De Strijd om de Lijst

Columns

Staat u op de lijst met cruciale beroepen? U weet wel, die lijst van beroepsgroepen die door onze rijksoverheid cruciaal zijn verklaard “om de samenleving draaiende te houden tijdens de Covid-19-uitbraak.” Of doet u iets belangrijks op de lijst met ‘cruciale processen’? Ik niet. Niet meer. Ik droom ervan. Een nare droom. Ik droom als in een slechte film: De strijd om de lijst.

In de vroege ochtend van 16 maart werd ik met een schok wakker – mijn vrouw, onderwijzeres, stond erop, ik niet. Op slag waren de statusverschillen omgedraaid hier in huis. Dacht ik altijd met iets belangrijkers bezig te zijn geweest dan zo’n klasje, nu deed ik er niet meer toe. In mijn dromen kwamen allerlei scenario’s voorbij van Hollywoodfilms – nog voordat ik me realiseerde dat het met Hollywood weleens gedaan kon zijn – die over een paar jaar zullen draaien in de ook dan lege bioscopen. Ze gaan over de tijd waarin we nu leven. Het was de morning after. De dag na de publicatie van de lijst. Ik baadde in het zweet.

Love in the Time of Corona, was er zo’n scenario dat door m’n hoofd ging. Een remake van de verfilming van het prachtige boek van Gabriel García Márquez over tijd dat de cholera over de aarde raasde.

Maar meteen maakte deze romantische gedachte plaats voor het scenario voor iets in een heel ander genre; een griezelige zombie film. In het post-coronale Amerika waren de bankzitters in opstand gekomen. Met wezenloze blikken in hun holle ogen kwamen ze op muziek van Michael Jackson op de mensen af die probeerden de boel draaiende te houden. In dichte drommen verzamelden ze zich rond de intensive care, waar een arme drommel lag te vechten voor zijn leven. Een radeloze ziekenhuis-schoonmaker, gespeeld door Tom Hanks, wendde zich via zijn mobiel tot de wereld. Red mij… Houd afstand…

Ik weet niet hoe het afliep. Ik zat rechtop in bed. Ik probeerde de film die nog gemaakt moest worden uit m’n kop te krijgen. Maar telkens keerden flarden terug. ‘De strijd om de lijst’ bleek een actiefilm die naar goed Amerikaans gebruik buitengewoon gewelddadig was. Grote ondefinieerbare klodders mens dropen van de ramen van de IC op de tegenvloer, voor de mop van Tom Hanks. Onze held kon nog net in een tergend lang uitgesponnen scene tegen zijn kinderen zeggen dat hij van ze hield. Kinderstemmetjes riepen terug ‘We love you too daddy’. Daarna begaven de gebarricadeerde deuren van de IC het en vlogen open. De zombies met hun lelijke van het bankzitten gemuteerde decubitus lijven stormden naar binnen. Zwart.

Dan volgen flashbacks. Aanvankelijk waren de mensen op de lijst met cruciale beroepen als helden toegejuicht. Salarisverhoging – eindelijk – en applaus – eindelijk – viel hen ten deel. Ze werkten zich drie slagen in de rondte en beelden van uitgeputte artsen en verpleegkundigen gingen de wereld over in berichten met honderd hartjes. Als ware frontsoldaten vielen ze bij bosjes. Overal kwamen solidariteitsacties op gang. Bakvissen stuurden liefdesbrieven naar het front.

Maar dan draait het verhaal. De frontwerkers muteren. Zij ontwikkelen iets dat al snel het grootste, meeste begeerde, goed op aarde is: groeps-immuniteit. En terwijl iedereen bang in thuis-quarantaine zit, steken zij bevrijd van angst voor besmetting de koppen bij elkaar. Opstand. Weg met al die mensen die ons het leven zo zuur gemaakt hebben!! Zij richten de lijst der lijsten op: Dè Lijst. En omdat verder niemand naar de stembus kan, winnen ze de verkiezingen.

Ging de lijst aanvankelijk om mensen die recht hadden op kinderopvang, nu was op de lijst staan een kwestie van leven of dood. Iedereen probeerde erop te komen. Zo ging het echt:

Zodra de werkweek begon kwamen de belangenbehartigers van beroepen die niet als cruciaal waren aangemerkt in actie. De Partij voor de Dieren stelde meteen de dag na publicatie Kamervragen om dierenartsen ook op de lijst te krijgen. En zo trokken ook de advocaten in Den Haag aan de bel.

Dat deed ook de beveiligingsbranche. “Het is toch onbestaanbaar dat beveiliging geen cruciaal beroep zou zijn in dit land”. Ze werden, zo zei de minister, geacht verdekt op de lijst te staan: “Ook als je een onmisbare functie vervult ten behoeve van een van deze cruciale beroepsgroepen, kun je een beroep doen op kinderopvang”.

In mijn dromen ging het voort. Al gauw meldden zich ook de managers. En hoewel het nog nooit zo goed was gegaan met het organiseren van het cruciale werk in de frontlinie, wisten zij zich toch op de lijst te werken met het afgekloven argument dat mensen nu eenmaal leiding nodig hebben. In hun kielzog volgden de consultants. En de auteurs van Managementsite. Gevolgd door de managers van die consultants. Die richtten ‘de Lijst managers van consultants van managers’ op en stuurden hordes lobbyisten – sowieso een groep die overal immuun voor lijkt - naar Brussel om allerhande ingewikkelde regelgeving voor elkaar te boxen die mensen in cruciale beroepen nu eenmaal niet begrijpen. Waardoor ze leiding nodig hebben…

Nu maalt het maar door in m’n hoofd. Zou ik dan toch besmet zijn?

Bah, wat een slechte film.

PS Hier is DE LIJST.

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Meer over Verwaarlozing en organisatierot