Wie is aansprakelijk voor de betaling vennootschapsbelasting bij verkoop?

De regelgeving over de verkoop van vennootschappen waarvan de bezittingen voor belangrijke mate uit beleggingen bestaan geeft aan dat de dga aansprakelijk is voor de betaling van de vennootschapsbelasting. Het gaat hierbij specifiek om de aansprakelijkheid van de directeur-grootaandeelhouder (dga) voor de te betalen vennootschapsbelasting (VPB) over de fiscale en stille reserves bij verkoop van zijn bv. Voorheen kreeg een dga van zo’n bv bij verkoop te maken met een aansprakelijkheid voor de te betalen VPB, als er bij de bepaling van de verkoopprijs onvoldoende rekening was gehouden met te betalen VPB over aanwezige fiscale en stille reserves. Deze voormalige aansprakelijkheid werkt terug tot drie jaar voorafgaand aan de verkoop. De dga was echter niet aansprakelijk als hij de fiscus zekerheid kon verschaffen of kon stellen dat de onbetaalde VPB niet aan hem te wijten was (disculperen). Mede aan de hand van twee arresten van de Hoge Raad (ECLI (verkort): 2150 en 1525) heeft het kabinet besloten om deze disculpatiemogelijkheid aan te scherpen.
Op dit moment is er een risicoaansprakelijkheid van kracht. Disculperen is niet meer mogelijk in geval van aansprakelijkheid voor VPB die betaald had moeten worden over een herinvesteringsreserve; of over een (stille) reserve die is verbonden aan activa die binnen zes maanden na de aandelenoverdracht wordt vervreemd. Met een bankgarantie of hypotheekrecht kan een dga ervoor zorgen dat hij het risico op aansprakelijkheid afwentelt op een derde. De disculpatiemogelijkheid krijgt hierdoor het karakter van risicoaansprakelijkheid.
Word pro

Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 283 vragen en antwoorden over Vennootschapsbelasting.