HRM was ooit de motor achter talentontwikkeling en cultuur. Maar wat gebeurt er als AI-agents én robots steeds meer werk overnemen? Bestaat HRM dan binnen enkele jaren nog wel, of transformeert het tot iets totaal anders: ARM – Agent Resource Management?
Ruim tien jaar geleden stelde ik in mijn column “Talentontwikkeling! Doet HRM nog mee?” hier op ManagemementSite de vraag of HRM er eigenlijk nog wel in slaagde talent te herkennen en te ontwikkelen. Ik beschreef hoe creatieve geesten, vaak langs HRM heen glipten. Lijnmanagers zagen hun potentieel eerder, terwijl HRM verzandde in administratie en procedure.
Vandaag is die vraag actueler dan ooit, maar in een ander daglicht. Want inmiddels gaat het niet meer om het herkennen van talent. De vraag is radicaler.
Bestaat HRM straks nog wel in een organisatie die steeds meer door AI-agents én robots wordt bevolkt?
Capaciteit als fundament
Ik gebruik het begrip capaciteit als het product van kennis, functiecultuur, en faciliterende omgeving om tot resultaat te komen.
Waar ik in 2014 nog schreef over het ontwikkelen van menselijke capaciteit, zien we nu hoe AI-agents en robots deze rol steeds verder overnemen.
Agents nemen het denkwerk over
AI-agents vullen inmiddels het cognitieve domein in. Ze verwerken enorme hoeveelheden data, herkennen patronen en nemen beslissingen. Waar mensen ervaring opbouwen door de jaren heen, trainen agents zich razendsnel op miljoenen datasets in een veel kortere tijd. Proceskennis is de software.
Zelfs de zachte kant van HRM – de functiecultuur – verdampt. Een AI-agent heeft geen overtuiging, motivatie, of empathie nodig. Waar geen mensen meer werken, is er geen cultuur meer te managen.
Robots nemen het doewerk over
Tegelijkertijd rukken robots op in het fysieke domein. In magazijnen rijden ze massaal rond om goederen te verzamelen. In de zorg delen ze medicatie uit en helpen ze ouderen bij dagelijkse handelingen. In de bouw werken autonome graafmachines, lasrobots en drones naast mensen. In de horeca brengen robots maaltijden naar de tafels.
Volgens Eurofound gebruikte in 2022 al één op de vijf grote Europese bedrijven industriële robots en één op de tien service-robots. Het rapport AI, Robotisering en Industrialisatie; de technieksector in 2030 voorspelt dat de komende jaren vooral productie en logistiek een enorme versnelling doormaken.
Van HRM naar ARM
Wat overblijft, is niet HRM in de klassieke zin, maar een nieuwe discipline: Agent Resource Management (ARM). ARM draait niet langer om het ontdekken van talent of het voeren van beoordelingsgesprekken, maar om het selecteren, configureren en managen van AI-agents en robots. Welke digitale en fysieke werkers zetten we in, hoe werken ze samen, hoe monitoren we prestaties en compliance, en wanneer vervangen we ze door betere modellen? Waar HRM zich bezighield met motivatie en ontwikkeling, richt ARM zich op architectuur, auditing en algoritmes.
Het gebeurt al
Dit is geen toekomstmuziek. Callcenters laten meer dan tachtig procent van de klantvragen afhandelen door AI. Recruitmenttools screenen kandidaten volledig digitaal. Magazijnen worden leger aan mensen en voller met robots. In zorginstellingen draaien proefprojecten met zorgrobots die taken van verpleegkundigen verlichten.
De cijfers bevestigen de trend. Volgens de AI-monitor 2024 van het CBS gebruikt inmiddels 23 procent van de Nederlandse bedrijven met tien of meer werknemers AI-technologie, vooral in administratie en marketing. De SER wees in haar advies AI en Werk (mei 2025) bovendien op de groeiende rol van autonome robots in distributiecentra en de zorg.
De nieuwe professionals
De ARM-professional van de toekomst is geen psycholoog of arbeidsjurist meer, maar een tech-savvy organisatiekundige met een ethisch kompas. Hij of zij begrijpt hoe AI-agents en robots werken zonder zelf te programmeren, ontwerpt hybride teams van digitale en fysieke werkers en bewaakt wetgeving, veiligheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid. Hun opleiding zal eerder een mix zijn van bedrijfskunde, data science, robotica en ethiek dan van psychologie en arbeidsrecht.
Wat managers nú al kunnen doen
Managers hoeven niet te wachten. Ze kunnen nu al inventariseren welke taken in hun organisatie door agents of robots worden uitgevoerd. Ze kunnen scenario’s opstellen: welke HRM-processen verdwijnen, welke transformeren? En ze kunnen klein beginnen door iemand aan te wijzen die optreedt als “agent- of robotbeheerder”. Wie wacht tot ARM vanzelf vorm krijgt, loopt achter de feiten aan.
Een vleugje tegengeluid
Toch blijft de vraag of het wenselijk is om HRM volledig door agents en robots te vervangen. Willen we organisaties zonder cultuur, zonder menselijke maat? Of overschatten we de capaciteit van technologie en blijft er tóch een rol voor menselijke ervaring en morele keuzes? Deze vragen zullen managers en bestuurders niet langer kunnen negeren.
De prikkelende vraag
Toen ik in 2014 schreef over talentontwikkeling, was mijn vraag: “Doet HRM nog mee?” Vandaag stel ik een radicalere vraag: “Bestaat HRM straks nog wel?”
Want in de wereld van morgen zijn mensen niet langer het kapitaal, maar de architecten van digitale én fysieke arbeid.
Gerelateerde artikelen
HRM en Opleiding & Training in 1 A4tje
Willem Mastenbroek
De Onontkoombare Paradox: HRM, Leiderschap en Cultuur in het Tijdperk van AI, Robotica en de Komst van AI-Agents
Willem E.A.J. Scheepers
Deel uw ervaringen op ManagementSite
Wij zijn altijd op zoek naar ervaringen uit de praktijk, wat werkt wel, wat niet.
SCHRIJF MEE >>
Als u 3 of meer artikelen per jaar schrijft, ontvangt u een gratis pro-abonnement twv €200,--
Agent Resource Management (ARM) is de volgende stap in organisatieontwikkeling: het managen van zowel menselijke als digitale medewerkers — agents die met AI zelfstandig taken uitvoeren, leren en samenwerken. Ze nemen werk over, maar ook beslissingen. Daarmee verschuift de vraag van hoe we mensen aansturen naar hoe mensen en agents samen waarde creëren.
Maar is het niet te vroeg om Human Resource Management (HRM) af te schrijven, vragen sommige mensen. Juist nu algoritmen en agents steeds meer bepalen wat efficiënt is, blijft de mens het morele, creatieve en verbindende kompas van de organisatie. Waar ARM snelheid, data en voorspelbaarheid brengt, levert HRM betekenis, empathie en richting.
Naar aanleiding van mijn verhaal hier, stelde iemand mij de vraag:
Kan ARM ooit begrijpen wat mensen werkelijk drijft?
Of is het ouderwets te geloven dat intuïtie beter is dan data?
En is de toekomst misschien geen strijd, maar een coalitie tussen HRM en ARM – waarin mens en machine elkaar versterken?
Is het niet eerder combineren van de sterke kanten van HRM: mensgerichtheid, ethiek, organisatiecultuur met die van ARM. Want ARM heeft bepaalde zwakke kanten: gebrek aan gevoel, context en moreel bewustzijn, maar wel sterk in accuraatheid, repetitief werk, wordt nooit moet en is vele malen goedkoper.
De echte vraag is volgens sommigen dus niet wie wint, maar wie de regie houdt: De mens over de agent, of de agent over de mens?
En dus moeten mensen regisseurs worden in plaats van managers die plannen, organiseren, leidinggeven, coördineren en controleren? Waar houdt dan de taak in van de mens als regisseur? Want de verandering is aanstaande en als HRM niets doet, dan zal HRM iets worden aangedaan.