Politiek van de snik?!

Columns

In het pinksterweekend had ik uitgebreid de tijd om de dikke zaterdagkrant te lezen. Daarbij stuitte ik op de column van Martin Sommer (Volkskrant, 11 juni 2011), getiteld Politiek van de snik. Sommer kan wel een lesje storytelling gebruiken. Want verhalen zijn veel meer dan een retorische truc om emoties in de strijd te werpen, zoals hij suggereert. Ze geven betekenis aan rationele afwegingen, feiten en cijfers, aan de bovenstroominformatie. Dat heeft niets te maken met (goedkoop) effectbejag! Dat je tegenover een verhaal altijd een ander verhaal kunt zetten, is waar. De kracht van verhalen zit daarom in de patronen.

Sommer startte zijn column zo: “PvdA-leider Job Cohen haalde premier Mark Rutte donderdagavond naar de Kamer voor een instantdebat over de bezuinigingen en ‘de meest kwetsbare mensen’. [….] Cohen had voor zijn bijdrage de slechtziende Maartje uit Zoetermeer gevonden, een jonge vrouw die viervoudig gepakt gaat worden, met haar Wajong, haar kinderopvang, haar persoonsgeboden budget (pgb). Maartje had werk bij het doven- en blindennetwerk en ‘laat het kabinet nou net bij dit soort netwerken flink gaan snoeien.’

Tegen de ellende van Maartje viel voor Rutte niet op te redeneren met zijn harteloze percentages en getallen. Daarna kwam Jolanda Sap van GroenLinks. Zij had Han. Han zit in een rolstoel. Arie Slob van de ChristenUnie was Bart tegen het lijf gelopen, met zijn spierziekte. Bart heeft huursubsidie, jongeren-wao en een pgb.
Tegen zoveel leed begin je als bezuinigende premier niet veel. En dat is het bezwaar: het is politiek van de snik, om zo uit te pakken met schrijnende gevallen.“

Wat Cohen, Sap en Slob hier doen, heeft niets te maken met politiek van de snik bedrijven. Wat ze wel doen, is betekenis geven aan bezuinigingsmaatregelen. De verhalen doen niets meer of minder dan laten zien hoe de maatregelen uitpakken. En dat lijkt me ook precies wat beleidsmakers en besluitvormers moeten weten: wat de consequenties van hun plannen en voorgenomen maatregelen zijn. Om vervolgens af te wegen of zij die consequenties ook willen aanvaarden. Zo ja, dan is een maatregel in de breedte afgewogen. Je mag als burger van dit land hopen dat dit eerder regel dan uitzondering als er zo wordt geopereerd. Kom maar op dus, met de Maartjes, Hannen en Barts!

Exemplarisch

Wat wel relevant is, is de vraag in hoeverre de verhalen van Maartje, Han en Bart representatief zijn. Daarom is het belangrijk om meerdere verhalen te verzamelen. Wanneer die verhalen duidelijke patronen laten zien, weet je dat je niet met incidentsituaties te maken hebt. Wanneer de verhalen van Maartje, Han en Bart dus weliswaar verhalen zijn van individuen, maar exemplarisch zijn voor de verhalen van een grote groep mensen, zijn ze enorm krachtig. De opmerking van Sommer “Ik denk wel in mijn slechtheid: hoe lang heeft Cohen moeten zoeken voordat hij vierdubbelgepakte Maartje uit Zoetermeer had opgescharreld? “ is in dat opzicht zo slecht niet. Als de Maartjes in dit land slechts met een lantaarntje te vinden zijn, is dat reden om Cohen politiek van de snik te verwijten. Zo niet, dan kunnen we zijn ‘retorische truc’ zien als waardevolle betekenisgeving. Ik hoop van harte dat Cohen, Sap en Slob zich daarvan bewust zijn.

Bij elkaar geritseld

Even verderop in zijn column schrijft Sommer: “In retorisch opzicht zijn die Maartjes, Hannen en Barts onverslaanbaar. Toch is de vraag of de oppositie er veel mee opschiet. Individuele gevallen zijn er immers ook aan de andere kant van het spectrum Iedereen hoort op verjaardagen over kleine fraudeurs, gezinnen waar alle deelnemers voor elkaar ‘een pgb’tje’ hebben geritseld.”

Ik weet niet waar Sommer op verjaardagsvisite gaat; het is mij nog nooit overkomen dat ‘bij elkaar geritselde pgb’tjes’ op zo’n partijtje breed worden uitgemeten. Maar stel dat het wel zou gebeuren. Maakt zo’n verhaal de verhalen van Maartje, Han en Bart onbruikbaar? Omdat de stand 1:1 is? Zeker niet! Ook hier gaat het om aantallen en patronen. Het zal best zo zijn dat er wordt gefraudeerd met pgb’s. Het gebeurt immers met iedere subsidie, uitkering en tegemoetkoming in de kosten. Het is vervelend om het onder ogen te moeten zien, maar kennelijk zit er iets in de menselijke natuur wat dat mechanisme in gang kan zetten. Het is een vervelend, frustrerend en kwalijk patroon. Maar moet daarom uiteindelijk iedere uitkering worden uitgekleed als het ons even niet voor de wind gaat?

Regelreflex

Ik ben in het afgelopen jaar betrokken geweest bij een prachtig project van de provincie Gelderland. Samen met bestuurders, directies, medewerkers en cliënten in zorg, wonen en welzijn gingen we op zoek naar verhalen over initiatieven die er zijn om mensen zo veel mogelijk zelf te laten bepalen hoe zij willen leven, ook als zij ouder worden of met een beperking worden geconfronteerd. Waar iedereen het meeste last van had, was beperkende regelgeving. Erg vaak bleek die beperkende regelgeving het resultaat van regelreflex: de kramp waarin we schieten als er misbruik van een maatregel wordt gemaakt en die ertoe leidt dat we met nieuwe regels de boel proberen dicht te timmeren. Net zolang tot de situatie onwerkbaar wordt. Zo onwerkbaar dat iemand heel beeldend beschreef hoe 50% van de overheadkosten van zijn instelling het gevolg zijn van dat soort regelgeving.

Tegenover een verhaal is altijd een ander verhaal te zetten. Weer gaat het om de aantallen, de patronen. In de situatie waar Sommer aan refereert, is er aan de ene kant het patroon dat kwetsbare mensen erg hard getroffen worden door voorgenomen maatregelen. Dat moet je onder ogen willen zien. Aan de andere kant is er het patroon dat er met vrijwel iedere regeling gefraudeerd wordt. Ook dat moet je onder ogen willen zien. Vervolgens moet je de afweging maken wat je het zwaarst vindt wegen.

Verhalen geven inzicht en betekenis. Dat maakt ze tot een waardevol instrument. In organisatieverandering, in communicatie én in (politieke) besluitvorming. Dat laatste gebeurt mij eerlijk gezegd nog te weinig. Ik hoop dat Cohen, Sap, Slob en andere beleidsbeïnvloeders zich dan ook niets van Sommer aantrekken!

©Annet Scheringa, TheStoryConnection
TheStoryConnection helpt organisaties om in een vroeg stadium commitment te krijgen voor veranderingen, zodat die sneller en met minder weerstand worden gerealiseerd. www.thestoryconnection.nl.

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Herman De Pagter
Dag Annet,

Laat ik zeggen dat ik het er mee eens kan zijn met wat je schrijft. Verhalen geven inderdaad inzicht en betekenis. Maar vergeet niet dat in de aangehaalde voorbeelden over Bart, en wie dan ook, een dikke laag sociale mededogen zit. In Nederland doen dit soort verhalen het beter dan de rechtse voorbeelden over de ondeugden van allochtone jongeren of de illegale illegalen. En weten we niet allemaal dat die arme stakkers van een arbeiders die zwaar werk verrichten, en niet na hun 65ste kunnen doorwerken, na hun reguliere werktijden incl. het weekend zwart bijklussen? De meerderheid van de Nederlanders lijkt een beter gehoor te hebben voor de 'zielige' voorbeelden. Dit maakt het dat er geen objectieve afwegingen kunnen plaatsvinden, daar er bijvoorbaat al een voordeel is voor de al dan niet frauderende minder bedeelden. Al dat sociale gesnotter, maakt me wee.

Meer over Emotie management