Welke mogelijkheden heeft een dga voor pensioenopbouw?

Met ingang van 1 april 2017 is het voor de dga niet langer mogelijk om pensioen op te bouwen in de eigen bv. Voor het in het verleden opgebouwde pensioen moet de dga, vanaf 1 april 2017 kiezen tussen de volgende mogelijkheden:
  1. Ongewijzigd in stand laten - Bij deze variant blijft het opgebouwde pensioen staan tegen de huidige regelgeving. Dividend en pensioenuitkeringen hangen nog steeds af van de financiële situatie en ontwikkeling in de bv. De bv gaat vanaf de pensioendatum de (geïndexeerde) pensioenrechten uitkeren;
  2. Afkopen - Bij deze variant moet de dga het pensioen in zijn geheel vóór 1 januari 2020 afkopen. Dit betekent dat de BV de fiscale pensioenvoorziening in één keer uitkeert aan de dga die hierover loonbelasting betaalt. De dga krijgt een korting over de hoogte van de fiscale voorziening per 31 december 2015, de pensioenvoorziening wordt vrijgesteld met 34,5% in 2017, 25% in 2018 en 19,5% in 2019. Bij deze variant heeft de afwaardering van commercieel naar fiscaal geen fiscale consequenties. Voor deze variant is direct liquiditeit nodig, er moet immers belasting betaald worden.;
  3. Omzetten in een oudedagsverplichting in eigen beheer - De dga kan er ook voor kiezen de fiscale voorziening om te zetten in een oudedagsverplichting (ODV), deze stijgt jaarlijks met een marktrente. Verdere opbouw is niet mogelijk. Groot verschil met de pensioen voorziening in eigen beheer is dat bij de oudedagsverplichting geen rekening wordt gehouden met sterftekans. 
    De bv moet vanaf AOW leeftijd in minimaal 20 jaar aan de dgauitkeren, eerder uitkeren is onder voorwaarden mogelijk. Afstorten kan naar verzekeraar of bank en geeft meer flexibiliteit in uitkeringsduur.
Bij variant 2 en 3 moet de (ex)partner met de wijziging akkoord gaan. Door wijziging van het pensioen wordt namelijk ook het nabestaandenpensioen gewijzigd.
Word pro

Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 284 vragen en antwoorden over Pensioenen & lijfrentes.