Onze economie is in gevaar door gebrek aan visie

Columns

Recent schreef Walther Ploos van Amstel binnen dit gremium een interessante column over logistiek in het kader van de verguisde Betuwelijn. Een zeer goed stuk, al was het alleen al om de prikkel die het losmaakt. Ik wil Walther en anderen een beetje terug prikkelen.

Recent liet Zalm in het NRC weten dat door de extra tegenvallers die het kabinet heeft, impulsinvesteringen in onderwijs en infrastructuur zullen worden uitgesteld. Een voor mij onbegrijpelijke insteek van een liberale minister. Samen met de visieloze plannen en massaontslagen bij Defensie, zorgelijke zaken. Massa ontslagen zijn slecht voor het BNP, immers minder arbeidsproductiviteit en consumptie zijn het gevolg. Daarbij is het, het verschuiven van het probleem, zeker als de initiator van het ontslag de overheid is. Een besparing op het ene departement (Defensie), wordt een probleem extra op het andere (Financiële Zaken – minder belastinginkomsten -, Sociale Zaken – meer uitkeringen). Ten aanzien van onderwijs en infrastructuur begrijp ik het nog minder. Dit land profiteert nog steeds van de kenniseconomie, onder meer omdat het onderwijs vroeger op zeer hoog niveau stond. Dat niveau staat het laatste decennium onder druk; impuls en stimulering is gewenst, nee een essentie. Naast de kenniseconomie kent dit land een geografische en economische ligging welke het mogelijk heeft gemaakt dat we een heel belangrijke rol spelen in de logistieke bewegingen binnen de EU. Rotterdam, Amsterdam en Schiphol spelen in dat concert belangrijke partijen.

Met de uitbreiding van de EU, thans onvermijdelijk, is het van essentieel belang voor Nederland heel snel te komen met een logistieke visie, met een economisch plan ten aanzien van onze rol daarin. We dreigen namelijk volkomen onaantrekkelijk te worden. Met de belangrijke uitbreiding van de EU richting oosten, en de sterk toenemende goederenstromen naar diezelfde bestemmingen (v.v.), dienen we onze plannen bij te stellen. Duitsland heeft in augustus ook (net als bv. Oostenrijk en Zwitserland) een heffing op transport die er niet om liegt; dat is maar het begin. Hamburg en Bremen, alsmede Frankfurt (main port) liggen dichter bij het oosten dan onze zee en luchtvaart main ports. Kortom, onze topografische / economische ligging kan wel eens minder uniek en aantrekkelijk worden. Ons geluk is nog dat Duitsland in crisis verkeerd, en een lage arbeidsproductiviteit kent en nog hogere loonkosten dan wij. Maar dat is niet eeuwig. Straks wordt Duitsland alleen maar aantrekkelijker voor logistiekers en dat moeten wij voor zijn.

De nabije toekomst zal een heroriëntatie kennen van diensten en specialismen. Polen, Tsjechië en iets later, Slowakije en Roemenië, wellicht zelfs de Baltische republieken, zijn groeibriljantjes. Ze zullen hun posities in de EU langzamerhand versterken, onder meer door de verschuivende subsidiebronnen. Deze voormalige Oostbloklanden zijn voor de ancienne EU leden eerst een bedreiging (goedkope arbeid, lage arbeidsomstandighedenkosten), maar later vooral een kans. Immers, deze landen hebben nog een enorme slag te maken ten aanzien van de welvaartsprong, en zijn over 5 a 10 jaar aantrekkelijke afzetmarkten. Dat betekent sterke toename van logistieke bewegingen. Allereerst door de bedrijven, later door de (steeds meer vermogende) consument. Nederland moet daar nu al op inhaken. Hoe?

Zo maar een paar ideeën (mag op geschoten worden; graag zelfs). We moeten stoppen nationaal te denken; die tijd is geweest. Nederland moet Duitsland benaderen voor verregaande samenwerking. Voor concurrentie t.a.v. logistiek is geen ruimte en zijn de Duitsers in het voordeel. Samenwerken dus. Dat betekent een fusie tussen onze vier voornaamste havens, afspraken over het doortrekken van de Betuwe lijn naar Polen (gedeeltelijk op bestaand spoor), en Nederlandse transporteurs moeten gaan samenwerken met Duitse. We kunnen overwegen de visie ten aanzien van de Eemshaven te hernieuwen in dit licht. Deze haven met een vrijwel onbenutte groente en fruit terminal, die gaat leiden onder de sterk gereduceerde militaire transporten verdient een impuls. We moeten afspraken maken over efficiënte samenwerking ten aanzien van luchttransporten; meer en intensiever gebruik van de lijn Schiphol – Frankfurt. Nederland moet, wat het m.i. twintig jaar geleden al had moeten doen (een Benedulux oprichten), zijn samenwerking met Duitsland sterk intensiveren. Een gemeenschappelijk beleid en visie ontwikkelen, en evenwichtige investering en financieringsplannen maken met onze oosterbuur. Wij moeten niet te terughoudend zijn te willen bijdragen aan aansluitingskosten voor belangrijke transportaders, zoals dat wel lange tijd gebeurde met de HSL in België. Dat kost geld en zet kwaad bloed. Het is van essentieel belang dat we een optimalisatieslag maken ten aanzien van onze achterlandlijnen naar het oosten. Nederland als land dat rijk is geworden door zijn blik op de oost, dient zich dat nu te realiseren. Optimaliseer de havens door concentratie van specialismen, wissel deze uit met Duitse havens, leg pijpleidingen aan voor transport van vloeistoffen, en intensiveer en optimaliseer de mogelijkheden voor binnenvaart; vooral van container en bulktransporten. Leg desnoods een nieuw kanaal aan, maar er mag geen misverstand bestaan dat als we niet bereid zijn te investeren in logistiek, in afspraken met (met name) Duitsland, de logistieke positie van Nederland over een a twee decennia een stuk minder gunstig zal zijn dan nu. Wellicht moeten we overwegen de onvermijdelijke uitbreiding van de Poolse haven Gdansk te helpen initiëren; immers dan kunnen we zelf mede bepalen welke niches daar worden geïntroduceerd, dan dat we de regie uit handen geven. Het mag daarom niet zo zijn dat de Nederlandse regering nu het verkeerde voorbeeld geeft en noodzakelijke investeringen in infrastructuur en onderwijs inhoudt.

Dit land heeft visie nodig. De politiek is tegenwoordig bezig met korte termijn beleid, en meer bezig met de interne cohesie te bewaren, dan met ontwikkeling en visie ten aanzien van de middellange en lange termijn. Laat daarom de logistieke lobby eens een paar goed doordachte balletjes opgooien, en zich verenigen om te komen tot presentatie van een aantal haalbare visies ten aanzien van onze logistieke toekomst!

Ik roep alle lezers van deze column op te schieten op mijn voorstellen hierboven, of, nog mooier, het aan te vullen, uit te diepen of breder te trekken.

Deel uw  ervaringen op ManagementSite

Wij zijn altijd op zoek naar ervaringen uit de praktijk, wat werkt wel, wat niet.

SCHRIJF MEE, word een pro!  >>

Ton Soetekouw
Met de diagnose van Allert Goossens kan ik een heel eind meegaan, maar of de remedie die wordt aangeboden ook zal werken betwijfel ik. Het lijkt er in zijn artikel op alsof hier taken voor de overheid worden beschreven, terwijl hetgeen bepleit wordt in feite door marktpartijen ter hand zou moeten worden genomen. En dat gebeurt ook, als men er brood in ziet. En als marktpartijen er geen brood inzien is het beter dat de overheid ervan afblijft omdat dat ons anders veel (belasting-) geld zal kosten.

Als het de taak van de overheid is condities voor groei en bloei van de samenleving te scheppen zijn er, wat mij betreft. twee prioriteiten; t.w. (1) herijking van onze positie in Europa (wat willen we daarnu mee?) en (2) een drastische verbetering in effectiviteit en efficientie bij de overheid om de verstikkende regel en lastendruk op te ruimen.
A.M.A. Goossens
Pro-lid
Beste Ton, je hebt volkomen gelijk in datgene wat je in de eerste alinea van je reactie stelt. Mijn column is te onduidelijk in het vaststellen dat de overheid als facilitator moet optreden, en niet, primair, als uitvoerder.

En met de tweede alinea ben ik het ook roerend eens! Vooral het eerste punt is m.i. voor Nederland van levensbelang.

Meer over Globalisering