Emotionele intelligentie

Cover stories · Boeken

In de afgelopen maanden verschenen drie publicaties dievoortborduren op het onderwerp 'emotionele intelligentie', zij hetdat elk daarvan dit op geheel eigen wijze doet. We kozen ervoor omu via een drietal recensies van deze boeken op de hoogte tebrengen.
Het thema 'emotionele intelligentie' is van belang voor het werkenen begeleiden van groepen, met name omdat er waarschijnlijk eensterk verband is tussen emotionele intelligentie enprocesgerichtheid in groepen. Procesgericht of sociaal-emotioneelgericht leiderschap vereist ons inziens een flinke dosis EQ. Eenboeiend thema, al gaat geen van de hieronder te bespreken boeken inop groepsdynamica in enge zin.

Werken met emoties

Suzanne Piët (1998), Emotiemanagement. Werken met emoties van jezelf en anderen. Amsterdam, Contact, 238pgs, f 36,90
In haar boek demonstreert Susanne Piët dat emoties in zeerveel beroepen en in zeer veel levenssituaties een rol spelen en datemotiemanagement daarom van groot belang is. Als voorbeelden noemtze de crisismanager, de brandweerman, de verpleegkundige, dereclamemaker, de journalist, de productontwikkelaar en de makelaar.We kunnen daar gerust de voorzitter, de groepsbegeleider, deteambuilder , de docent of opleider en de groepstherapeutaan toevoegen. Emotiemanagement is de kunst om zich niet mee telaten slepen door opkomende emoties, maar er zo mee om te gaan datze hanteerbaar blijven en bijdragen aan een goed verloop van deinteractie. Emoties kunnen grote schade aanrichten wanneer zeonderschat worden. Daarvan geeft de auteur een aantal aansprekendevoorbeelden.
Iets meer over de inhoud: na twee inleidende hoofdstukken overemotiemanagement ('wat is dat eigenlijk?' en 'gemengde gevoelens:wat hebben we eraan?') komen onderwerpen aan bod als 'emoties enwerk', 'tijd', 'emotionele intelligentie', 'emotiemanagement inpersoonlijke communicatie', 'emotiemanagement inmassacommunicatie', 'persoonlijk emotiemanagement', 'kwaliteit enleven' en 'emotiemanagement in de praktijk: tien beslissendekeuzes'.
Vooral van de laatste twee hoofdstukken heb ik genoten, omdatPiët daar ingaat op fundamentelere en filosofisch getintethema's als succes en geluk, emoties en succes, persoonlijkheid ensucces, en onzekerheid en succes. Tot de tien beslissende keuzen horen afwegingen als 'toenaderen of ontwijken', 'beheersen of machteloos toezien', 'meegesleept worden of regisseren','ontkenning of zelfkennis' en 'pijn of plezier'.

Het is een aangenaam en vlot geschreven boek. De auteur is goed belezen en presenteert veel levendige anekdotes en voorbeelden.Tegelijk heb ik daarmee ook een valkuil aangegeven van deze tekst.Deze blijft vaak teveel op het niveau van rake typeringen en anekdotes. De structuur van een theorie of model ontbreekt. Nalezing blijft er helaas weinig 'hangen'. Ik vond het soms wat'Readers Digest'-achtig en oppervlakkig.

In het boek mis ik het een en ander dat voor mij wel bij dit onderwerp hoort. Er vindt heel wat emotiemanagement plaats in groepen, in opvoedingssituaties, in psychotherapie. Hier gaat Piët echter niet op in. Ook geen woord over de methodiek vanhet hanteren van emoties in het begeleiden van groepen, inpedagogiek c.q andragogiek of volgens diversepsychotherapiestromingen, zoals de psychoanalyse of denon-directieve benadering. Zo bieden de Freudiaanse theorieënover afweermechanismen, over weerstand, over overdracht entegenoverdracht, over motivatie e.d. fraaie voorbeelden vanemotiemanagement, maar ze ontbreken in dit boek.
De auteur legt evenmin verbinding met theorievorming overplanmatige verandering van mensen binnen de sociale wetenschappen.Ze oriënteert zich vooral op delen van de sociale psychologieen op literatuur over processen binnen bedrijven.

In haar literatuuropgave zijn wel twee verwijzingen te vinden naarFreud en Elias, maar ze sluit niet aan op de kern van huntheorievorming. Als voorbeeld noem ik een passage op blz 209,waarin ze er over spreekt dat we in onze beheersing van emotiessoms wonderlijke dingen kunnen doen met onze gedachten. Citaat:Deze talenten tot regie over emoties en gedrag zijn niet iedereenin dezelfde mate gegeven. Theoretici zijn het er nog niet over eensof ze zijn aangeboren, maar het is vrijwel zeker dat ze dezetalenten verder kunnen ontwikkelen. De uitkomst van dat leerprocesis bepalend voor ons succes in emotiemanagement (einde citaat).

Ik weet niet welke theoretici de auteur hier op het oog had,maar wel dat er door reuzen als Freud en Elias jarenlang over dit onderwerp gepubliceerd is. In zijn klassieker Het civilisatieproces toont Elias aan hoe in de loop van de afgelopen achthonderd jaarmensen geleerd hebben anders om te gaan met hun emoties, waarbij regulering van buitenaf steeds meer vervangen wordt door eenregulering van binnen uit die verankerd is geraakt in onze persoonlijkheidsstructuur.
In deze theorievorming bouwt Elias voort op het werk van Freud. De talenten tot regie over emoties en gedrag zijn dus in hoge mate ingebed en gevormd door civilisatieprocessen, die trouwens over(sub)culturen een grote variatie kunnen vertonen. Engelsen doen ditweer heel anders dan Italianen, om maar een voorbeeld te noemen.

Er moet me nog iets van het hart. Ik vind emotiemanagement eenvervelend woord, en die bijsmaak ben ik na lezing niet kwijtgeraakt. De ondertitel werken met emoties van jezelf enanderen die ik toch al vaag vind klinken, kreeg bij lezing vaak debijbetekenis manipuleren van emoties van jezelf en anderen.
Hoewel ik aanvankelijk een positieve indruk had van dit boek,raakte ik na enige tijd teleurgesteld door gemiste kansen tot verdieping. Toch is mijn oordeel over het geheel niet negatief. Hetboek bevat ook gedeelten die ik heel stimulerend en waardevolvindt. Gemengde gevoelens dus. Ik laat het eindoordeel aan u over.

Naar emotionele geletterdheid

Claude Steiner, Paul Perry (1998), Emotioneel vaardig worden. Een persoonlijke cursus om emotioneel intelligent te worden. Amsterdam, De Arbeiderspers, 251 pgs, f 39,90

Van een ander kaliber is het boek van Steiner en Perry, dat inhet Amerikaans verscheen onder de moeilijk vertaalbare titelAchieving emotional literacy , het bereiken van emotionelegeletterdheid, oftewel het leren beheersen van de taal vanemoties.

Van de twee auteurs is de eerste een oude bekende. Eind jarenzestig was Claude Steiner een van de woordvoerders van het RadicaleTherapeuten Manifest, waarin hij een maatschappijkritische functievan de psychiatrie bepleitte. Deze boodschap vond een vruchtbarebodem in het universitaire milieu in Californië (met name inBerkeley). Hij inspireerde tot een stroming in de vrouwenbewegingdie in Nederland bekendheid kreeg als de FORT-beweging(feministische oefengroepen in radicale therapie) en MRT-groepen(de mannelijke tegenhanger hiervan).

Wellicht herinnert u zich nog het boek Vrouwenpraatgroepenvan Hogie Wyckoff, waarin principes van de TA (transactioneleanalyse) gebruikt worden om scherper zicht te krijgen opzorgpatronen van vrouwen. Deze Hogie Wyckoff duikt onverwacht op indit boek. Zij blijkt een van de twee personen die (aldus de auteur)het leven van Claude Steiner fundamenteel veranderd hebben. Deandere persoon is Eric Berne geweest. Het was vooral Hogie Wyckoffvan wie Claude Steiner de essentie van emotionaliteit geleerd heeftin een jarenlange relatie die ze samen hadden. Hij schrijft daaropen en eerlijk over in dit boek.
Over de tweede auteur wordt weinig meer vermeld dan dat hij alsghost writer aan de basis heeft gestaan van de eerste versievan dit boek. Dank zij hem is er een toegankelijke en leesbaretekst tot stand gekomen met een heldere vorm en structuur.

Waar gaat het boek over? De oorspronkelijke ondertitel geeft aandat het gaat om een persoonlijk programma voor het vergroten van deeigen emotionele intelligentie. Uitgaande van de TransactioneleAnalyse (TA) bieden de auteurs een basis voor een emotionelevaardigheidstraining in drie stadia: 1. uw hart openstellen, 2. hetemotionele landschap verkennen, en 3. verantwoordelijkheid nemen.Elk stadium bestaat uit vier stappen, waardoor een route van twaalfbasisvaardigheden ontstaat, die elk helder en uitgebreid beschrevenworden.
In het eerste stadium gaat het om de vaardigheden van strooksgeven, om strooks vragen, strooks accepteren en afwijzen, en uzelfstrooks geven. In het tweede stadium om de vaardigheden vanactie/gevoel-statements, actie/gevoel-statements accepteren, onzeintuïtieve gevoelens uiten en een intuïtie erkennen.

Het boek bereikt de grootste diepgang bij het bespreken van devaardigheden van stadium drie: verantwoordelijkheid nemen. Debetreffende vier vaardigheden zijn: verontschuldiging voor onzefouten, verontschuldiging accepteren of afwijzen, om vergevingvragen en vergeving schenken of weigeren. Met name in dit laatstedeel wordt openlijk gesproken over het niveau van ethiek inrelaties.

De drie stadia zijn ook te typeren met de trefwoorden openheid,eerlijkheid en vertrouwen (of betrouwbaarheid) in relaties. Wiedeze waarden hoog heeft, zal in dit boek een bruikbare schetsvinden van de ontwikkelingsweg die daarvoor komt kijken en zalgoede bagage meekrijgen voor die tocht. Hiermee heb ik tevens hetbelangrijkste verschil aangegeven met het boek Emotiemanagement vanSusanne Piët, dat ik hierboven recenseerde. Bij Piët isnergens sprake van een ontwikkelingsweg.

Soms ademt de tekst iets oubolligs. Bijvoorbeeld op het momentdat de auteurs hun bezwaren uiten tegen het zogeheten Gestalt-gebedvan Perls. Dat is toch wel heel erg achterhaald. Ook is de tekstsoms nogal simpeltjes geformuleerd en doordrenkt van een Amerikaansoptimistisch vooruitgangsgeloof. Er valt nauwelijks meer iets terugte vinden van de bezieling van de vroegere voorvechter voor eenRadicale Psychiatrie. Maar ik vind dat geen bezwaar. Ik bewonder dekeuze van de auteurs om in het kader van emotionele vaardigheidexpliciet en onbevooroordeeld aandacht te besteden aan morele codesen ethiek.

Het boek eindigt met een stevige toegift in de vorm van eenreeks aantekeningen voor filosofen. In de traditie van Eric Bernebiedt Claude Steiner aan het slot een schets van de historische enfilosofische achtergronden van zijn ideeën. Daarin komen grotedenkers aan bod als Confucius, Nietzsche, Horkheimer, Adorno,Foucault, Augustinus, Kant, Derrida, Rousseau, Marcuse en Freudover onderwerpen als liefde als een fundamenteel goed, liegen eneerlijkheid, de waarheid, geweld en de duistere kant en geweld enmishandeling.
Voor wie geïnteresseerd is in het onderwerp emotioneleintelligentie biedt dit boek met zijn nadruk op emotionelevaardigheid een waardevolle aanvulling. Dat de auteurs vertrekkenvanuit het erfgoed van de TA geeft aan het boek een goederuggengraat.

Macht en overgave

Judith Viorst (1998), Greep op het leven. Onslevenslange gevecht tegen macht en overgave. Amsterdam, Anthos, 399pgs, f 39,90

Tien jaar geleden verscheen in Nederland de vertaling van heteerste boek van Judith Viorst onder de titel Noodzakelijk verlies.Onlangs is haar tweede boek Imperfect control in hetNederlands vertaald. Wederom een gedegen studie. Dit keer over onzeworsteling met macht en onmacht in veel aspecten van het dagelijksleven.
Achtereenvolgens gaat ze in op vragen rond vrijheid en onvrijheid,op het gevoel van controle in de opvoeding, op het baas overonszelf worden in de puberteit, op de macht van seks, opmachtsverhoudingen binnen een relaties, op ouderschap, op macht enonmacht in werksituaties (onder de titel: de baas zijn en onder eenbaas staan), op slachtoffers en overlevenden, op allerlei vormenvan overgave en uiteindelijk op macht en onmacht ten aanzien vanziekte en dood. Een uitgebreid notenoverzicht van bijna honderdpaginas vormt het slot van het boek.

In haar rijk van voorbeelden voorziene tekst behandelt JudithViorst op genuanceerde wijze de dilemmas en paradoxen die het themaoproept, zoals het dilemma tussen controle en overgave. Hetduidelijkst speelt dit dilemma op het terrein van intimiteit enseksualiteit, zoals in het aarzelen tussen zich laten gaan enzelfbeheersing, of tussen overgave en autonomie.
Net als Claude Steiner (zie de boekbespreking hierboven) komt ookbij haar het thema verantwoordelijkheid ter sprake. Daarbij gaathet niet eenvoudigweg om een keuze tussen verantwoordelijkheidweigeren of op zich nemen. Het kan immers heel terecht zijn omzichzelf erkende gebieden van onvermogen toe te staan (pag. 251) enin bepaalde beperkte gevallen de controle over te geven.
In praktisch elk hoofdstuk komt naar voren dat onze pogingen totcontrole steeds onvolmaakt zullen zijn (zie de Amerikaanse titel),en ook dat het voor velen van ons niet meevalt om dit onder ogen temoeten zien. Ieder zal moeten aanvaarden dat hij slechtsonvolmaakte controle heeft.
Het kernbegrip controle heeft meerdere gezichten. Enerzijds heeftcontrole een negatieve bijbetekenis als vorm van onvrijheid,anderzijds een positieve bijbetekenis als in staat zijn tot iets.Iets controleren betekent dan iets beheersen. In die zin verwijstcontrole naar vaardigheden, zoals o.a. emotiemanagement (een termdie de auteur trouwens niet gebruikt).

Dat Judith Viorst als referentiekader de psychoanalyse gebruiktvind ik een goede keuze. Daardoor is ze in staat om het complexeonderwerp recht te doen. Met name in de hoofdstukken over macht enonmacht in relaties en in werksituaties beschrijft ze overtuigendhoe het hierbij vaak gaat om herhalingen van vroegere patronen, omoude gevoelens van machteloosheid en soms ook onderdrukte woede enpijn. Hiermee verheldert ze hoe op beslissende momenten overdrachteen rol speelt. Ze geeft ook aan hoe mannen en vrouwen van elkaarverschillen en ze maakt ook aannemelijk hoe dergelijke patronen totstand gekomen zijn.
In de laatste twee hoofdstukken komt ook ethiek aan bod dooraandacht voor wat moreel aanvaardbaar geacht wordt. Er is ookzoiets als morele controle. Dit bespreekt ze aan de hand van debekende studie van Milgram naar de gevolgen van te vergaandegehoorzaamheid en van zich verschuilen achter autoriteit.

Groepsprocessen komen in dit boek weinig aan bod. Voor eengroepsdynamische studie van het begrip controle moeten we nogsteeds bij Schutz terecht. Viorst gaat wel expliciet in op wat erspeelt op het betrekkingsniveau in opvoeding, in intiemepartnerrelaties, in arbeidssituaties en in slachtofferpatronen.Daarom vind ik haar behandeling van het thema van belang voor beterinzicht in wat er speelt in groepen.
Van de drie hier gerecenseerde boeken toont Judith Viorst de meestenuancering, rijkdom en diepgang. Warm aanbevolen.

Bron: Nieuwsbrief Werken, Leren en Leven met Groepen (losbladigeuitgave), Jrg 3, Nr. 4, december 1998, Houten, Uitg. Bohn StafleuVan Loghum (met toestemming overgenomen).

Deel uw  ervaringen op ManagementSite

Wij zijn altijd op zoek naar ervaringen uit de praktijk, wat werkt wel, wat niet.

SCHRIJF MEE, word een pro!  >>

Thijs Kappen
goed verwoord, scherp, mild en enogszins speels. Relativering is (nog steeds) eigen aan Jan Remmerswaal.Leest plezierig.

Meer over Emotie management