Welke regels gelden voor het afschrijven van onroerende zaken binnen de winstsfeer?

Bij onroerende zaken moet de afschrijvingsstaat op grond van goedkoopmansgebruik worden opgesteld. Hierbij mag niet van de bedrijfseconomische componenten benadering worden uitgegaan maar moet de zaak als één bedrijfsmiddel worden gezien. Vervolgens is afschrijven mogelijk totdat de bodemwaarde is bereikt. Als de eigenaar het pand verhuurt, is de bodemwaarde gelijk aan honderd procent van de WOZ-waarde. Als de eigenaar het bedrijfspand zelf in gebruik neemt, is de bodemwaarde vijftig procent van de WOZ-waarde. Met andere woorden: hoe hoger de WOZ-waarde, hoe sneller de grens van afschrijvingen is bereikt.
Het uitgangspunt van de afschrijving is de aanschafwaarde van het pand. Dat is de koopsom inclusief de aankoopkosten, zoals notariskosten, makelaarskosten en overdrachtsbelasting. Verder geldt het criterium dat er alleen mag worden afgeschreven over het deel van het pand dat daadwerkelijk wordt gebruikt.
De voorwaarden van de Belastingdienst zijn:
  • de bedrijfsruimte kan nog minimaal vijftig jaar mee;
  • de hoogte van de afschrijving hangt af van de gebruiksduur van het pand;
  • er moet rekening gehouden moet worden met de restwaarde van het pand en
  • er mag niet worden afgeschreven over grond.
Word pro

Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 283 vragen en antwoorden over Vennootschapsbelasting.