Het cursusaanbod over duurzame bedrijfsvoering is ontoereikend…..

Cover stories

In een vorig blog vermeldden wij de uitkomsten van ons onderzoek naar de wijze waarop ‘doorsnee’ Nederlandse organisaties proberen duurzamer te worden. De conclusies stemden niet hoopvol. Veel instrumenten die ‘koplopers’ op het gebied van duurzaamheid toepassen en die een bewezen positief effect hebben op de meervoudige waardecreatie, worden door de meeste organisaties slechts zelden of zelfs verkeerd toegepast.

In dit blog staat scholing op het gebied van duurzaamheid centraal; iets waar weinig aan gedaan wordt. Een (korte) inventarisatie leert dat het cursusaanbod in Nederland weliswaar uitgebreid is, maar zich vaak op verkeerde zaken richt. Dat is jammer, maar het biedt ook kansen voor opleidingsinstituten en trainers om cursussen te ontwikkelen die wél waardevol zijn.

Om een organisatie te verduurzamen is verandermanagement nodig. Een gedegen aanpak is die met de benaming ADKAR. Je begint dan met het creëren van het besef dat er iets niet goed gaat in de organisatie en stimuleert de wens bij betrokkenen daar iets aan te doen. Vervolgens bied je kennis aan en zorg je ervoor dat mensen competent worden, zodat de veranderingen aanslaan. Dat gaat vast niet meteen helemaal goed, maar via feedbackinformatie en continue verbetering kom je steeds dichter bij de gewenste doelen.  Zie figuur 1.

pastedGraphic.png 

Figuur 1: het ADKARmodel.

Het cursusaanbod

We zien in de praktijk een groot aanbod van cursussen op het gebied van bewustwording dat we niet goed met de aarde en met elkaar omgaan en het stimuleren van de wens om daar iets aan te doen. Op zich prima, maar dat is niet meer dan een eerste, zeer beperkte en inmiddels wellicht zelfs overbodige stap. De meeste mensen weten intussen wel dat we duurzamer moeten handelen en of je de groep sceptici die er nog is via een cursus alsnog kunt overtuigen, is twijfelachtig.  

Daarnaast is er een behoorlijk aanbod van cursussen dat beoogt het kennisniveau van mensen te verhogen en hen door trainingen ook competent te maken die kennis toe te passen. We zien echter een opvallend patroon in het cursusaanbod hieromtrent. Ten eerste zijn er veel cursussen die gericht zijn op het voor veel organisaties binnenkort verplichte duurzaamheidverslag dat gebaseerd is op de richtlijn Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). Dat verslag is primair bedoeld om de stakeholders te informeren over de duurzame prestaties die het afgelopen jaar door de organisatie geleverd zijn en een nuttig bijkomend voordeel daarvan is dat de rapportage de organisatie ook de mogelijkheid geeft zichzelf een spiegel voor te houden. Wellicht is dat een prikkel om zaken te verbeteren. Maar in zichzelf leidt een duurzaamheidsverslag niet tot een duurzamer bedrijfsvoering, daar is meer voor nodig. Ook zien we tal van cursussen die als doel hebben te leren hoe je een duurzaam (overheids)beleid vormgeeft. 

Wat echter vaak ontbreekt zijn praktische cursussen die werkelijk tot duurzamer prestaties leiden

Soms zijn die er wel, zoals cursussen op het gebied van  ‘klimaat en duurzame techniek’, maar die zijn vooral gericht op adviseurs en niet op medewerkers van bijvoorbeeld commerciële bedrijven, zorg- of onderwijsorganisaties. 

Tot welke problemen dit leidt, werken we uit in de casus Ouderenzorg

Een middelgrote zorginstelling biedt onder meer verpleegzorg voor ouderen in een zevental vestigingen die over de stad verspreid zijn. 630 ouderen maken hier gebruik van. Al jaren lopen de energiekosten van de gebouwen op. De afgelopen jaren was er door de Covid-uitbraak en de oorlog in Oekraïne sprake van een unieke situatie met betrekking tot de energieprijzen, maar ook in de jaren daarvoor waren de energiekosten beduidend hoger dan de vergoeding die de instelling hiervoor ontving van de overheid. In 2018 was de vergoeding namelijk € 100 per bewoner per maand terwijl de werkelijke kosten € 137 per maand bedroegen, precies zoals het landelijk gemiddelde. Kortom, dit kost de organisatie bijna € 280 duizend per jaar. Als de organisatie erin slaagt de werkelijke kosten op het niveau van de vergoeding te brengen, leidt dat tot een fikse besparing. Dat financiële voordeel kan bijvoorbeeld besteed worden aan extra personeel, betere opleiding van personeel of een hogere kwaliteit van de maaltijden. Dat biedt sociale voordelen. En omdat een verlaging van de energierekening waarschijnlijk betekent dat minder energie verbruikt zal worden, zijn er ook ecologische voordelen te verwachten. Maar hoe pak je het aan? Dat vraagt Nelleke (52, hoofd Interne Dienst) zich af. Met haar opleiding Facility management en bijna 30 jaar ervaring is zij een doorgewinterde manager. Maar zijn er bouwkundige aanpassingen nodig, andere warmtebronnen of een andere vorm van installatietechniek? Zou gedragsverandering ook een oplossing kunnen zijn en hoe realiseer je dat? Weten we eigenlijk wel waardoor de kosten zo hoog zijn – in welke vestiging of op afdeling ze gemaakt worden, bijvoorbeeld – en zo niet, hoe kom je daar achter? Nelleke heeft geen idee. Zo zijn er nog wel meer zaken te bedenken die relevant zijn, want het is een complex probleem. Natuurlijk kun je een extern adviseur inschakelen, maar welke? En je weet: vraag je een bouwkundige, dan komt die vast niet met een oplossing om het gedrag van medewerkers of bewoners aan te pakken.

Het gros van de beslissers in organisaties is prima opgeleid om de problemen die we vroeger hadden op te lossen. Onze huidige problemen vergen echter een andere aanpak. En voor die aanpak is scholing hard nodig. Niet alleen scholing van adviseurs, maar zeker ook van de beslissers zelf, zodat ze begrijpen welke problemen ze hebben, waardoor ze veroorzaakt worden en welke oplossingsrichtingen tot een positieve meervoudige waardecreatie leiden. 

Er zijn veel meer voorbeelden van cursussen te bedenken die niet of nauwelijks worden aangeboden, maar waar een grote behoefte aan lijkt te bestaan. Onze samenleving wordt bijvoorbeeld steeds multicultureler en vergrijst ook in hoog tempo. Dat betekent wellicht dat je stijl van leidinggeven en taaktoedeling moet veranderen om de motivatie binnen de organisatie op peil te houden, uitval te beperken en te zorgen voor voldoende instroom van nieuwe mensen. De meeste managers hebben nooit geleerd hoe dat moet in de huidige situatie. Daar liggen dus kansen. Ook op het terrein van inkoop en logistiek liggen grote kansen.

Middelgrote en grote organisaties moeten in toenemende mate rapporteren over de gevolgen van hun bedrijfsactiviteiten voor andere organisaties in het productieketen. Waar je inkoopt, speelt dan een grote rol – niet per se voor jezelf, maar wellicht wel voor jouw klant. Immers, lever jij aan een groot supermarktketen producten, dan moet dat bedrijf rapporteren wat de arbeidsomstandigheden zijn en wat de ecologische belasting is bij hun toeleveranciers. Koop jij dus grondstoffen in die de toets der kritiek niet kunnen doorstaan, dan moet jouw klant dat melden. Die klant ben je dus in de toekomst kwijt. Maar hoe kom je er achter dat jij ‘verkeerd’ inkoopt? Een goede cursus kan uitkomst bieden om dat te achterhalen.

Veel organisaties willen graag verduurzamen, maar ze weten niet hoe ze dat aan moeten pakken. Dat is maatschappelijk bezien een groot probleem. Maar voor onderwijsinstellingen en trainingsinstituten is het ook een prachtige kans om in dit gat te springen. Uiteindelijk wordt iedereen daar beter van.

Theo van Houten is hoofddocent en onderzoeker bij het lectoraat future proof control van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en Egbert Willekes is sinds 1 januari 2024 benoemd als lector van datzelfde lectoraat.

 

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Meer over Duurzaam ondernemen