Nederlandse identiteit als zwart gat?

'De' Nederlander bestaat niet, zo concludeert een stel hoogwaardige Nederlandse wetenschappers en zo zegt hun nog hoogwaardiger adviseuse Maxima het hen bij de presentatie van het WRR-rapport 'Identificatie met Nederland' na. 'Nederland is te veelzijdig om in een cliché te vatten', zo laat de prinses weten. Feitelijk gezien heeft zij gelijk. Wie de Nederlander van de buitenkant bekijkt, kan niet anders dan concluderen dat de variaties in manieren van denken, voelen en doen schier eindeloos zijn. En ook wie wat dieper kijkt, zal constateren dat eigentijdse individuen hun identiteit op basis van zeer uiteenlopende verbondenheden (met een bepaald groep, een stad of regio, een religie, een merk of voetbalclub) construeren. De Nederlandse identiteit laat zich inderdaad moeilijk vatten in geijkte clichés en symbolen. Kenmerkend voor de moderne geïndividualiseerde mens is immers dat deze zijn eigen identiteit op basis van allerlei collectieve deelidentiteiten in elkaar knutselt.

Maar onderzoekers en prinses gaan nog een stap verder. Zonder deze stellingname overigens verder te toetsen, ontkennen zij a priori het bestaan van een mogelijk onder de oppervlakte verscholen, historisch gegroeide en richtinggevende culturele kern die de uitdrukking zou kunnen vormen van een Nederlandse identiteit. En dat is kras. Een vitale cultuur bestaat immers altijd uit meerdere lagen. Cultuur kent diepte. Onder de veelal vluchtige laag van de zichtbare cultuuruitingen - het gedrag, wat mensen zeggen, hoe ze met elkaar omgaan, de folklore en symbolen - bestaat een meer standvastige (en soms zelfs bijzonder hardnekkige) laag van als vanzelfsprekend beschouwde cultuurelementen, zoals waarden, normen en fundamentele geloofsuitingen. Het is het meest voor de hand liggend om het bestaan van een gemeenschappelijke identiteit op dit dieper liggende niveau van de culturele kern te zoeken: de continuïteit is daar groter en de variatie kleiner. Culturele aan de buitenkant kan dan ook zeer goed samengaan met een uit de culturele binnenkant gevoed besef van gemeenschappelijke lotsverbondenheid.

Om het bestaan van zo’n dieperliggende en gemeenschappelijk culturele kern aan te tonen, volstaat het om drie fundamentele vragen te stellen:
• Waarom bestaat Nederland?
• Waarvoor staat Nederland?
• Waarin blinkt Nederland uit?
Ik geef toe, het zal niet makkelijk zijn hier een eenduidig antwoord op te geven, maar onmogelijk is het zeker niet. In het kader van een project om een visie voor Nederland te formuleren heb ik afgelopen jaar een aantal sessies begeleid, waarbij het juist ging om de beantwoording van deze vragen. De deelnemers waren niet alleen in sociaal, maar ook in etnisch opzicht van een zeer gemêleerde afkomst. Hoewel de discussies en spanningen tijdens deze sessies vaak hoog opliepen, bleek er altijd voldoende voedingsbodem te zijn om verder naar gemeenschappelijkheden te zoeken.

Dat de WRR de zoektocht naar een gemeenschappelijke kern heeft nagelaten, valt in het licht van de actuele polariserende tendensen weliswaar te begrijpen, maar is – zeker van een wetenschappelijk orgaan – niet te billijken. De angst dat men bij de zoektocht naar gemeenschappelijke identiteit wel eens op fundamentele culturele verschillen zou kunnen stuiten, heeft de onderzoekers doen besluiten om zich te hullen in politieke correctheden en terminologische spitsvondigheden. Zo worden wij aangespoord om het begrip ‘identiteit’ voortaan uit het woordenboek te schrappen en alleen nog maar van ‘identificatie’ te spreken. Het zou er immers om gaan dat mensen zich met Nederland identificeren. Als men in het woordenboek opzoekt wat ‘identificatie’ betekent dan leest men: 1) vereenzelviging en 2) vaststelling van de identiteit van een persoon of zaak. Maar die identiteit die moet worden vastgesteld en waarmee mensen zich kunnen vereenzelvigen, hebben de onderzoekers inmiddels al weggeredeneerd. Blijkbaar moeten wij ons voortaan vereenzelvigen met iets dat niets is!

Arm land, waarin de elite het bestaat om zijn eigen cultuur in een zwart gat te laten verdwijnen. Als geboren en getogen Luxemburger moest ik de afgelopen dagen vaak denken aan de officiële spreuk van het Groothertogdom: ‘wij willen blijven wat we zijn’. Ik heb dat altijd als een oerconservatief statement afgedaan. Sinds een paar dagen ben ik daar iets anders over gaan denken.

Deel uw  ervaringen op ManagementSite

Wij zijn altijd op zoek naar ervaringen uit de praktijk, wat werkt wel, wat niet.

SCHRIJF MEE, word een pro!  >>