Fenomeen management: Cruijff en leiderschap

De meeste, zo niet bijna alle, managementboeken zweren bij voorbeelden. Cases in goed jargon. Vaak gaat het om een case die is gepraktiseerd door de auteur van het betreffende boek waarvan dan de resultaten worden geëxtrapoleerd naar een algemeen geldende theorie. Uiteraard gaat het altijd om, wederom in jargon, succes stories. Waarbij natuurlijk de bedoeling is dat de lezer, in PR-jargon, een awareness heeft gekregen richting auteur die dat succes toch maar mooi heeft bewerkstelligd. En zo verschijnt boek na boek, gevuld met de meest exotische recepten om vooral toch maar…., ja vul maar in, ‘klantvriendelijk te opereren’, ‘efficiënt te opereren’, ‘nieuwe markten te kunnen ontdekken’, ‘beter te communiceren’, ‘de perfecte strategie te kunnen formuleren’, en noem maar op.

Een nichemarkt binnen dit ‘lecturama’ is wat ik maar even noem fenomeen management. Dat wil zeggen: wat kunnen we leren van de daden of ideeën van de groten der aarde. De onaantastbare mannen aan de top. Hoe kregen zijn het voor elkaar dat organisaties opeens bovenmaats gingen presteren? Wat was hun geheim? Hoe deden ze het? Tot nu toe moesten we ons behelpen met vooral buitenlands managementgedachtegoed, waarbij ‘neutron’ Jack het meest prominent in beeld kwam. In Nederland moesten we het tot nog toe doen met de nukkige woorden van Marcel Metze over Philips, en het wat mildere maar zeer onderbouwde De aartsvaders van Wim Wennekes. Of recent het onthutsende Ahold drama van Jeroen Smit.

Pieter Winsemius breekt in zijn boek Je gaat het pas zien als je het door hebt met deze traditie: niks over de grens, geen nukkige woorden, ook geen diepgravend onderzoek, maar een perfecte succes story, van ook nog eens Nederlandse bodem. Kortom: de geheimen van de uitvinder van het voetbal: Johan Cruijff. Winsemius vertaalt Cruijff’s succesvolle voetballessen naar een soort how-to-gids voor managers. Met als groter doel blijkbaar een aansporing tot anders managen. Johan Cruijff dus als rolmodel voor oude én nieuwe managers.

De opzet van het boek is simpel. Winsemius stelt Cruijff een simpele vraag, en uit de daaropvolgende woordenvloed componeert hij antwoorden die als bruggetje naar management leiden. Bijvoorbeeld: stel je hebt zestien goede spelers, heb je dan ook een goed team? Antwoord: nee, want het gaat om het evenwicht. De voetballers die de fouten van de prima donna’s corrigeren, zijn minstens zo belangrijk als de prima donna’s zelf. Eigenlijk belangrijker, want zij zorgen ervoor dat er fouten gemaakt kunnen worden. Of: je hebt een goeddraaiend team, heb je dan wel een coach nodig? Antwoord: ja, want elf spelers betekent elf meningen, en dat leidt tot niets. Er moet een baas zijn die beslist. Die de onderlinge verhoudingen reguleert. Je kunt hier natuurlijk zelf gemakkelijk de managementlessen uit trekken.

En zo passeren talloze grotere en kleinere voetbalweetjes voorbij die telkens een managementinvulling krijgen, of resulteren in algemene tips & trucs. Behoud focus! Concentreer je op je kerntaken! Verhoog de snelheid van handelen! Stimuleer vertrouwen! Bevorder teamwerk! Maar één vraag blijft onbeantwoord: wat is nou de meerwaarde van deze hagiografie over Cruijff voor de gemiddelde manager? Dat antwoord geef ik dan maar: nauwelijks. Wie iets wil lezen over het fenomeen Cruijff, vindt in dit boek voldoende van zijn gading. Wie wil weten waarom ‘we’ in 1974 hebben verloren, vindt een antwoord, zij het toch weinig te verteren (‘We waren beter, alleen vergaten wet te scoren. Wij Nederlanders zijn al snel tevreden, voor ons was de finale al een hoogtepunt’. Een statement dat direct door Winsemius wordt gebruikt als bruggetje om de lamlendigheid bij overheid en bedrijfsleven even aan te pakken: ‘We horen te vaak “we hebben net niet gescoord”. Kijk dan even in de spiegel: We zijn beter maar missen nog slechts dat ene dingetje’, kortom: er is geen natuurwet die zegt dat je verliest van de Duitsers, dus……’). En natuurlijk krijgen we een goed inzicht in de logica die Cruijff bezigt, zodat we zijn analyses op televisie eindelijk begrijpen.

Maar voor wijze managementlessen kun je toch beter andere boeken pakken. Want dit boek gaat in essentie over Cruijff, en over de bewondering die Winsemius heeft voor deze Nederlandse legende. Over Cruijff, Ajax, voetbal, en alles wat daar mee te maken heeft, hoe obscuur ook. Zoals het verhaal van Piet Keizer die telkens strandde met zijn Solex als gevolg van een lege tank, omdat “die garnaal uit Betondorp’ dat vehikel had ongevraagd gebruikt voor eigen doeleinden.

Hans Peter Roel, vice-president ABN AMRO, verwoordt het in Intermediair als volgt: “Het tekent het managementniveau in Nederland dat Johan Cruijff als de verlosser wordt binnengehaald. Niets ten nadele van Cruijff zelf, hem past diep respect. Maar zijn uitspraken zijn niets meer universele waarheden, waarheden die het niveau niet ontstijgen van de uitspraken die ik op mijn achtjarig zoontje loslaat wanneer ik hem iets over het leven leer. Inderdaad, elk nadeel heb zijn voordeel, als je een goal meer maakt dan de tegenstander, win je, en ook moet er vaak iets gebeuren voordat er wat gebeurt.”

Het probleem is dat je appels niet met peren kunt vergelijken. Net zomin als een goede verkoper per definitie een goede verkoopmanager is, is het mogelijk om typische voetbalwetten in organisaties te gaan toepassen. En als dat wel kan, dan gaat het inderdaad om universele waarheden die ook omgekeerd werken. Menig manager weet dat er eerst iets moet gebeuren voordat er iets gebeurt. En een bedrijf dat meer verkoopt dan de concurrent, heeft inderdaad een betere marktpositie.
Maar neem een bekende typische voetbalwet die stelt dat de ploeg die met een man minder verder moet, veelal toch wint. Dat komt, zegt Cruijff, omdat het tiental een stap harder gaat lopen, en het elftal juist een stap terug doet. Betekent dit, in managementjargon, dat organisaties er wat mensen uit moeten zetten, zodat de rest harder gaat werken?

Je gaat het inderdaad pas zien als je het door hebt! Dit boek combineert hype met marketing. Wellicht een nieuw type succes story. Maar de leergierige manager die zich na drie amusante leesuurtjes afvraagt wat hij nou eigenlijk geleerd heeft over management, hoeft niet driftig te gaan bladeren op zoek naar antwoorden. En de manager die wel de nodige inspiratie heeft opgedaan, maar niet begrijpt hoe dat nu te vertalen naar zijn functioneren, hoeft ook niet te wanhopen. Het boek gaat namelijk over voetbal, en niet over management. Wat specifieker: over de visie van Cruijff op voetbal. Dus, in de woorden van de maestro zelf: “Als ik zou willen dat je het begreep, zou ik het wel beter hebben uitgelegd.”

Pierre Pieterse
Hoofdredacteur NEED2KNOW – managementsamenvattingen op audio-cd
www.boekindefile.nl/need2know

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

john franssen
Dag Pierre Bouterse,
Een heerlijk stukje tekst aan het begin van de dag. De uitsmijter van Cruijff “Als ik zou willen dat je het begreep, zou ik het wel beter hebben uitgelegd.” is goed.
De moeite waard om te onthouden en parafraseren.
Een bijkomend voordeel is dat ik het boek ook niet meer behoef te lezen. De methode om te werken met cases om je "gelijk" te bewijzen is zo wie zo discutabel omdat de werkelijkheid toch ingewikkelder in elkaar zit. Het heeft meer iets van evangeliseren. En ik houd niet van van voetbal.
met vriendelijke groet
JOhn Franssen
Arie Maat
Als het zo is dat de column van PP op 14 juli is geplaatst en nu de 21e nog geen enkele reactie van een adviseur te bespeuren is moet er iets eigenaardigs aan de hand zijn. De vakantie alleen zal het niet zijn want ook dan gedragen velen zich bereikbaar (ver voor het gezin opstaan en de mail checken) en hadden kunnen reageren. Ik was door de Raad van Advies van de adviseurs gevraagd om tijdens de zomerperiode in geval van nood (alle adviseurs zouden mogelijk tegelijk op vakantie kunnen zijn en ,paradoxaal genoeg, even geen zin in een advies hebben) in te springen en dan moet ik het nu ook maar doen.
Vanwege werk heb ik het boek van PW over JC niet kunnen lezen.
Als ik PP goed begrijp zal PW over enige tijd doen net als P en W met hun boek 'Excellente ondernemingen' deden: het terugtrekken, vanwege in dit geval onvoldoende managementgehalte.
Vraag aan PP: welk managementboek is 100% te gebruiken in de praktijk? Alleen 'Twee dagen met Dr. Deming' misschien?
Arie Maat
Rob Heine
Interessante vraag in de voorlaatste alinea. Meent de schrijver van de recensie dat 'ja' een absurd antwoord is? Volgens mij geldt deze 'voetbalwet wel degelijk ook binnen menige organisatie.

Dennis
Ik sluit mij aan bij de mening van de auteur dat managers en leidinggevende momenteel gemakkelijk een knieval maken naar de succes stories, en sport anekdotes in het bijzonder. De uitspraken van sporthelden worden - nadat deze in allerlei bochten zijn gedrongen - vergeleken met management priciples and guidelines. De messengers stellen de directe verbanden en laten niets anders zien dan universele bekendheden, die zelfs gelden tijdens de dagelijks bereiding van mijn maaltijd.

Het organiseren en managen van een organisatie is niet te vatten in een off-the-shelff-approach van een (sport)held, maar vereist specifieke kennis van de organisatie en generieke kennis van o.a.. het managen an sich en verhoudingen in het bijzonder. Wel ben ik ervan overtuigd dat de zogenaamde succes stories van deze sporters het goed kunnen doen bij de motivatie van managers en dat de Hero cultuur (cf. de matrix) mensen inspireerd om een goed manager te worden. Geheel overbodig zijn ze dus niet, maar laten we het nuchter bezien en concluderen dat deze verhalen geen panache vormen voor management en organisatie problematieken.

Sybren Verschoor
Ik heb voor vaderdag dit boek gekregen en het is gewoon een karakteristiek boek over Cruijff. Lees het gewoon en heb er lol in of niet. Niet overal zit tenslotte een diepere betekenis achter. Leidinggeven is ook gewoon plezier hebben in wat je doet op het moment dat je het voelt......
Sjaak Evers
Het boekje is wat mij betreft een zeer geslaagde poging van Winsemius om het gedachte goed van Cruijff in zijn geheel toegankelijk te maken en nog een stap verder naar organisaties er aan toe te voegen.
Leuk voor mensen die van voetbal houden en er ook nog eens over na willen denken. Bijzonder leuke anekdotes over Cruijff en companen. Cruijff is net als Lance Armstrong een man die zijn sport op een hoger nivo heeft gebracht. Aardig om zijn ideeen allemaal bij elkaar te hebben.
Knap hoe Winsemius er dan de slag naar het bedrijfsleven aan toegevoegd heeft. Ik zit in een organisatie waar heel veel mensen heel erg van voetbal houden, ga het daar op de een of andere manier gebruiken.
Het is een geslaagde poging om door de bril van het voetbal naar organisaties te kijken. Bruikbaar in organisaties waar mensen veel plezier hebben met het voetbal.
Kortom leuk voor liefhebbers van het voetbal vak en van het organisatie vak.
Marcel van der Kuil
Met plezier heb ik uw artikel gelezen, over het boekje van Pieter Winsemius. Ik denk echter dat dit boekje met name potentie heeft als exportproduct, bijvoorbeeld naar Spanje, vanwege Cruijffs’s voetbal-successen bij Barcelona. Ik betwijfel namelijk of de Nederlandse Manager zich wil of kan vergelijken met iemand zoals Johan Cruijff. Cruijff is iemand waar vast wel wat op aan te merken valt, maar het is zeker een goed voorbeeld van een sterk en charismatisch leider, met veel authoriteit, gezag, kennis, ervaring en inzicht in de ‘primaire processen‘ van het voetbal en een sterke wil om te winnen. En hij wordt als zodanig ook erkend, in Nederland en daarbuiten. Ik maak hier even een wat uitgebreide opsomming, om zo de komende gedachtesprong te vergemakkelijken. Dergelijke managers zijn in het Nederlandse bedrijfsleven dusdanig uitzonderlijk, dat je zou kunnen afvragen of dit rolmodel aanspreekt.

De Nederlandse Manager zou zich misschien eerder kunnen of willen spiegelen aan de voorlaatste ‘CEO’ van het Nederlands Elftal, Dick Advocaat. Dick is met name aangesteld vanwege ‘de goede match’ met de KNVB en niet vanwege de bovengenoemde eigenschappen van Cruijff. Dit ‘Peter’s Principle’ lijkt ook voor veel Nederlandse managers van toepassing. De top van het Nederlandse bedrijfsleven is zich al enige tijd bewust van de problemen met de vaderlandse economie. Ogenschijnlijk lijkt er weinig te gebeuren of lijken de inspanningen weinig op te leveren. Zo kun je in mijn ogen niet zeggen dat Ad Scheepbouwer een voorbeeld is van een goede manager, maar eerder van een mislukt commissaris. Een uitzondering is misschien Leo van Wijk van KLM-Air France, die duidelijk visie en durf laat zien. Maar daarvan is bekend dat hij een grote fan van Cruijff is...
Pierre Pieterse
Reacties, en natuurlijk vragen dan wel opmerkingen, die natuurlijk in een interactieve ruimte beantwoord dien te worden. In volgorde van binnenkomst.

Antwoord aan Arie Maat: Er zijn vele aardige en bruikbare managementboeken, zeker op de deelgebieden, waarmee ik wil aangeven dat ik niet weet wat nou het Ultieme Managementboek is. In elk geval niet 'Op stap met Dr. Deming', dan zou ik toch liever de managementwereld verkennen met de werken van Peter Drucker.

Antwoord aan Rob Heine: Mensen laten afvloeien in de hoop dat het resterende 'tiental' een stapje harder gaat lopen, is inderdaad absurd. Eerder zal het omgekeerde gebeuren, namelijk dat iedereen de pijp aan Maarten gaat geven. Een speler die uit het veld wordt gestuurd, heeft (meestal) iets gedaan in het belang van het elftal, bijvoorbeeld een doodschop gegeven om een doelpunt te voorkomen. Dat is natuurlijk niet het geval binnen organisaties. Daarnaast zijn voetbalelftallen teams, en ook dat kun je van menig organisatie niet zeggen.

Ten overvloede: Het is een leuk boek om te lezen, de 'drie amusante leesuurtjes' in mijn column, maar de link naar leiderschap en management is geforceerd, niet actueel, en wordt bovendien veel te schetsmatig uitgewerkt om bruikbaar te zijn. Zo zou je ook handige tuintips of klustips kunnen vertalen naar management, met als vermoedelijk resultaat een bijzonder hoog 'Klazina uut Zalk-gehalte'.
Michel Koppenaal
Waarom zou je geen appels met peren mogen vergelijken? Uit het vergelijken van appels met perziken is tenslotte ook de nectarine ontstaan.