Tooth-to-tail ratio: overhead bij een hoger geweldsniveau

Columns

‘Ruif-etertjes en verborgen werkeloosheid....’ waren de laatste woorden die ik opving van een telefoongesprek in de stiltecoupe in de 1e klas afgelopen vrijdag. Een duidelijk geïrriteerde jonge consultant blies even mobiel stoom af tegen een collega. De markt was dramatisch. Dag en nacht was hij aan het werk om nieuwe projecten binnen te halen en dan werd hij vervolgens intern ook nog eens lastig gevallen met eindeloze meetings over onbenullige zaken, complexe procedures, een halve mailbox vol onzinnige interne berichtjes, verplichte coachingsgesprekken en veel, heel veel bemoeials; ‘hoe kun je nu toch zo je werk doen, verzuchtte hij’.

Jeuk en uitslag kreeg hij van alle collega’s die hem moesten ‘supporten’ in zijn werk. Ze bemoeiden zich met zijn offertes, zijn projectadministratie, zijn projectrisicoaudits, zijn calculaties, de persoonlijke ontwikkelingsplannen van zijn team, zijn lead-, acquisitie-, offerte- en deelprojectcodes, neuzelden over zijn facturen, verzonnen de een na de andere nieuwe kwaliteits- ARBO- en milieurichtlijn, berekenden het privégebruik van zijn mobieltje en blokkeerden tenslotte zijn volle mailbox. En, ze bemoeide zich vooral met elkaar in de volle vergaderzaaltjes met belegde broodjes en melk... met maar een doel: jou te belemmeren ook maar een enkel productief uur bij klanten te maken. En dat allemaal in die stiltecoupe in de eerste klas tussen Amersfoort en Amsterdam.

Stof tot nadenken. Bij Defensie kennen we de tooth-to-tail ratio. De verhouding tussen de ‘tanden’ van de krijgsmacht en de ‘staart’ daarvan. De tanden zijn daadwerkelijk gevechts- en direct gevechtsondersteunende militairen (infanterie, cavalerie en artillerie), die tegen de vijand vechten, de staart is het ondersteunend personeel op administratieve, dienstverlenende, facilitaire en staffuncties. Die staart vertraagt direct je opereren, als je staart niet goed hebt gedimensioneerd. Die staart moet je steeds opnieuw scherp in de gaten houden, anders kom je niet meer aan opereren toe.

Zo zouden we ook moeten kijken naar alle overhead in onze organisaties. Welke waarde creëert die staart voor de organisatie nu, vandaag. Of vernietigt die staart juist waarde in de huidige, lastige marktomstandigheden? Wat levert die ondersteuning bij offertes nu echt op? Daadwerkelijk meer resultaat in de markt? Wat levert dat gedoe met acquisitie- en klantcodes op? Daadwerkelijk minder betalingsproblemen? Wat levert die nieuwe kwaliteitsprocedure op? Daadwerkelijk meer klanten en meer winst? Betekenen al die HR-procedures nu ook meer productieve uren en een hogere klanttevredenheid?

Meten is weten! De oude vertrouwde Overhead Value Analyse mag weer uit de kast. Wat is elke stukje overhead in geld waard? Laten we die combineren met Six Sigma en Lean Thinking en het gevecht met het overheadmonster aangaan.

Defensie praat over opereren op een steeds hoger geweldsniveau. Juist dan moet je geweldig goed samenwerken met de staart. Die staart is immers de polsstok voor het militaire optreden. Die staart past zich daarom steeds opnieuw aan, aan wat er voor het militaire optreden nodig is. En daarin zit de crux. Is er ook niet sprake van een steeds hoger geweldsniveau in onze organisaties vandaag? De tanden moeten scherper dan ooit zijn.

Is de overhead in jouw organisatie het laatste jaar echt aangepakt? Levert die overhead vandaag de dag waarde voor wat er echt toe doet? Of.... willen we het eigenlijk niet weten. Tijd om eens met elkaar in gesprek te gaan.

Walther Ploos van Amstel.

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Jos Steynebrugh
<p>
<p>Walther,</p>
<p>bij het lezen van je column moest ik direct denken aan ABC ofwel Activity Based Costing  (Kaplan / Bruns 1987).</p>
<p> </p>
<p>Bij deze methodiek worden zowel bijdrage aan gepercipieerde kwaliteit / performantie als kosten in tijd en/of geld van elke activiteit toegewezen aan een product / dienst of eventueel een klantengroep. Kan ook heel goed op projectbasis.</p>
<p> </p>
<p>De moeilijkheid “arbitrair toewijzen van overhead” (voorbeelden: salaris / bonus directeur) kan eenvoudig worden opgelost: laat de directie een tijdje uurtjes schrijven.</p>
<p>Wie weet wordt het tòch nog gezellig . . . .</p>
<p> </p>
<p>Groet,</p>
<p>Jos Steynebrugh</p>
<p>Marketing &amp; Innovatie Consulent</p>
<p>www.changeenhancement.nl</p>
</p>
Jos Steynebrugh
<p>
<p>Vorige week maandag morgen: breekgeluiden voor mijn deur. Even kijken. Aha, Versatel moet iets aansluiten / repareren aan hun netwerk dat onder de stoeptegels ligt. ’s Middags zijn ze klaar en de kuil is dichtgegooid. De stoeptegels liggen keurig opgestapeld tegen de gevel, de kuil is dichtgegooid maat niet betegeld. Het geheel is omrand met “politie-tape” . Da’s onnodig, want er kan sowieso niemand over struikelen omdat het gat stoepbreed is, vooral de senioren uit de naburige verzorgingsflat niet. Zo blijft het liggen. De maandag erop (7 dagen later dus reeds) is de plek nog steeds niet dichtgetegeld. Ik besluit even te bellen. Twee uur daarna: weer de wagen van Versatel. De stoep wordt dichtgemaakt.</p>
<p>Nu is mijn nieuwsgierigheid gewekt. Dus ik loop erheen en informeer belangstellend waarom het een week open is blijven liggen. Geen idee, luidt het antwoord, dan moet je bij de Gemeente wezen.</p>
<p>Ik snap het niet. Ja, maar jij bent van Versatel . . . . toch? Ja, wel degelijk, meneer, maar kijk: wij zijn technici en derhalve niet gekwalificeerd om een stoep dicht te leggen: da’s vakwerk.</p>
<p>Wat de exacte oorzaak van deze “werkwijze” is blijft voor mij verborgen. Mijn fantasie bedenkt mogelijke oorzaken. Planningsfoutjes? Stratenmakers op vakantie? Printer defect? Gewoon vergeten? Juridische aansprakelijkheid? Vergaande bemoeienis van de stratenmakervakbond? Foutje in de  procesplanningssoftware? Polderkoorts? Domheid? Vakantiekracht? Tweeverdieners? Ingestorte invalskracht? Geen idee!!!</p>
<p>Ik snap het nog steeds niet. Ja, maar nu doe jij het tòch, ondanks dat “het niet mag”, toch?</p>
<p>Kijk, meneer, dit is een haastklus, dus mag het wèl. Maar er komt een inspecteur van de Gemeente kijken of het goed is. Het duurt een aantal seconden voordat de naakte horizon-tot-horizonbrede  Kafkaiaanse werkelijkheid in zijn volle omvang tot mijn rechtlijnige hersens is doorgedrongen.</p>
<p>Ennuh, als het nou niet goed is? informeer ik belangstellend.</p>
<p>Een oor-tot-oor-brede grijns verschijnt op het gezicht van de gekwalificeerde technicus.</p>
<p>Nou, gewoon, dan gaat ie weer open.</p>
<p>Groet,</p>
<p>Jos Steynebrugh</p>
<p>Marketing &amp; Innovatie Consulent</p>
<p>www.changeenhancement.nl</p>
</p>

Meer over Crisismanagement