Marketeer, kent u het Engagementmodel?

De marketingtrechter is een verouderde metafoor. Marketeers dicteren niet langer het traject dat consumenten aflopen, net zo min als de dialoog. Het trechtermodel gaat geheel voorbij aan de complexiteit die onder andere social media toevoegen aan het inkoopproces. Het is tijd voor een nieuwe metriek, 'engagement' genaamd.

Marketeers hebben hun modellen altijd gebaseerd op het beslissingstraject van consumenten, van merkbewustheid en merkoverweging naar merkvoorkeur, actie en merkloyaliteit, ook wel de marketingtrechter genoemd. De taak van de marketeer: consumenten van de brede opening naar het smalle uiteinde van de trechter leiden. Deze trechter als metafoor is echter niet langer bruikbaar want marketeers dicteren niet langer het traject dat consumenten aflopen en bepalen al evenmin de dialoog.

Engagementmodel
Het uitgangspunt van de nieuwe aanpak is dat klantwaarde niet alleen uit transacties voortvloeit, maar ook uit de activiteiten die uw klanten ondernemen om anderen te beïnvloeden.

Maar hoe identificeer je je klant in social media?

Het Engagementmodel omvat vier componenten:

Betrokkenheid.
De meest basale manier om engagement te meten. Hier draait het om handelingen zoals het bezoeken van een website of fysieke winkel, de tijd die per webpagina wordt besteed en het aantal pagina's dat een bezoeker raadpleegt. Hoewel op zichzelf niet voldoende, is het meten van deze activiteiten voor marketeers zeer belangrijk. Ze vertegenwoordigen namelijk het eerste punt van interactie tussen een consument en het merk, en vormen het fundament voor verbanden met andere meetgegevens.

Interactie
Interactie biedt de diepte die de component 'betrokkenheid' ontbeert. Dit is mogelijk door gebeurtenissen te meten waarbij personen content aan een merk bijdragen, extra informatie aanvragen, hun contactgegevens aanbieden, of een product of dienst aanschaffen. Bij interactie gaat het om het meten van handelingen, zoals doorklikken, het uitvoeren van transacties, het achterlaten van reacties op weblogs, het aangaan van relaties binnen een sociaal netwerk, of het uploaden van foto's en video's.

Intimiteit.
Deze component gaat een stapje verder dan interactie en meet het gevoel van een consument voor een merk. Het gaat om de mening over, kijk op of passie voor het merk. Dit wordt uitgedrukt in de bewoordingen van de persoon in kwestie en de content die hij of zij creëert.

Invloed.
Deze component gaat nog een stapje verder dan intimiteit door vast te stellen met welke waarschijnlijkheid iemand een andere consument zal aanmoedigen om een merk, product of dienst te overwegen of aan te schaffen. Op kwalitatief niveau worden de merkbewustheid, merkloyaliteit en de kans op herhalingsaanschaf gemeten. Daarnaast omvat deze component kwantitatieve meetgegevens, zoals de Net Promoter-score (NP), oftewel een meting van de waarschijnlijkheid waarmee een persoon een product of dienst bij vrienden zal aanbevelen.

Nieuwe vormen van marketing
Tientallen miljoenen jongeren vragen om nieuwe vormen van marketing. Zij beschikken over eigen (online) netwerken en zijn via media als smartphones, blogs, instant messaging, Flickr, MySpace, Skype, YouTube, digg en de.lic.ious snel op de hoogte van nieuwe, wereldwijde ontwikkelingen.

Voor marketeers brengt dit een vorm van onzekerheid met zich mee. Een spotje dat wordt gelanceerd in Groot-Brittannië, kan bijvoorbeeld onbedoeld succes hebben in Rusland. Marketeers dienen er verder rekening mee te houden dat de VS niet langer het centrum is van de digitale wereld. Naast Google and MySpace zijn er bijvoorbeeld nieuwe webservices in opkomst als Habbo (Finland), Joost (Luxemburg) en Moo (Groot-Brittannië).

Meer over marketing op:
GEK OP KLANTEN

De rubriek ACTUEEL informeert u over recent verschenen artikelen in andere media. Bij elke bijdrage vermelden wij de oorspronkelijke bron. (bron: Marketing Online)

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Jos Steynebrugh
Case 1: het model ingevuld voor Microsoft

Betrokkenheid: handelingen
• zoals het bezoeken van MS websites (helpdesk of selectie nieuwe SW)
• of fysieke winkel (geen idee wat retailers aan MS vertellen)
• de tijd die per webpagina wordt besteed (alleen de help functies)
• het aantal pagina's dat een bezoeker raadpleegt (vast wel)
• de onderwerpen die worden bekeken (zeker weten)
• de score op “Was deze informatie nuttig?”

Interactie
• content aan een merk bijdragen: suggesties t.a.v. functionaliteit (vele emails: no reply)
• extra informatie aanvragen (enkele malen gedaan: no reply)
• contactgegevens aanbieden (bij elke nieuwe installatie opnieuw)
• product of dienst aanschaffen (knarsetandend, geen ECHT alternatief)
• doorklikken (ja, helpdesk)
• transacties (één keer rechtstreeks bij MS, nóóit weer)
• het achterlaten van reacties op weblogs (vele)
• aangaan van relaties binnen een sociaal netwerk (ja, maar dan met verontwaardiging)

Intimiteit:
• de mening over (aantal emails met foutmeldingen “niet in het boekje”)
• kijk op (teksten van de emails)
• passie voor het merk (negatief: geen echt alternatief)
• aantal community sites w.o. Excel for addicts (geen info naar MS)
• uitgedrukt in de bewoordingen (stevig na verloop van tijd)

Invloed.
kwalitatief niveau:
• merkbewustheid (gedwongen)
• merkloyaliteit (gedwongen)
• herhalingsaanschaf (gedwongen)

Samenvattend: MS weet héél veel van mij, inclusief alle informatie die bij elke update (geoorloofd of niet) van mijn PC getrokken wordt. Zo werkte mijn (illegale) versie van Office ineens niet meer. (Disabled). Shit happens.

Case 2: Prenatal
Het kan ook héél anders. Een bedrijf dat het in mijn ogen als marketeer best erg goed voor elkaar heeft is Prenatal. Prenatal (retailer in baby-care en aanverwante producten) had / heeft een probleem: hoe kom ik aan gegevens van prospects???. In tijd gezien zijn ze immers altijd te laat.

• Conceptie: de eerste die een waarschijnlijkheid zou kunnen weten is de apotheek (zwangerschapstest). Deze data zijn niet “te koop”
• Zwangerschap: de eerste die het weet is ofwel de echtgenoot, danwel de beste vriendinnen (zijn er ineens tientallen). Informatie niet te koop.
• De volgende “tig” uit het sociale netwerk volgen in de dagen erna. Informatie niet te koop
• Huisarts: voor medical check. Informatie niet te koop
• Gynaecoloog/internist. Geen informatie.
• Consultatiebureau. Informatie niet te koop.
• Geboorte. Arts en verplegend personeel weten het nu. Informatie niet te koop.
• Aangifte op het stadhuis. Dit is het eerste moment waarop de informatie publiek wordt en dus te koop is. De Felicitatiedienst is dan te laat: bijna alle aankopen zijn al gedaan.

Prenatal is NIET te laat. Dat komt omdat ze écht iets snappen van “hoe het werkt”. In de periode waarin de collectieve beleving van de moederkoek tot ongekende afmetingen groeit, foto’s en video’s gemaakt worden, Blogs worden gestart en dagelijks bijgehouden, gewichten worden gemeten, het “puffen” zowel real als virtueel gezamenlijke wordt gedaan en elke emotie met minstens 20 mensen wordt gedeeld ontstaat een sfeer waarin letterlijk ALLES mogelijk is. Het prénatale fluïdum dringt door beton, omvat moeiteloos continenten en gaat dwars door internationale grenzen, timezones, culturen en religies. Het is “oer”en zo hoort het ook.

Ze hebben dit best wel complexe probleem opgelost met een zéér goed uitgekiend systeem van “aanbrengpremies”, wishlists, tips, cadeaubonnen etc. Alles via het sociale netwerk. Hier kunnen héél veel fabrikanten / leveranciers iets van leren. Mr. Gates in het bijzonder.

Groet,
Jos Steynebrugh
Change Enhancement, Zoetermeer