Nederlandse topsectoren en innovatieve concerns

Columns

Wat is de overeenkomst tussen de onderstaand genoemde concerns in volgorde van hun belang?

ABB machines Zwitserland, Alcatel–Lucent telco Frankrijk, Arkerna chemie Frankrijk, BASF chemie Duitsland, Bosch automotive Duitsland, CNRS research Frankrijk, Commissariat a l’Energie Atomique research Frankrijk, Erikson machines Zweden, Fraunhofer research Duitsland, IFP energie Frankrijk, Novartis pharma Zwitserland, Philips electro Nederland, Roche pharma Zwitserland, Safran transport Frankrijk, Saint Gobain materialen Frankrijk, Siemens electro Duitsland, STM semiconductors Zwitserland en TE Connectivity semiconductors Zwitserland

Het zijn volgens een onderzoek van Thomson- Reuters de 18 Europese concerns die in 2014 behoorden tot de meest innovatieve 100 wereldconcerns gemeten naar succesvolle - omzet genererende – patenten.

Per EU land 7 concerns, uit Frankrijk, 5 uit Zwitserland, 4 uit Duitsland en 1 uit Nederland en Zweden. Het Verenigd koninkrijk is te versplinterd om mee te kunnen doen en Frankrijk presteert (nog) het beste in Europa. Een totaal beeld wat je niet direct verwacht als je denkt aan de huidige economieën van de betrokken landen.

In Europa dus 18 innovatieve topconcerns, waarmee ons werelddeel het nakijken heeft bij landen als Japan (39) en de VS (36). Japan heeft de VS verdrongen als koploper, het concernaandeel van de VS is evenals dat van Frankrijk snel dalende. Verder tellen slechts Aziatische landen als Zuid Korea (4) en Taiwan (2) mee. China is met Huawei voor het eerst vertegenwoordigd. India en Brazilië komen in het stuk niet voor. Azië wint dus en de VS en Europa verliezen.

De 100 meest innovatieve concerns gaven ruim $ 200 miljard uit aan R&D (2013). Ter vergelijking in de VS werd ruim 450 miljard, in Japan 150 miljard, in Frankrijk 55 miljard en in het VK 40 miljard geïnvesteerd. De sterkste sector is die van de semiconductors /electro met 22 ondernemingen, gevolgd door computer hardware (21) en machines (8). De meest innovatie aanjagende ontwikkeling is de smartphone industrie met ondernemingen als Apple, Microsoft, Samsung, Google en Blackberry.

Voor Nederland ziet het er niet goed uit. Alleen Philips zit nog in de top100, maar na de nog te realiseren splitsing van medische apparaten en de lichtdivisie is het de vraag of die positie behouden kan blijven. Alleen ASML of DSM lijken kandidaat om Philips op te volgen. Nederland geeft 2,2% uit aan R&D gerelateerd aan het BNP. Ter vergelijking Japan scoort 3,4%, VS 2,7% en Europa gemiddeld 2%. Binnen de EU is Zweden met 3,4 % koploper en VK is met 1,7% achterblijver (bron opnieuw Thomson- Reuters).

Nederland heeft 9 topsectoren die door het Ministerie van Economische Zaken worden gestimuleerd. Dat zijn agri-food, chemie, creatieve industrie, energie, high tech, life sciences&health, logistiek, tuinbouw en water. Het mag dan zo zijn dat wij in die branches veel expertise hebben, in het mondiale patentgeweld scoren veel van deze bedrijfstakken wellicht goed in niches maar niet op breed industrieel vlak. Onze polder definities sluiten niet goed aan bij de grote 100 concerns. Er dient overigens bij te worden gezegd dat Nederland nooit een sterk industrieel beleid heeft gehad in tegenstelling tot andere kleine landen als Zwitserland en Zweden.

Wij zouden ons om technologisch weer een beetje mee te spelen vooral moeten concentreren op hoogwaardige maakindustrie, zoals de Nederlandse werkgevers al jaren bepleiten. Kern is de constatering dat export door die bedrijfstak al jaren de motor is van onze economische groei. Technologische Nederlandse bedrijven zijn overal in de wereld actief en halen zo’n zestig procent van hun omzet uit het buitenland. Om de toekomstige internationale verdienkracht met hoogwaardige werkgelegenheid van de industrie veilig te stellen moet Nederland acteren om te winnen in een complex internationaal speelveld met snoeiharde concurrentie.

Dat betekent ook voortgaan met het stimuleren van Beta faculteiten op onze universiteiten en het fundamenteel herwaarderen van technici als onderdeel van onze arbeidsmarkt. Daarbij zullen de beloningen voor die categorie drastisch omhoog moeten ten nadele van de vele economen en vooral juristen en psychologen. Om minimalistische studies als communicatieleer maar niet eens in beschouwing te nemen.

 ‘Ik heb wel ingenieurs CFO zien worden maar nooit een CFO ingenieur.’ Citaat van een oud Shell topman.

Universiteiten zouden nog meer dan tot nu toe moeten worden gestimuleerd om via onderzoek deel te nemen aan patentontwikkeling met bedrijven.

Niet alleen verlaging van arbeidskosten moet de komende jaren speerpunt van economisch beleid zijn, maar ook het stimuleren van veel meer R&D uitgaven. Dan wordt niet alleen nieuw werk maar ook meer hoogwaardige toegevoegde waarde gegenereerd. De beschikbare ruimte in de begroting van de regering zal dat in de komende jaren moeten weerspiegelen anders komen we nog verder achterop.

En tenslotte als ieder EU land op eigen houtje R&D beleid gaat vormgeven missen we sowieso de boot daarvoor zijn de meeste EU landen zoals Nederland te klein. Er zal ook meer coördinatie/ taakverdeling vanuit de EU moeten komen om niet nog meer terrein op Azië te verliezen.

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Grimbert Rost van Tonningen
Auteur
Nadat ik mijn copy had ingeleverd verscheen dit artikel http://www.rtlnieuws.nl/economie/home/top-3-8000-patentaanvragen-nederland Het geeft een florissant beeld van patenten in Nederland. Echter Europa verliest snel terrein en veel patenten zijn van buitenlandse concerns. Niettemin we doen nog mee in Europa, vooral dank zij Philips

Meer over Globalisering