Ontwikkelingsgericht aansturen leidt tot frustratie

Het is in veel organisaties al een poosje een hype. Ontwikkelingsgericht aansturen. Kennelijk spreekt het aan. Mensen ontdekken, zo is de veronderstelling, hun mogelijkheden en verantwoordelijkheden, en dat is goed voor de organisatie. Bovendien trek je er allerlei jonge potentials mee aan die wel van een beetje ontwikkeling houden.

Onder invloed van grote opleidingsbureaus zwerft de goede fee van de ontwikkelingsgerichtheid al weer meer dan een decennium door organisatieland. Niemand die het nog ter discussie stelt. Het is een wet van meden en perzen geworden dat je je moet ontwikkelen, en de zin ‘ik wil leren’ is uitgegroeid tot een cliché.
Het is even moedig als ondankbaar, en vaak ook pijnlijk, om kritiek uit te oefenen op a priori’s en cliché’s, maar ik wil het in dit korte betoog toch doen. Ik zal een pittige stelling poneren, en wel deze:

‘Ontwikkelingsgericht aansturen, zoals dat nu vaak gebeurt, leidt tot frustratie.’

Ik zal het uitleggen. Het kan in een paar zinnen. Op dit ogenblik worden mensen wijzer gemaakt dan voor hun functie nodig is. Dat leidt er op zekere dag toe dat de functie niet meer voorziet in de behoefte. Men is er ‘te zwaar’ voor geworden en gaat zich vervelen. In een economie waarin de banen voor het opscheppen liggen, geen probleem. Je solliciteert en hoppa, de nieuwe baan dient zich aan.

Maar in de huidige economie liggen de banen niet voor het opscheppen. Bovendien zien we een centralisatie van macht ontstaan in organisaties. Nu we het poldermodel onder water gelopen is, maken een paar mensen de dienst uit. In bijna alle Nederlandse organisaties zien we de American style ontstaan. Een nice select little group geeft opdrachten; de overigen hebben het maar uit te voeren.

Dat kan een keuze zijn, en hoeft niet per se slecht te zijn, maar het frustreert de ontwikkeling van mensen die ‘willen leren’. En die willen op den duur dan ook weg. Maar waarheen? Want het is intussen overal zo. Wat heb je dan aan al dat leren? Je hebt er alleen maar last van.

Een antwoord ligt in het zogenaamde ‘smalle opleiden’, die veel beter past bij de nieuwe beheersmatige bedrijfscultuurtjes die als cantharellen zijn opgeschoten in het steeds dichter begroeide woud van het Nederlandse bedrijfsleven. In Italie en Frankrijk zie je dat leren in bedrijven gekoppeld wordt aan de functie. Je laat mensen niet meer leren dan voor hun functie noodzakelijk is. Zo ontstaan specialisten.

In Nederland leiden we breed op. De boswachter leert bijvoorbeeld iets over de rechterlijke macht en de tweede kamer en krijgt bovendien onderhandelingsvaardigheden. Dan krijg je generalisten, die overal verstand van hebben. Terwijl ze monteur zijn bij een energiebedrijf, bemoeien ze zich met de opstelling van het Nederlands elftal. Wie heeft daar nog iets aan in deze tijden van gecentraliseerde macht en ‘ontwikkelingsfun voor slechts een paar mensen’?

Het heeft ook iets onaardigs. Je hangt mensen een worst voor de neus, waar ze nooit in kunnen happen. Ze denken dat er doorstroming naar hogere functies mogelijk is, maar dat is illusoir. Uiteindelijk moeten ze mokkend blijven zitten waar ze zitten, en als ze zich teveel verroeren worden ze als lastig ervaren.

Lieve Nederlandse organisaties, hou op met uw mensen breed op te leiden, als je ze niets te bieden hebt in de toekomst. Hoe hoger in de boom, hoe minder vruchten. Smal opleiden, dus. Dat verbetert de kwaliteit van het functioneren, en misschien, misschien verdwijnen dan ook de cliché’s weer een beetje uit ons taalgebruik. Want of iedereen nu eigenlijk wel zo graag willen leren als wordt beweerd, waag ik te betwijfelen. Veel mensen willen het vooral rustig hebben. Een autootje, een tuintje, een beetje RTL 4 of SBS 6 kijken en that’s it.

Bert Overbeek
www.pitchersupport.nl
www.bertoverbeek.nl

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Wouter Schoonman
Het is op zich moedig van Bert dat hij een politiek incorrecte boodschap durft te brengen: "al dat geleer is nergens goed voor". Toch ben ik het hartgrondig met hem oneens. Mijn argumenten zijn:

1. Bert veronderstelt dat we in NL steeds meer toe gaan naar een Amerikaans top-down besturingsmodel. Een kleine elite trekt aan de touwtjes en de overige marionetten mogen uitvoeren. Ik geloof daar helemaal niets van en waar zijn trouwens de bewijzen? In die organisaties waar ik kom - van multinational tot klein adviesbureau - zie ik nergens het bedoelde poppenkast model. Daarmee ontvalt de basis in Bert's redenering.

2. Wat ik wel zie is dat we in NL een adembenenemde productiviteit aan de dag leggen. Nederlandse werknemers werken weliswaar niet zo lang, maar wel effectief. Dat zal ook wel moeten in de mondiale economie. Hoe anders kunnen we onze welvaart (lees: hoge uurlonen) handhaven? De combinatie handel - logistiek - ICT maken ons tot een sterke concurrent op de wereldmarkt. Voeg daar onze redelijke beheersing van de buitenlandse talen bij en ook dat maakt ons tot aantrekkelijk businesspartners op het wereldtoneel. Maar dit kunnen we alleen handhaven door te blijven leren.

3. Er wordt door ons huidige kabinet te weinig geïnvesteerd in het hoger onderwijs. Dat verzwakt onze 'kenniseconomie'. En juist dat is weer een reden om je buiten de Hogescholen en Universiteiten te blijven ontwikkelen. Leren dus! En dat gebeurt dan ook op grote schaal.

4. Laat mensen niet meer leren dan voor hun functie noodzakelijk is, aldus Bert. Dat is het beste recept om incompetente medewerkers te laten ontstaan. Functies bestaan niet meer uit een vast pakketje taken dat je 20 jaar achter elkaar kunt uitvoeren. Integendeel, van mensen wordt verwacht dat ze in diverse rollen kunnen opereren in wisselende projecten. En die competenties moet je je dus eigen maken.

5. Tot slot: ik ben het eens met Bert wanneer hij stelt dat sommige leeractiviteiten minder relevantie kunnen hebben. Er zijn organisaties waar je 'naar een cursus gaat, omdat dat in het HRM-beleid zo is vastgelegd'. Dat is onzinnig, maar laten we daarmee niet tot de conclusie komen dat al ons leren onzinnig is. Wie niet leert maakt zichzelf minder aantrekkelijk op de arbeidsmarkt. Pas op Bert!

Dr. Wouter Schoonman
Lector Saxion Hogescholen
HRM-consultant Psy Tech industrial psychology (www.psytech.nl)

Mede-auteur van "Menselijk kapitaal. Over leren in organisaties" (2004, Van Gorcum).
Bert Overbeek
Pro-lid
Discussies leiden niet zelden tot constructieve syntheses. Vandaar deze reactie op een reactie.

De reactie van Wouter Schoonman is natuurlijk in veel opzichten hartverwarmend. Kennelijk heb ik bij hem de indruk gewekt dat ik niets zie in leren. Snel even rechtzetten.

Wat Wouter goed ziet, is dat ik een Amerikaans top-down-besturingsmodel heb zien ontstaan. Hij heeft ervaringen die op het tegendeel wijzen. Ik, ook in de weer voor multinationals tot kleine bureaus, zie wel degelijk een centralisatie van macht.
Hierover, en dit mag, verschillen wij van mening. Wie bewijs zoekt, moet niet alleen praten met de top van bedrijven, maar zeker ook met mensen 'lager' in de organisatie. Dan hoor je de onvrede wel over de afgenomen kansen. Zal ook wel wat met de recessie en de arbeidsmarkt te maken hebben.

Binnen dit kader past mijn artikel. Bij centralisatie van macht in organisaties (mijn a priori) leidt specialisatie (gevolg van 'smal' opleiden) voor medewerkers tot een realistischer perspectief dan generalisatie. Je moet mensen niet iets beloven, waar ze blij van worden, maar wat niet geboden kan worden.

Wat de tragiek is, is dat we weer terug zijn in een wereld waarin een pakketje taken langdurig wordt uitgevoerd. Begrijp me goed, Wouter, ik ben daarmee zeer ongelukkig. Ik ben bij uitstek iemand die houdt van creativiteit in organisaties. Maar ik vind het unfair dat het bedrijfsleven bijna als in de jaren '50-'60 aan het controleren is geslagen, en dan de mensen te vertellen dat de wereld niet meer is als toen.
Dat brengt mensen in een spagaat. Aan een kant ontwikkelen ze zich tot zeer mondige mensen, aan de andere kant wordt hun invloed kleiner en kleiner. Wees eerlijk. Dat bepleit ik.

Het kan zijn dat je dat niet herkent. Ik zie hier en daar zeker een optimistische toon. Ik waardeer die. Evenzeer waardeer ik je pleidooi voor verbetering van hoger onderwijs. Je vingertje ('Pas op, Bert') neem ik daarbij voor lief. Ik kan wel een stootje hebben.
Maar de liefde voor leren delen we. Mogelijk ook, want daar heb ik het over, de antipathie tegen lege cliche's. Leren wordt een cliche, als iedereen het maar te pas en te onpas in de mond neemt.

Mijn conclusie is dus absoluut niet 'Al dat geleer is nergens goed voor'. Integendeel. Maar leren verdient een context en een inhoud, en moet behouden worden voor de rol van zoethoudertje.

Hier valt nog veel over te zeggen, maar het lijkt mij wel even voldoende zo. Bedankt voor je reactie, Wouter.

Jan Braeken
Ik meen dat de tijd van brood en spelen voorbij is. Het helpt niet die tijd een andere naam te geven : brood en specialisatiespelen. Mensen dom houden door gewoon een andere methode te bedenken is even tijdelijk als het rijk van de Romeinen was. Een dergelijke zelfdestructieve gedachte draagt niets bij tot de ontwikkeling van een globale economie met gelijke rechten en kansen voor elk mens, omdat het bedrog is, en zelfbedrog.
Norman Dragt
We hebben als druk bezette adviseurs en managers natuurlijk geen tijd meer om ons in te lezen op de laatste ontwikkelingen op het gebied van het belang van opleiden.
Ergo hier maar even een opvallende openlijke verwijzing naar de intermediair van deze week. Overigens een vervelende aanvulling voor Bert's verheldering.

In het Intermediair artikel wordt gesteld dat het voor de toename van je intelligentie niet uitmaakt wat je leert, als je jezelf maar mentaal en lichamelijk bezighoudt. Dus hop stoppen met beloftes, zoals Bert vraagt, iedereen in training het liefst eentje waarbij je moet bewegen.
Bert Overbeek
Pro-lid
In reactie op Norman Dragt:

Het kan niet anders dan dat verandering in de economie tot verandering in het bedrijfsleren leidt, en evenzeer in de theorievorming rondom dat leren.

Maar er is ook nog een wereld buiten het bedrijfsleven en daar verdieping zoeken is minstens net zo mooi als de wijze waarop PSV vanavond AC Milan de oren waste. Geen roem en erekrans (vonden de Romeinen mooi), maar de schoonheid van iets anders. Iets nieuws.

En in de bedrijven gewoon smal opleiden...

Toch?

Er gebeurt iets in lerend Nederland...

Bert Overbeek

Meer over Leidinggeven