verkrijgen wij: 1,05x95,2380952 = 100,00, oftewel een bedrag gelijk aan het bedrag dat wij nu te verwachten hebben. Dit komt rekenkundig neer op: 100/(1+0,05)2, ofwel: 100/(1,05x1,05). Zo is de waarde nu (T0) van €100 te ontvangen over vijf jaar (T5): 100/(1+0,05)5 = 78,3526166.
Word pro

Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 193 vragen en antwoorden over Waardebepaling bedrijven.