De werknemer 2.0 is aardig beschreven in het boekje Werknemer 2 punt 0 van het Nederlands Centrum voor Sociale Innovatie (www.nsci.nl). De CAO 2.0, die de arbeidsvoorwaarden voor de werknemer 2.0 regelt, is recent beschreven in een artikel in het vakblad Zeggenschap over Arbeidsverhoudingen (http://www.hs-a.eu/CAO2.0.pdf). Op YouTube is een 5-minuten durende filmpresentatie beschikbaar (www.youtube.com/watch?v=5ABSF9FwXKA).
De hamvraag wordt in deze publicaties echter niet beantwoord: hebben we te maken met een hype of hebben werknemer 2.0 en CAO 2.0 (de) toekomst?
Een hype is een verschijnsel dat tijdelijk bovenmatige media-aandacht krijgt en daardoor belangrijker lijkt dan het in werkelijkheid is. Wie op Google zoekt op werknemer 2.0 en CAO 2.0 komt niet zo heel veel verder dan de hiervoor genoemde publicaties. Van bovenmatige media-aandacht is in elk geval geen sprake.
Hebben de werknemer 2.0 en CAO 2.0 dan (de) toekomst? Het succes van BNN, Geen Stijl, Hyves, Twitter enzovoort lijkt de opkomst van de Iphone-generatie (anderen spreken van Einstein-generatie of screenagers) onomstotelijk te bevestigen. Zelfs Nederlands grootste telecommunicatiebedrijf heeft zijn succesvolle reclamespots vervangen door een rechtstreekse verwijzing naar deze generatie. Onderzoekers beschrijven de generatie die opgroeit met Internet en sociale netwerken en geleerd heeft 24 uur per etmaal informatie te kunnen raadplegen als slim, snel en sociaal.
Slim, snel en sociaal. Die eigenschappen passen niet bij de traditionele CAO die voorschrijft en regelt, maar vragen om een CAO die ruimte geeft en stimuleert om van die ruimte gebruik te maken. Ruimte voor afspraken over arbeidsvoorwaarden op ondernemingsniveau, ruimte voor individuele afspraken, ruimte voor veel keuzemogelijkheden: de CAO 2.0.
De CAO 2.0 zal er alleen kunnen komen als de werknemer 2.0 erover mee kan praten. Daarvoor is nodig dat ook werknemers die geen lid van een vakbond zijn mee kunnen praten en beslissen over de CAO 2.0. Immers, de organisatiegraad onder jonge werknemers is relatief laag. CAO-partijen - werkgevers(organisaties) en vakbonden - doen er verstandig aan de CAO 2.0 te gaan zien als hun gezamenlijk product dat door àlle werkgevers en werknemers (georganiseer én ongeorganiseerd) gewaardeerd moet worden. Als experts in arbeidsverhoudingen, ieder vanuit een eigen invalshoek, verantwoordelijkheid en achterban.
De vraag of de CAO 2.0 (de) toekomst heeft ligt mede in hun handen!
Deel uw ervaringen op ManagementSite
Wij zijn altijd op zoek naar ervaringen uit de praktijk, wat werkt wel, wat niet.
SCHRIJF MEE, word een pro! >>
Vakbonden, werkgeversbranches samen zijn de spil van het sociaal overleg. Wil je daarbij zijn en invloed hebben dan is het je wat waard en draag je bij. Voor niets gaat de zon op. Invloed die je niet samen bevecht is het niet waard om te hebben. Dat maakt lui en biedt nog meer achteroverleunend consumerend gedrag. Ook hierbij geldt dat je als individuele werknemer en werkgever een verantwoordelijkheid draagt voor het collectief.
Leon Vincken,
Een CAO wordt tot stand gebracht door een vakorganisatie en de wet bepaald dat die CAO voor alle onder deze CAO vallende functie, de rechten van de CAO krijgen.
Zodra niet georganiseerden inspraak willen hebben, dan gaan we praten over Arbeidsvoorwaarden per bedrijf en dus niet vallend onder een CAO.
Werkgevers zijn goed georgasniseerd in hun branch organisaties, maar werknemers hebben daar geen geld voor over, dan ook maar geen rechten op inspraak, wanneer we over de CAO blijven praten.
Misschien kunnen we terug gaan naar de Individuele Arbeidsovereenkomsten, de vraag is of de werkgevers daar op zitten te wachten.
Dus de uitdaging ligt bij de niet georganiseerde jonge werknemers, die denken dat zij het individueel kunne maken!