Ministers moeten topambtenaren kunnen ontslaan

Vast en zeker: de beweegredenen van Eduard Bomhoff om topambtenaar Van Lieshout op zijn ministerie (Volksgezondheid) zonder pardon te willen ontslaan waren vast niet geheel legitiem. Maar de verbolgen reacties nadien getuigen van een groot gebrek aan realiteitszin en zijn ronduit spastisch.

Ambtenaren zijn loyaal
De loyaliteit van (top)ambtenaren mag niet bij voorbaat ter discussie worden gesteld. Dat is in feite de uitkomst van de 'Bomhoff-affaire'. Of hun politieke affiniteit, hun handelen in het verleden of hun openbare geuite opinies keihard indruisen tegen de opvattingen van de nieuwe minister doet niet ter zake. Ambtenaren zijn loyaal. Punt uit. Mocht het waar zijn, dan behoort deze beroepsgroep tot een ras van supermensen met een extreem hoge mate van flexibiliteit. Bij mijn weten is dat nu niet een eigenschap die ambtenaren doorgaans wordt aangewreven, maar dat terzijde.

Naïef
Wat een naïviteit. Je hoeft de annalen van alle grote bedrijven er maar op na te slaan om te ontdekken dat élke nieuw aangetreden bestuursvoorzitter enige en soms zelfs vele veranderingen aanbrengt in zijn management om de 'klus te klaren'. Sterker nog: het is een belangrijke factor van welslagen voor een topmanager, zoals Coert Visser signaleert in een recensie van het boek Good to great van Jim Collins. In de Verenigde Saten is het dan ook volstrekt normaal dat met het aantreden van een nieuwe minstersploeg ook de topambtenaren worden vervangen.

Team
Om doelen te bereiken is een team nodig. In de meeste managementmodellen bepaalt de leider van het team met wie hij dat wil verwezenlijken. Of dat nou op geëigende gronden is of niet. Een politiek correct principe dat ambtenaren per definite loyaal zijn is naïef en achterhaald, daarvoor zijn de overleveringen over 'tegenwerkende ambtenarenapparaten' te talrijk. Een minister moet kunnen werken met wie hij wil.

Fred Akkerma
Managersonline.nl

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

c. voogt
Met Fred Akkerma verschil ik volledig van mening inzake het handelen van Bomhoff. In Trouw van vandaag (2/08/02) staat een column van J.J.A. van Doorn: "De onbetrouwbaarheid van Eduard Bomhoff ". Zonder hier alle argumenten van Van Doorn te herhalen (die ook de mijne zijn) zou ik U lezing van deze column willen aanbevelen.

C. Voogt
Kees van den Heuvel
Lid sinds 2019
De hele Bomhoff-affaire laat weer zien dat stereotypen inzake ambtenaren toch blijken te kloppen. Topambtenaren willen toch graag op gelijke voet worden behandeld als hun collega's uit het bedrijfsleven? Dan is het geval Van Lieshout een mooi voorbeeld hoe het er in het bedrijfsleven aan toe zou kunnen gaan. Met dien verstande dat in het bedrijfsleven er niet altijd een keurig gespreid ander bedje (bij een ander ministerie) klaar staat. Inhoudelijk kan ik mij ook wel iets voorstellen bij het conflict tussen Van Lieshout (hoogleraar Theorie van de zorg) en de pragmatische voornemens van Bomhoff en LPF.
Ad van der Wurff
Fred Akkerma heeft gelijk indien hij stelt dat, zeker in het bedrijfsleven, door nieuwe topmanagers regelmatig mensen worden weggepromoveerd of ontslagen wanneer blijkt dat er geen samenwerking met hen mogelijk is. Terecht stelt hij ook dat dit mogelijk moet zijn en soms ook noodzakelijk is. Op dit punt ben ik een ervaringsdeskundige doordat ik inmiddels 13 jaar als interim-manager diverse "klussen heb moeten klaren". Waarbij ook na verloop van enige tijd tot tijd bleek dat er personele maatregelen noodzakelijk waren om een beter resultaat in het team te krijgen.

Echter: het mag natuurlijk nooit zo zijn dat reeds voordat iemand de leider wordt van het team, mensen eruit worden geknikkerd wiens kop je niet bevalt, of waar je vroeger onenigheid mee hebt gehad, of wiens politieke voorkeur niet de jouwe is. Op geen enkele wijze is de affaire Van Lieshout een voorbeeld hoe het in het bedrijfsleven er aan toe zou kunnen of moeten gaan.
Want als interim-manager in datzelfde "keiharde" bedrijfsleven kan ik iedereen de verzekering geven dat er pas een oordeel wordt gegeven en er pas maatregelen worden genomen indien dit in de praktijk noodzakelijk, of op zijn minst gewenst is gebleken, gebaseerd op eigen ervaringen.

Onze nieuwbakken minister van Volksgezondheid Eduard Bomhoff had reeds een (subjectief) oordeel voordat hij zelf enige ervaring, noch gewerkt had met zijn topambtenaar Van Lieshout. Indien een minister op deze wijze zijn oordeel geeft en op een dergelijke manier maatregelen neemt, mag iedereen in Nederland zich afvragen wat hij voor maatregelen gaat nemen in de gezondheidszorg. Omdat zijn opa vroeger enkele dagen langer heeft moeten wachten op een operatie de ziekenhuisdirecteur de laan uitsturen? Of de bevoegdheid van zijn huisarts innemen toen die 's nachts een keer niet wilde komen kijken naar de steenpijsten van zijn neefje die bij hem logeerde? De geldkraan in dat ziekenhuis dichtdraaien omdat de nachtzuster niet snel genoeg kwam toen zijn tante geholpen werd aan haar blindedarm?

Ik had enige sympathie voor het gedachtegoed van de LPF. Al was het maar omdat de bedden in Den Haag eens goed worden opgeschut. Wat er hier gebeurd is grenst echter aan het ongelofelijke, waarbij ik Bomhoff adviseer eens te rade te gaan bij zijn collega van Justitie. Want zelfs de grootste boef in Nederland is niet veroordeeld voordat het bewijs op tafel ligt. Welk bewijs over de al dan niet mogelijke samenwerking heeft Bomhoff op tafel gelegd toen hij Van Lieshout de laan uitstuurde? Zijn kop staat mij niet aan, of hij heeft de verkeerde kleur das om?
A.M.A. Goossens
Pro-lid
Fred, volledig met je eens. Of Bomhoff e.e.a. charmant heeft aangepakt is (inderdaad) een tweede, maar de schijn die een topambtenaar van een andere partij (dan de minister) tegen heeft dient bij voorbaat te worden weggenomen. Zeker als hij van een partij stamt van de oppositie. Het blijft jammer dat we in dit land zo weinig professioneel, ja wellicht schizofreen, denken en omgaan met dit soort management casi, getuige ook enkele reacties op jouw column. Ambtenaren zijn de vierde macht, en kunnen zonder al te veel moeite een minister, wiens beleid hen niet aanstaat, in verlegenheid brengen. Diverse ministers (Sorgdrager, Borst, Voorhoeve, de Grave) hebben dit recent ondervonden. Het is dus absoluut niet onlogisch de staf van de minister aan te passen aan diens wensen, zoals dat in de VS ook gebeurt. Dat het in dit geval op een charmantere wijze had dienen te worden behandeld door de betrokken minister is denk ik waar, maar slechts een detail. Feit blijft dat de vervanging an sich mijn volle steun geniet!
Ton van den Boogaart
Hoeveel topambtenaren zijn lid van een politieke partij? Voor mijn gevoel is dat percentage veel hoger dan dat van de rest van de bevolking van Nederland. Daarmee zou worden bewezen dat benoemingen van (top)ambtenaren politiek beinvloed(baar) zijn. Daarmee is het gelijk van Minister Bomhoff aangetoond.
Ik ben het eens met andere reacties die aangeven dat bij het aantreden van een nieuwe minister en/of staatssecretaris de top van het ministerie eveneens vervangen kan worden. Om het goed te doen zou je mijns inziens verder moeten gaan dan alleen de hoogste ambtenaar, maar ook aan een of misschien zelfs twee lagen daaronder moeten denken.
Fred Akkerma
Geachte heer Voogd,

Ik heb de Trouw gemist en andere lezers misschien ook, maar ben wel benieuwd naar de argumentatie in het door u genoemde artikel. Kunt u daar wellicht een korte samenvatting van geven?

Vriendelijke groet,

Fred Akkerma
c. voogt
Op verzoek van Fred Akkerma een samenvatting van de columnist J.A.A. van Doorn, in Trouw van 2/8/02, waar ik naar verwees.
Bomhoff, intelligent, afgestudeerd wiskundige en econoom, cum laude gepromoveerd in de economie, 20 jaar hoogleraar, laatste 7 jaar bovendien directeur van het door hem zelf opgerichte spraak-
makende onderzoeksbureau Nyfer.
Tientallen jaren prominent lid vd PvdA: plotseling minister vanuit LPF, met tot dan opvatting over gezondheidszorg lijnrecht tegenover die van LPF.
Conclusie: Bomhoff opportunist.
Dan: vóór hij funcioneert als minister en vóór hij kennismaakt met van Lieshout: eruit, want las ooit krant tijdens seminar! Een andere argumentatie heeft Bomhoff niet gebruikt en gaat daarna doodgemoedereerd op vakantie.
(Zou zo ook gaan in bedrijfsleven: kan U vanuit eigen staat van dienst op dat niveau tegenspreken, cv)
In meerdere kranten: lijkt op wraak van Bomh., want ooit als directeur van Nyfer geen onderzoeksopdracht van min. Borst verkregen, na gedaan advies van v. Lieshout.
Als dat zo zou zijn, zijn we op weg naar bananenrepubliek en heeft dat niets te maken met Amerikaans politieke werkwijze, laat staan met bedrijfsleven.
Bomhoff was met Nyfer-rapporten al eerder ter discussie.
Staat inmiddels op rij met een aantal andere incidenten met LPF
functionarissen. En in die partij zou de intelligente Bomhoff zich plotseling thuisvoelen?
Samenvatting: als wetenschapper te koop, als politicus opportunist
en als kritisch PvdA-lid in ijltempo bekeerd m.b.t tot zijn opvatting over de problemen in de zorgsector.
Wie is hier nu naïef?

c. voogt

Fred Akkerma
Geachte heer Voogd,

De argumenten uit de Trouw-column lijken vooral gericht op de integriteit van Bomhoff. Die laat ik graag voor rekening van de columnist.

Het gaat mij namelijk niet zozeer om de individuele actie van Bomhoff (die verdient zeker geen schoonheidsprijs), maar om het principe. Ambtenaren bij voorbaat loyaal en competent te verklaren om ongeacht welk beleid uit te voeren vind ik niet van deze tijd. Dat vraagt om een soort draaikont- of oogkleppenmentaliteit van (top)ambtenaren, die volgens mij juist zo node gemist kan worden.

Ambtenaren zijn niet alleen uitvoerders, maar ook adviseurs van de minister en het lijkt mij gerechtvaardigd dat die niet op voorhand wordt opgezadeld met de nomenklatoera van voorgangers.
Coert Visser
Beste Fred,

Ik ben het eens met je stelling. Balkenende gaf aan dat hij niet toewilde naar het Amerikaanse systeem waarin nieuwe ministers hun eigen ambtenaren benoemen. Ik heb hem hier echter geen argumenten voor horen geven (ik zat in het buitenland dus wellicht heb ik iets gemist).

Naar mijn idee moet Nederland democratischer worden. Ministers het recht geven te bepalen wie op kritieke functies op hun departmenten zitten lijkt mij daar aan bij te dragen.