Welke stijlen komen bij cultuurverandering kijken?

Een groeiend bedrijf vraagt een cultuurverandering. Dat kan betekenen dat u uw managementstijl moet aanpassen. Wat zijn gewenste stijlen en hoe komt u tot dat zelfinzicht?

Een klein bedrijf kenmerkt zich door een sterke onderlinge saamhorigheid. De stijl van managen is erop gericht de diensten en producten te leveren die de markt vraagt. Elke werknemer weet wat hem te doen staat. Er hangt een familiale sfeer die het management ondersteunt en bevordert. Maar als het bedrijf een grote groeisprong maakt, is structuur nodig en tellen resultaten.

Herzien of verversen
Als uw bedrijf groeit is het zaak het management te herzien of te verversen. Nieuw bedrijfsstructuren vereisen nu eenmaal andere managementvaardigheden. Dat kan door het implementeren van nieuwe managementstijlen of door het afscheid nemen van managers die niet bereid zijn te veranderen.

Situationeel leiderschap
Groeiende bedrijven vragen om situationeel leiderschap. U past uw stijl van leidinggeven aan aan de situatie en aan de medewerkers. De een heeft meer baat bij instructie, een ander heeft genoeg aan coaching. U en uw managers moeten de medewerkers kunnen inschatten op competentieniveau en daarop de managementstijl aanpassen.

Begin met het vastleggen van de gewenste resultaten door de leidinggevende. Kijk dan hoe u die medewerkers het beste kunt sturen. Besef dat uw managementstijl en bijbehorend gedrag instrumenten zijn waarmee u kunt spelen om gewenste resultaten bij medewerkers te bereiken.

Managementstijlen

Instrueren
Nodig bij nieuwe medewerkers en bij medewerkers met onbekende taken. Het is een vlotte stijl, die kortaf en onaardig kan overkomen. Er is hierbij weinig aandacht voor de persoon zelf. Managers zijn vaak bang te betuttelend over te komen als ze deze stijl hanteren, maar het biedt in veel gevallen wel veiligheid. Nieuwe medewerkers zouden blokkeren als u hen een stapel mappen in handen duwt en zegt: ‘ga er maar mee aan de slag.’

Motiveren
Instrueren plus overtuigen. U bent nog steeds aan het instrueren, maar voegt er ook een persoonlijke noot aan toe. U legt uit waarom iets gedaan moet worden en overtuigd de medewerker van de noodzaak ervan en laat hem of haar de voordelen ervan inzien.

Coachen
Oog hebben voor wat iemand nog niet zelfstandig kan en doorvragen hoe dat komt, problemen herkennen, analyseren en aanpakken. Dat vraagt empatisch vermogen: goed kunnen luisteren, invoelen, de juiste vragen stellen en niet bang zijn om op het persoonlijk vlak te geraken.

Delegeren
Taken aan medewerkers overlaten.

(bron: ZIBB)