Wanneer is sprake van thin capitalisation?

Als hoofdregel heeft de wetgever de norm gesteld op 1:3 oftewel in woorden het gemiddeld vreemd vermogen mag maximaal driemaal het gemiddeld eigen vermogen bedragen. De norm is verzacht in de zin dat alleen een teveel aan vreemd vermogen aanwezig is wanneer het “teveel” EUR 500.000 (franchise) te boven gaat. Voor de bepaling van de omvang van het vreemd vermogen telt alleen het saldo van de verschuldigde geldleningen en de uitstaande geldleningen mee. Voorts worden fiscaal toelaatbare reserves niet als eigen vermogen in aanmerking genomen.
Word pro

Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 283 vragen en antwoorden over Vennootschapsbelasting.