Mogelijke Internetstrategieen

Inleiding

Pure internetbedrijven beginnen het moeilijker te krijgen. Deeerste faillissementen zijn er al. Hoe kunnen traditioneleondernemingen (brick and mortar-bedrijven) voorkomen dat zij in datgat vallen? Door goed na te denken over hun internetstrategie: hoekan het Internet-medium het best worden ingezet binnen onzecommerciële en distributiestrategie?

Internet móet, al was het alleen maar om te voorkomen datmen rechts wordt ingehaald door nieuwkomers die als puurInternetbedrijf in hun markt proberen te penetreren. Welke optiesstaan open en hoe lastig zijn die te realiseren?

We bespreken drie mogelijke strategieën waarbinnen weerenkele varianten worden genoemd, en lichten die toe metvoorbeelden. De drie strategieën zijn versterking van debestaande business , uitbreiding van debestaande business en nieuwe business .De strategieën kenmerken zich door een toenemendecomplexiteit, een toenemend investeringsniveau en een toenemendambitieniveau.

Voor de duidelijkheid van het betoog is het verhaal toegespitstop de financiële dienstverlening, met voorbeelden uit de bank-en verzekeringssector. Het grootste deel van de redenering laatzich echter ook toepassen op andere bedrijfssectoren.

Versterking bestaande business

Neem als voorbeeld traditionele verzekeraars zoals Aegon, ASR,Delta Lloyd of Nationale Nederlanden. Zij zijn vooral gericht opdistributie van hun producten via de onafhankelijke tussenpersonenen hebben hun primaire merk (vaak tevens de bedrijfsnaam) exclusiefvoor dat distributiekanaal gereserveerd. Zij kunnen door inzet vaninternettechnologie de afzet van hun bestaande producten inhet bestaande distributie kanaal ondersteunendoor

  • Een extranet op te zetten voor (geselecteerde)intermediairs/distributeurs.

Oosterhaven1.gif (2020 bytes)

In feite bestaat zon netwerk al lang in de branche: hetAssurantie Data Netwerk voor electronische gegevensuitwisselingover af te sluiten polissen, prolongaties en schademeldingen. Hetis nu ook beschikbaar op basis van internettechnologie. Via eeneigen, besloten internetsite kan de verzekeraar zich echteronderscheiden ten opzichte van zijn concurrent. Het Delta LloydDigitaal Domein is daar een voorbeeld van.

  • Internet te gebruiken als communicatie- en interactiemedium metde eindafnemer over de intermediair heen maar met als primaire doelde relatie tussen afnemer en de intermediair te faciliteren.

Oosterhaven2.gif (3084 bytes)

Basic Life, onderdeel van de ASR Groep, biedt op deze manier koopsompolissenaan. Klanten kunnen premies berekenen en offertes aanvragen, maarmoeten voor de afsluiting van de verzekering een (onafhankelijke)tussenpersoon kiezen op de site. Groot voordeel van deze benaderingis dat de verzekeraar zelf een ongefilterd inzicht krijgt in hetzoek- en koopgedrag van de uiteindelijke afnemers. En daar draaithet immers om in de nieuwe economie. Opvallend in dit voorbeeld iswel dat ASR (nog?) niet koketteert met haar eigen merken (StadRotterdam, De Amersfoortse, De Europeesche) uit piëteit met deintermediair. Je zou verwachten dat gebruik van het eigen, sterkemerk voordelig is voor zowel de verzekeraar als de tussenpersoon.Als experiment is het tijdelijk gebruik van een ander merkoverigens geen slechte strategie. Als de formule eenmaal goeddraait is de ombouw naar het A-merk snel te realiseren.

Het creëren van een extranet tussen verzekeraar entussenpersonen (optie a) is een randvoorwaarde om dit modelsuccesvol te laten zijn uit het oogpunt van kosten en snelheid (hetverwachtingspatroon van de afnemer bij gebruik van hetinternetmedium).

Uitbreiding bestaande business

Om hun bestaande business (distributie) uit te breiden hebbendienstverleners de mogelijkheid met Internet een nieuw ,direct distributie kanaal te creëren, maar wel op basisvan de bestaande kern producten (leverage-effect).Ook hier twee opties:

Oosterhaven3.gif (3174 bytes)

  • Met het bestaande A-merk.

ING, met name het bankbedrijf, kiest zon strategie voorpenetratie buiten haar thuismarkten (ING Direct in o.a. Canada enFrankrijk). Zij gebruikt overigens niet alleen internet als mediummaar ook andere directe media zoals post en telefonie (callcenters). Deze strategie is interessant als men in een nieuwe marktwil penetreren en de kostbare en lange weg van het opbouwen van eentraditioneel kanaal (voor banken: het kantorennet) wil omzeilen.Voor banken is dit ook een alternatief voor moeizame transnationaleovernames, met name in Europa. ABN AMRO lijkt om die reden eveneensvoor deze strategie te kiezen.

  • Met een nieuw merk.

Als het eigen merk in een nieuwe markt niet bekend genoeg is, ofbij wijze van experiment en bescherming van het A-merk, is hetgebruik van een nieuw merk een optie. Een voorbeeld hiervan is deRoyal Bank of Scotland die met Eubos hypotheken aanbiedt inNederland.

Kanttekeningen

Het inzetten van internet als enig medium voor directedistributie van diensten naar klanten is waarschijnlijk nietvoldoende. De verwachting is dat in de dienstverlening pureinternetbedrijven uiteindelijk niet zullen overleven. Immers, demoderne klant wenst uit gemaks-oogpunt op verschillende momentengebruik te maken van verschillende contactmogelijkheden en laatzich niet in een enkel medium persen. Bovendien, als het omdienstverlening gaat, kan persoonlijk contact via de telefoon ofmisschien wel thuis (met de accountmanager) op enig momentessentieel zijn om de relatie met de klant te behouden. Ook eennieuw internetbedrijf zoals verzekeraar Ineas biedt de mogelijkheidvoor contacten via internet én telefoon, in elk geval voor deafter sales-dienstverlening zoals de afwikkeling van schades. Dusclick and mortar heeft de toekomst.

Deze strategie voor het ontwikkelen van een direct kanaal iscomplex, vooral voor traditionele dienstverleners die gewend zijnvia intermediairs te werken. Niet zozeer wegens de technologie maarmeer nog vanuit het oogpunt van organisatie en cultuur. Directecontacten met eindafnemers vragen immers om een anderebedrijfsvoering (hogere eisen aan kwaliteit en leveringssnelheid)en een andere attitude van het personeel. Zon organisatorischetransformatie kost in het internettijdperk te veel tijd. Daarom isuitvoering van deze strategie op eigen houtje geen realistischeweg. Een fusie of alliantie met een partner die de infrastructuural heeft, ligt dus voor de hand. Een voorbeeld is Delta Lloyd (metOhra). Ook ING kan beschikken over interne kennis van een directwriter: de Postbank. Maar ABN AMRO&?

Trouwens, door zon fusie, overname of alliantie is tevens heteerste punt, het gebruik van diverse directe media, opgelost.Direct writers zijn hun collegas ver vooruit in hetklantvriendelijk inzetten van verschillende media. Ze moestenwel!

Realisatie van deze strategie maakt van een traditioneleonderneming een echte multi-channel-aanbieder, mogelijk zelfs eenmulti-channel- /multi-brand-aanbieder, zeker in combinatie metstrategie 1. Dienstverleners die een full service-concept aanhangenzullen uiteindelijk deze weg op moeten. Dat belooft nog veelturbulentie in overnameland!

New business

Een traditionele financiële dienstverlener kan een echtenieuwe business opzetten door een Internet-intermediair testarten die dus ook producten van derden distribueertdirect aan klanten. Zon strategie biedt ook de mogelijkheidom buiten het eigen productenpakket te treden. Ook voor dezestrategie zien we twee opties:

oosterhaven4.gif (4160 bytes)

  • Een echt onafhankelijke tussenpersoon opzetten die aantoonbaarop bestuurlijke afstand staat van de moedermaatschappij.

Het gebruik van het bestaande merk ligt hier uiteraard niet voorde hand. Een bekend voorbeeld is Wingspan , een zelfstandigedochter van Banc One in de VS. Zij levert tevens producten vanandere financiële dienstverleners onder dit merk. OokNationale Nederlanden heeft voor zon koers gekozen. Dit is geeneenvoudige weg omdat men tegelijkertijd een leerproces door moetmet én Internet én als intermediair. Voor Nederlandseverzekeraars die al eigenaar zijn van een traditionele intermediair(en dat zijn er inmiddels vele) is dit minder een probleem.

  • Een portaal voor financiële diensten creëren.

Dit is een zeer risicovolle strategie om een paar redenen. Teneerste zijn er al veel initiatieven op dit gebied. Veel grotefinanciële dienstverleners azen kennelijk op ditaantrekkelijke perspectief. De spoeling wordt zo dun datwaarschijnlijk alleen de first movers voldoende verkeer kunnengenereren om de naam portaal waar te kunnen maken. Anderen kunnenhooguit een gooi doen naar een succesvol nicheportaal voor eenbepaalde productcategorie. Ten tweede zijn portalen alleeninteressant voor afnemers als zij veel aanbieders bundelen. Enwelke grote financiële dienstverlener wil nu graag meeliftenop het portaalsucces van zijn concurrent? Alleen een echtemarktleider (en die is er niet in ons land, noch op wereldschaal)zou zoiets kunnen afdwingen.

Bij een ongewijzigde opstelling van financiëledienstverleners zou daarom de branchebrede (verticale)portaalfunctie wel eens kunnen worden opgeëist door een partijvan buiten de financiële sector, misschien eeninternetbedrijf. In de VS bijvoorbeeld aast America OnLine hierop,in een alliantie met Quicken Banc of Americatekent voor de bankproducten, Insweb , een site waar menverzekeringsproducten kan vergelijken) voor de verzekeringen.

De enige manier waarop financiële dienstverleners zichhiertegen kunnen weren is de handen ineen te slaan door eengezamenlijk portaal met diverse grote collegas te starten. We zieneen soortgelijke ontwikkeling in andere branches: een aantalautomobielfabrikanten (General Motors, Ford, DaimlerChrysler,Nissan, Renault, Toyota) zetten gezamenlijk een portaal op voorinkoop van auto-onderdelen. Ook grote retailers hebben zonvoornemen (Carrefour, Sears). Dit om te voorkomen dat nieuwkomersals VerticalNet en CommerceOne alléénmet die eer gaan strijken.

Overigens hebben we in het verleden al gezien dat dergelijkemarktplaatsen pas goed gedijen als ze een breed-infrastructureel enneutraal karakter krijgen in de branche: zie de ontwikkeling vanvluchtreserveringssystemen zoals American Airlines Sabre tot dehuidige neutrale reserverings-portalen (voor reisbureaus) Amadeusen Gallileo. De geschiedenis zal zich dus herhalen in anderesectoren, ook in de financiële dienstverlening. Wellichtrealiseert men zich na verloop van tijd dat het runnen van zonmarktplaats niet tot de kerncompetenties behoort, en brengt men zonnieuw intermediairbedrijf zelfstandig naar de beurs.

Meeliften op andere portalen

Er is nog een vierde strategie denkbaar: een financiëledienstverlener kan met haar bestaande producten meeliften op andereportalen. In feite is dat een combinatie van de strategieën 2en 3. Men kan producten aanbieden via verticale portalen voorandere branches, zoals de reissector of de retailsector. Of viahorizontale portalen die veelal een bepaalde doelgroep ofinteressegebied representeren. Denk aan senioren (bijvoorbeeld eenvermogensbeheer-product), wonen (hypotheken, verzekeringen), zorg(verzekeringen).

Al met al dus een brede waaier van mogelijkeinternetstrategieën en combinaties daarvan. Kiezen daaruit isniet alleen een kwestie van "wat willen we?" maar ook van "watkunnen we?". Het realiseren van een internetstrategie is namelijkgeen sinecure.

Hoe moeilijk is het realiseren van een Internetstrategie?

De realisatie veronderstelt een sterke Internet-ontwikkeling en-beheer groep, niet alleen wat betreft de techniek maar nog meerwat betreft de content, de marketing en de bedrijfsvoering. Als dedienstverlener de geavanceerde kennis die hiervoor nodig is nogniet in huis heeft, zijn er drie scenarios denkbaar om dieexpertise op te bouwen. Dit zijn, met toenemend ambitieniveau:

  1. Zelf opbouwen, eventueel met gerichte inhuur van externeexperts.
  2. Door een overname van een e-commerce bedrijf die al actief isin de eigen branche (ABN lijkt zon koers te volgen met de overnamevan Trade.com , en Ahold met deovername van Peapod.com .Gezien de koersduikeling van Internetbedrijven is dit thans eenreële optie.
  3. Door een alliantie of fusie met een Internet Service Providerof een Internet-portaal.

Naarmate een ambitieuzere strategie wordt nagestreefd (1 =>3), zal waarschijnlijk een ambitieuzer realisatie-scenario nodigzijn. Een hoger ambitieniveau vraagt om meer daadkracht in kortetijd om de concurrentie bij te kunnen blijven. In beeld:

Oosterhaven5.gif (5663 bytes)

Het internetbedrijf vereist een andere werkcultuur, anderemedewerkers, een andere managementstijl, anderebeloningsverhoudingen, en een hogere snelheid van handelen dan detraditionele onderneming gewend was. Daarom is het moeilijk destrategieën 2 of 3 in een voldoende hoog tempo te realiserenbinnen de mores van het bestaande concern. Zij vragen dus om eennieuwe, op Internet gerichte onderneming met een hoge mate vanautonomie (binnen een bestaande financiële holding).

Een Internetbedrijf (strategie 2 en 3) veronderstelt niet alleenhet gebruik van dit medium in de front- office maar ook in de backoffice, dus niet alleen voor de verkoop (bijvoorbeeld offerteopmaken, polis afsluiten) maar ook voor de services daarna(bijvoorbeeld schadeafwikkeling). De eigen afdelingen c.q. externepartners (bijvoorbeeld hulp- en schadebedrijven) die daarinparticiperen moeten op het netwerk (extranet) zijn aangesloten methun totale bedrijfsvoering om de beloofde snelheid en service waarte kunnen maken. Dit stelt dus hoge eisen aan de eigen internebedrijfsvoering, de productsystemen en de ICT-infrastructuur, endie van eventuele partners. Het niveau van (automatische)koppelingen en integratie van bedrijfsprocessen en systemen moetaanzienlijk hoger zijn dan men gewend was. Drastische ingrepen inbestaande processen en systemen zijn nodig.

Daarom is een Internetstrategie voor brick-and-mortar-bedrijvenzo duur. Investeringen in verbeteringen in de backoffice zijn eenveelvoud van de investering in de Internet-front-office.Nieuwkomers die in de groene wei kunnen starten hebben hier eenvoordeel. Dat neemt niet weg dat traditionele spelers die slim ensnel omschakelen naar een click-and-mortar-bedrijf de toekomsthebben. Want uiteindelijk zal blijken dat het internet niet meer isdan één van de vele distributiemogelijkheden.

Conclusies

Ik concludeer met twee stellingen:

  • Oude economie-bedrijven moeten nú hun kans grijpen: doorgekelderde beurskoersen kunnen ze nu voor een dubbeltje op deeerste internet-rang zitten.
  • Op den duur zullen op internet alleen bedrijven overblijven diedaarnaast andere distributiekanalen exploiteren.

Prof.drs J. ArnoOosterhaven is deeltijd-hoogleraar Management van IT aan deVrije Universiteit in Amsterdam en geassocieerd partner vanRijnconsult.

Klik hiervoor eerder verschenen artikelen van Arno Oosterhaven

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Wilco Verdoold
Goed artikel, maar ik ben het niet met alles eens. Met name de stellingen zijn nogal bot, vandaar een reactie (was waarschijnlijk ook de bedoeling van de stellingen :-))

Een van de stellingen was:
"Op den duur zullen op internet alleen bedrijven overblijven die daarnaast andere distributiekanalen exploiteren."

Ik denk het niet. Er blijven ook bedrijven over (en blijven ontstaan) die bewust juist alleen het internet gebruiken.

Dit zijn bedrijven die producten en/of diensten (en doelgroepen) hebben die juist zeer geschikt zijn om alleen via het Internet aan te bieden (en te bereiken).

Om in de financiele dienstverlening te blijven is het nederlandse BIBIT een voorbeeld van een concept waarvoor alleen het web voldoende is.
Oke, da's misschien wat te makkelijk. Het is immers juist gericht op internet en komt niet uit de traditionele economie.
(Net als de Yahoo's, EBay's e.d.)

Maar ik kan me heel goed voorstellen dat verschillende producten en diensten zijn en ontstaan die juist zeer geschikt zijn.

Moet ik bijvoorbeeld voor mijn algemene bankzaken echt naar de lokale vestiging?
De enige reden dat ik daar kom is dat ze bepaalde zaken nog niet goed via het Internet regelen.
(Het wordt trouwens wel eens tijd dat de financiele besparingen die hierdoor bereikt kunnen worden (gedeeltelijk) aan de klant worden doorberekend. Het is best zot dat ik moet betalen voor het gebruik van mijn telebankierpakket ... terwijl het gebruik van het voor de bank veel duurdere filiaal gratis is ...)

Ruud Schulten
Met zeer veel belangstelling (en instemming) uw heldere artikel gelezen. Ik werk zelf als voorlichter bij de lokale overheid en we doen moeizame pogingen handen en voeten te geven aan een (voorzichtige start) van de online dienstverlening. Dat wil ook landelijk nog niet goed lukken. Een sterke potentie van de overheid blijft in mijn ogen toch de dienstverlening IRL, zij het dat dat allemaal veel vraaggerichter kan. Uw artikel bevestigt mij in mijn mening dat we op twee fronten (virtuele dienstverlening en irl-dienstverlening) hard moeten werken én investeren. Investeren in internettoepassingen bij de dienstverlening betekent imnsho niet dat je (op korte termijn)kunt inverdienen door het afbouwen van je traditionele service.Binnengemeentelijk dreigen we in de discussies dat nog wel eens over het hoofd te zien. Ik kijk met verlangen naar nieuwe publicaties van u uit.
Met vriendelijke groeten,
Ruud Schulten uit Amersfoort
Sjoerd van Lochem
Goed stuk, erg helder en duidelijk. Ik vind alleen de titel te generiek; er worden slechts e-marketingstrategieen genoemd. Het artikel noemt echter niet uitputtend alle mogelijke strategieen of invalshoeken voor het vormen van strategieen. Het artikel beperkt zich tot het opsommen van omzet-/marktvergrotende strategieen. Hieronder zou ik dan ook een aantal aanvullingen willen geven op het artikel.

De genoemde strategieen lijken erg op strategieen die Kotler (marketingstrateeg) noemt:
- meer (bestaande) producten aan bestaande klanten verkopen
- zelfde producten aan nieuwe klanten verkopen
- nieuwe producten aan bestaande klanten verkopen
- nieuwe producten aan nieuwe klanten verkopen

Er zijn echter tal van andere marketingstrategieen. Zo kan een verzekeraar internet ook gebruiken om de klant beter aan zich te binden (relatiemarketing). Deze strategie hoeft niet per se op de transactie gericht te zijn, wat bovenstaande indeling wel suggereert! Ook zijn er strategieen te bedenken die beter omgaan met klantinformatie en de klant hierdoor meer waarde weet te bieden (personalisatie en "customization").

Strategieen zijn niet voorbehouden aan het werkgebied marketing, maar kunnen ook anders gericht zijn en hoeven niet altijd alles omvattend of "grand" en omvangrijk te zijn. Zo is het digitaal doorgeven van polissen strategisch, indien dit kostenverlagend werkt en de concurrentiepositie van een intermediair en/of verzekeraar vergroot.

Ook zijn strategieen niet noodzakelijk gericht op doelgroepen en producten (wat een marketingstrategie per definitie wel is). Ook processen kunnen het onderwerp van strategie vormen. Een voorbeeld hiervan is b.v. business proces redesign.
Zelfs de gehele procesgang uit een bedrijfstak kan onderwerp van strategie zijn (b.v. ketenintegratie-strategieen).

In het artikel worden slechts extern gerichte strategieen genoemd (en hun interne consequenties worden besproken). Internet hoeft echter niet per se extern gericht te zijn; ook het gebruik van internet in de interne bedrijf(sprocessen) kan als strategisch aangemerkt worden. Een voorbeeld is b.v. een verzekeraar of verzekeringsintermediair die zijn kosten weet te drukken door zijn administratie te huisvesten in een belastingparadijs of een land met lage lonen.

Moraal van mijn betoog mag duidelijk zijn: een alles omvattende blauwdruk om een strategie te creeren is net zo min on- als offline voorhanden. Voor iedere casus zal een veelbelovend aandachtsgebied gezocht moeten worden. Voor dit aandachtsgebied zal teruggegrepen moeten worden op deel(gebied)theorieen over strategievorming en strategieen, waaronder theorieen over het vergroten van de omzet/markt zoals deze genoemd zijn in het artikel.
Peter Keur
Het schema bij uitbreiding bestaande business, met een nieuw merk ontbreekt. Het viel me toevallig op.
B. Schrijver
In uw artikel mis ik uw mening over de strategie van de Rabobank die kennelijk op weg is de grootste Internetbank van Europa te worden. Hoe doen ze dat volgens u ?
Justus Broeckenaere
Wat een geleuter over 'internetstrategie'. Ik weet nu nog steeds niet wat 'Portaal', 'Extranet' en 'Intranet' is, terwijl ik alle boeken van Stevens heb gelezen!
Er wordt hier weer veel te veel gedacht in 'click and mortar' termen en dit is ook typerend voor tenten die software gaan voor Internet gaan maken met allemaal troep van bedrijven als IBM en Microsoft. Dit soort bedrijven houdt wel van mensen die niets van Internet snappen en praten domweg in 'portaal' en 'extranet'-taal terug.
Laat het bedrijfsleven eerst een een beetje verstand van automatisering krijgen, voordat het Internet bevuild wordt met allemaal rare 'strategieen'.
Wiebe Zijlstra
De analyse uit dit artikel is op zich juist, maar je hebt hiermee nog steeds geen internetstrategie. Hooguit een bedrijfsstrategie om met internet om te gaan maar dan zijn er nog steeds tig oplossingsrichtingen die gekozen kunnen worden en die het verschil maken tussen succes en falen.

De basis voor een internetstrategie is snappen wat het internet eigenlijk is. Ik wil daarom kort een aantal aspecten op een rijtje zetten:
- Internet is een pull medium, waarbij de bezoeker de muis hanteert. Iedereen, die probeert de bezoeker te sturen met ongevraagde conclusies, aanbiedingen, pop-ups etc zal merken dat de bezoeker weg is voor hij er erg in heeft. (NB: We zijn dus nu onder ons dus kan ik nu serieuzer op de materie ingaan).
- Internet is een informatie- en communicatiemedium. Internet als verkoopkanaal is alleen geschikt als er geen kwalificatie bij de doelgroep voor het product of dienst plaats hoeft te vinden (Wel CD's, boeken of het kopen van producten bij een leverancier, die men al kent) Ook voor samenwerking tussen partijen, die elkaar uit de fysieke wereld kennen kan een afgeschermd internetdeel gebruikt worden (intranet en extranet).
- Als je site niet voorziet in een belangrijke behoefte van je doelgroep, zal je de doelgroep niet kunnen binden. Je bedrijf als basis voor een site die bezoekers vast kan houden is dus bij voorbaat tot mislukken gedoemd. Ook alles bieden aan een te brede doelgroep werkt niet (zie het faillissement van de digitale steden).
- Partijen, die denken dat bezoekers zelf willen betalen voor informatie zijn op weg naar hun faillissement. Dit businessmodel werkt niet.
- Bezoekers zijn echter wel bereid om hun gegevens te ruilen tegen waarde op de site, mits zij zich er eerst van kunnen overtuigen, dat zij inderdaad hiervoor waar krijgen en zij het vertrouwen hebben, dat deze gegevens niet misbruikt worden.
- Door deze gegevens te combineren met het klikgedrag van de bezoeker, kunnen actuele behoefte-profielen opgebouwd worden van bezoekers. Dat deze waarde vertegenwoordigen, die omgezet kunnen worden in geld, hoeft geen betoog. Voorwaarde is wel, dat de content en navigatie zo ontworpen zijn, dat er inderdaad conclusies verbonden kunnen worden aan het klikgedrag.

Als we bovenstaande uitgangspunten combineren met de conclusies uit het artikel, zijn de volgende conclusies af te leiden voor bedrijven, die internet willen gebruiken in hun bedrijfsstrategie voor het genereren van new business (ambitieniveau 3):
- Om je doelgroep te binden moet je deelnemen aan een portal, die is afgestemd op je doelgroep en waarbij je samen met andere aanbieders die doelgroep voldoende kunt binden.
- Probeer niet langs voor de bezoeker irritante wegen geld te verdienen aan de bezoeker (banners, pop-ups) om nog wat geld te verdienen. Het verlies van een bezoeker, die tot je doelgroep behoort is op termijn veel kostbaarder dan de dubbeltjes die je binnenhaalt met advertising.
- Gezien het karakter van internet is leadgeneratie een nagenoeg gratis proces. Derhalve is internet veel meer geschikt voor het aanbieden van diensten aan nieuwe klanten dan voor het verkopen van producten aan nieuwe klanten.
- Juist internet wordt gebruikt door de kopersmarkt, die hier potentiele aanbieders wil kunnen evalueren op hun benadering, aanpak en aanbod. Cruciaal is dus de vindbaarheid hiervan en dat kan beter gerealiseerd worden via een portal dan via een bedrijfssite.
- Om succesvol leads voor 'new business' te genereren zal in het portal door alle deelnemers een pull marketing en verkoop strategie toegepast worden. Als je een bezoeker niet kunt uitleggen, dat hij nadrukkelijk koopgedrag op het portal heeft getoond, verbreek je de band met dat lid van je doelgroep.

Helaas zijn er nog maar weinig portals, die deze strategie volgen en dus winstgevend zijn.