Slecht gedrag van leerlingen

Slecht gedrag van leerlingen is het grootste probleem in het onderwijs. Nederlanders vinden dat het scholieren ontbreekt aan besef van normen en waarden.

Voor dit jaarlijks onderzoek naar opinies over het onderwijs zijn ruim duizend Nederlanders en 1100 ouders van schoolgaande kinderen in het basis-, voortgezet, middelbaar beroepsonderwijs en hoger onderwijs ondervraagd. Nederlanders maken zich vooral zorgen over wangedrag op basis- en middelbarescholen.

Aan de scholen ligt het echter niet: die schenken volgens de geënquêteerden voldoende aandacht aan discipline, sociale vaardigheden en normen en waarden. Ook veiligheid is steeds meer een punt van zorg, hoewel een grote meerderheid van de ondervraagde ouders vindt dat hun kind zich op school veilig voelt.

Vorig jaar maakten ouders zich vooral druk over het tekort aan leraren. Op dat punt zijn zij nu meer gerustgesteld. Ook over het uitvallen van lessen maken ouders zich minder zorgen, terwijl dit in feite niet is verminderd. In het voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs breken ouders zich vooral het hoofd over de hoge bedragen die ze kwijt zijn aan studieboeken en ouderbijdrage.

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Dennis Spoel
De oplossing voor dit probleem moet gevonden worden in het delen van het ouderlijk gezag tussen onderwijsinstellingen en ouders. Nu is het zo dat onderwijsinstellingen zich vooral richten op kennisoverdracht en slechts in beperkte mate met opvoeden. Zij zien dit als een taak van de ouders. Steeds meer ouders hebben echter behoefte om (een deel van) de opvoeding uit te besteden. Al hun energie wordt gevraagd op hun werk en hun sociale leven. Een andere trend die parallel loopt is de ouderlijke behoefte aan buitenschoolseopvang en kinderdagverblijven. En de laatste trend is het fenomeen hangjongeren. Na schooltijd vervelen jongeren zich te pletter omdat er op straat niet meer gespeeld kan worden. Dat uit zich onder meer in vandalisme. De enige juiste reactie hierop is om de school de plek te laten worden waar jongeren (van 0 tot 16) 's ochtends om 07.00 uur door de ouder worden gebracht en 's avonds voor 19.00 uur weer worden opgehaald. In de tussenliggende tijd hebben de kinderen hun tijd actief besteed aan schoolse activiteiten, huiswerk, sport, spel, cultuur, ontspanning en algemene vorming.

Scholen moeten dan ook het ouderlijk gezag kunnen uitoefenen, inclusief de "opvoedkundige tik". Scholen zullen ook samenwerking moeten zoeken met o.m. sportverenigingen, scouting, jeugdzorg, recreatiecentra en kinderopvang.
Verder zullen scholengemeenschappen ontstaan waarin peuter-, kleuter-, primair- en voortgezet onderwijs één logische keten vormen. Dat kost geld, maar levert ook veel meer op.

Opzetten van projecten als de brede school en de veilige school zijn een goede eerste aanzet.