Over een paar weken hebben we weer Prinsjesdag en wordt onze nieuwe begroting gepresenteerd. Lijkt logisch dat in afwachting van een nieuw Kabinet er fors gesnoeid zal moeten gaan worden in beschikbare budgetten. Lees die twintig (!) rapporten maar in het kader van de brede herwaardering zijn geschreven. En die al sinds Pasen beschikbaar zijn!
Maar interessant is natuurlijk de vraag of we dit momentum gaan gebruiken om een aantal zaken ten principale anders in te richten. Gaan we deze schaarste nu écht benutten om patroondoorbrekende interventies te realiseren? Of halen we weer de bekende ‘kaasschaaf’ uit de mottenballen en geven we iedereen een fair share? We weten toch allemaal dat deze schaarste als een prachtige kans gebruikt kan worden om een aantal zaken anders te organiseren. Immers: ‘never waste a good crisis’. Door te focussen op ‘beter’ en ‘leuker’ in plaats van op ‘kleiner’ en ‘minder’. In de sfeer van: ‘kleiner belt aan, beter en leuker doen samen open’. Om zo door slimmer samen te werken die verborgen synergie wel te verzilveren. En vooral nú! Want zo creëren we van een organisatie een plek van constante verbetering waar mensen met plezier naar toe gaan. Elke dag weer opnieuw. En zo zorg je ervoor dat die kaasschaaf wordt gebruikt waarvoor die is bedoeld: om plakjes kaas te snijden!
Klinkt heel mooi. Maar hoe verzilveren we dat dan zult u zich afvragen? Het antwoord is simpel. We zullen ons meer dan nu het geval is moeten organiseren naar de échte vraagstukken. Dus niet meer investeren in traditionele structuren zoals Ministeries of andere Koninkrijken, maar in programma’s en thema’s gericht op de maatschappelijke vraagstukken. Denk daarbij bijvoorbeeld aan thema’s zoals energie en klimaat, leren en werken en kennis en innovatie. Het betekent wel dat we ons werk anders moeten gaan inrichten. We moeten stoppen met het koppelen mensen aan functies zoals jarenlang gebruikelijk was. Nee, we moeten het maatschappelijke vraagstuk centraal zetten. Integraal. Vervolgens moet je kijken welke resources daarvoor nodig zijn qua expertise en aantallen. En dan pas zoek je daar de juiste mensen bij. We kunnen namelijk niet meer zonder die horizontale verbindingen. Er is immers geen maatschappelijk vraagstuk meer dat je in splendid isolation kunt oplossen! Bijkomend voordeel is dat je ook veel makkelijker een gemeenschappelijk doel kunt definiëren. Een wenkend perspectief. En op deze manier voorkomen we ook dat ambtenaren en departementen problemen in de verkokerde eenzaamheid oplossen.
Een vergezicht zult u denken? Helemaal niet. Kijk maar naar het programma ‘Randstad Urgent’ gericht op de versterking van de internationale concurrentiepositie en verbetering van de bereikbaarheid van de Randstad. Daar werkt het al zo. Of naar andere succesvolle programma’s zoals ‘Voortijdig schoolverlaten’, ‘Nationale veiligheid’, ‘Regeldruk bedrijven’ en ‘Bestrijding overgewicht’.
Maar zo’n transitie gaat natuurlijk niet vanzelf. Dat vraagt om intensieve samenwerking, om onderlinge chemie, om vertrouwen, op alle niveaus. Uiteraard moet het verantwoordelijke management daar zelf de eerste zichtbare stappen in zetten. De trap wordt immers van boven af schoongeveegd! Zij moeten niet alleen het goede voorbeeld geven, maar ze moeten nadrukkelijk de regie voeren over de daadwerkelijke implementatie van ‘hun’ verandertraject. Spreekt voor zich dat bestuurlijke daadkracht een cruciale randvoorwaarde is: heb je voldoende lef en durf om écht door te pakken?
Laten onze toekomstige politieke leiders daarom het lef hebben om zich te focussen op de échte maatschappelijke vraagstukken en daar omheen het ambtelijk apparaat organiseren. Moet je eens kijken hoeveel winnaars dat oplevert!
Gerelateerde artikelen

Bezuinigen en afslanken. Overheid en crisis
Sander van Reedt Dortland

Over je eigen schaduw durven springen
Dirk-Jan de Bruijn

Op jacht naar die verborgen synergie
Dirk-Jan de Bruijn

Deel uw ervaringen op ManagementSite
Wij zijn altijd op zoek naar ervaringen uit de praktijk, wat werkt wel, wat niet.
SCHRIJF MEE, word een pro! >>
Helemaal mee eens, maar vergt dit niet een totaal ander type medewerkers als er momenteel (gemiddeld) bij de overheid rondlopen? Zoals ik je beluister vraagt het met name om flexibel ingestelde werknemers, die zich richten op het eindresultaat en minder op procedures en het leuk en belangrijk vinden om samen te werken met andere diciplines. Dit is helaas niet mijn beeld van ambtenaren. Ik zeg dit niet in de verwijtende sfeer en het is ook niet neerbuigend bedoeld, maar ik geloof dat de overheid gewoon een ander type werknemer aantrekt (loyaal, kiest voor zekerheid, niet resultaat-gericht).
Groeten,
Wouter