- De leukste functie binnen het rijk
- Dynamiek bij de overheid
- Alles weten kan niet
- Boeiende overheden
- De komende tien jaar – gebrek aan visie
- Niet cynisch worden
Er zijn vele verschillen tussen de overheid en de wereld daarbuiten. Welke verschillen zien mensen die van een topfunctie bij de rijksoverheid naar een positie daarbuiten zijn verhuisd, of juist van buiten naar een topfunctie binnen de overheid kwamen? Dit is het vertrekpunt voor een serie interviews met oud-topambtenaren over trends en ontwikkelingen binnen het openbaar bestuur. In dit deel van deze serie: Ronald van Hengstum, voormalig directeur Cultureel Erfgoed van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en huidig directeur van Naturalis in Leiden.
De leukste functie binnen het rijk
![]() |
Ronald van Hengstum geeft zijn opvattingen over de overheid weer. Hij vertelt over zijn eigen ervaringen en ideeën. We vroegen hem naar het meest opmerkelijke verschil tussen zijn functie van directeur Cultureel Erfgoed bij OCW en die van directeur van Naturalis. Van Hengstum geeft aan dat het van belang is om niet cynisch te raken als topambtenaar bij de overheid. “Dan moet je weggaan.” |
Van Hengstum werkte tussen 1980 en 2003 bij de rijksoverheid. “Binnen een ministerie ben je overheidsdienaar en je adviseert de politiek die verantwoordelijk is. Ook als directeur van een beleidsdirectie is dat je kerntaak. Het is dus echt iets totaal anders dan werken in een groot museum en eigenlijk ook niet te vergelijken. Maar dat het echt iets anders was, was voor mij ook de reden die stap te zetten.”
Het grote verschil tussen zijn werk bij de overheid en zijn functie als directeur bij Naturalis in de dagelijkse praktijk, is dat hij in de laatste functie de bestuurder is. “Bij Naturalis ben je directeur en bestuurder tegelijk, dus je bent eindverantwoordelijk. Als je in het managementteam een actie afspreekt, dan gebeurt dat ook gewoon.”
Die opmerking moet niet leiden tot een karikatuur van de overheid met opmerkingen over hoeveel medeparafen wel niet voor zaken nodig zijn, vindt Van Hengstum. “De bureaucratie heeft ook een positieve functie. Het voorkomt willekeur, waarborgt volledigheid en juistheid voordat er over beslist moet worden. Zaken die binnen een ministerie veel zwaarder wegen dan daarbuiten.”
Dynamiek bij de overheid
De leukste periode van Van Hengstum was die onder Brinkman, toenmalig minister bij wat toen nog WVC heette. Als hoofd algemene projecten maakte Van Hengstum de dynamiek van grote bestuurlijke veranderingswetten mee, waarbij het verkeer met de kamer hem een leerzame ervaring gaf. “Dan ben je als ambtenaar rechtstreeks en intensief adviseur van de politiek verantwoordelijke minister, je krijgt een kijkje in de politieke keuken en dat is leuk.”
De functie van directeur Cultureel Erfgoed is volgens sommigen wel de leukste functie van de rijksdienst. “Of dat waar is of niet: het gaat om een beleidsterrein waar het onderwerp cultureel erfgoed is wat het alleen al de moeite waard maakt. Maar daarenboven is het een beleidsterrein waar alle aspecten van openbaar bestuur in voorkomen. Zeer complex maar daardoor ook uitermate boeiend.”
Alles weten kan niet
“Er is, vind ik, een overdreven aandacht ontstaan voor het uitzoeken van feiten. Natuurlijk is van belang waar de overheid wat aan uitgeeft, maar het krijgt soms een veel te grote druk op de overheid.”
Boeiende overheden
“De overheid is een boeiende organisatie, vooral vanwege de complexiteit van de zaken waar je mee bezig bent. Alles moet steeds sneller, beter, transparanter en je hebt steeds te maken met veel partijen waar je iets mee moet.” Als je in dat spel toch iets weet te bereiken geeft dat een goed gevoel, zo reflecteert Van Hengstum.
De komende tien jaar – gebrek aan visie
De Andere Overheid is een belangrijk initiatief, vindt Van Hengstum. Toch mist hij nog iets. “Het is voor mij niet inspirerend. Er lijkt nog geen brede visie op de overheid, zoals die vroeger wel bestond. De discussie over een andere overheid is natuurlijk niet nieuw. In het verleden zijn daar ook zeer goede ideeën over geventileerd en rapporten over geschreven. Daarin werd onder andere een pleidooi gehouden voor verdergaande verzelfstandiging van diensten en decentralisatie van taken naar andere overheden. Ik mis die elementen nu in de discussie terwijl ze naar mijn mening nog steeds de moeite waard zijn.”
De aanleiding voor een andere overheid vindt Van Hengstum wel duidelijk. Het publiek is goeddeels vervreemd van het openbaar bestuur en dat is nog niet opgelost. Door het ontbreken van een aansprekende visie krijgt het project Andere Overheid ook veel te weinig aandacht, stelt Van Hengstum vast. “Het slaagt er niet in om op de politieke agenda terecht te komen, terwijl zaken als de HBO-fraude alle aandacht op eisen.”
Niet cynisch worden
Het is belangrijk als (oud)ambtenaar om niet cynisch te worden over het werken bij de overheid. “Het is zo makkelijk om de goede moed op te geven en vanaf de zijlijn commentaar te geven. Als je bij de overheid werkt en je ziet dat de meest banale dingen, vooral in de media, alle aandacht krijgen en de meest fundamentele nauwelijks, dan raakt je dat. Terwijl het toch ook zo leuk is om bij de overheid te werken. Nergens vind je die complexiteit in het werk. En de politiek maakt het uniek en boeiend. Ik heb dan ook 25 jaar met plezier bij de rijksoverheid gewerkt.”
Aldus, Ronald van Hengstum.
Reacties
Ronald van Hengstum zit nu als het ware aan de andere kant van de tafel en beheert cultureel erfgoed. Ik mis de vergelijking tussen die twee kanten. (Behalve jet praktische verschil dat hij aangeeft)