Het mag van mij wel weer wat vager!

Columns

Iedereen houdt van concrete adviezen. We willen graag dat dingen ‘to the point’ zijn. In het bedrijfsleven zien we hetzelfde: vergaderingen mogen niet langer vervallen tot oeverloze zwetssessies. Alle afspraken worden SMART gemaakt. Kent u dat? SMART staat voor Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden. Dus dat je tijdens een vergadering niet zegt: ‘Ik werk dat wel even uit’, maar ‘Ik presenteer jullie uiterlijk vrijdag per mail de resultaten van de enquetevragen 1 tot en met 6’. Lekker concreet.

Ook in de zorg hebben ze dit geleerd. Een verpleger in de thuiszorg krijgt als opdracht mee: ‘Wassen en aankleden patiënt: 6.30 minuten. Steunkousen vervangen: 1.25 minuten’. Dat vinden managers namelijk fijn. Anders gaat zo’n verpleger maar wat aanklooien, en dat kan niet de bedoeling zijn. Meten is weten.

Op een hogeschool begeleidde ik eens een groep docenten tijdens een heidag. Tijdens de lunch vroeg ik aan een van de deelnemers of hij de melk wilde doorgeven. Die deelnemer antwoordde met: ‘Begrijp ik goed van je dat je de melk van mij wilt?’ Ik was even van de kaart, maar vroeg toen: ‘Ja, dat begrijp je heel goed, maar waarom vraag je dat zo vreemd?’ Vol onschuld kwam het volgende verhaal op tafel: ‘Wij moeten als docenten onze kerncompetenties SMART maken. Ik ben goed in luisteren. Maar ja, hoe meet je dat? Daarom hebben we afgesproken dat ik minstens drie keer per dag eerst iemands boodschap samenvat, voordat ik erop reageer. Zo kunnen we aan het eind van de dag objectief vaststellen of ik echt goed heb geluisterd.’

Weg passie!

Hoe mooi het op het eerste gezicht ook klinkt, zaken ‘concreet’ en ‘SMART’ maken zorgt ervoor dat de passie en bezieling verdwijnen. Ga maar na: in 1963 sprak dominee Martin Luther King zijn beroemde speech ‘I have a dream’ uit. Nog steeds vinden mensen dit een inspirerend betoog. King sprak over zijn droom en zette daarmee vele anderen aan hetzelfde te doen.

Wat zou er van zijn inspirerende woorden zijn overgebleven als er een manager naast hem was gaan staan die had gezegd: ‘Wacht even meneer King. Hoe groot is die droom van u? Wanneer is het doel geslaagd? Hoeveel fte’s heeft u nodig? Onder welke productgroep moet dat worden gebudgetteerd?’

Die manager had de droom direct stukgemaakt. De zeggenschap van King was er dan nooit geweest. Sterker nog, we zouden de speech erg lelijk hebben gevonden als deze manager de speech had gehouden: ‘Mijn droom is dat binnen een termijn van drie jaar minstens 6 procent van de zwarten toegang heeft tot de bus, waarvoor op dit moment binnen onze organisatie 7 duizend dollar nodig is om de lobby...’

Word weer vaag!

Het vreemde is, dat steeds meer bedrijven klagen over het gebrek aan passie en bezieling bij hun medewerkers. Welnu; als je echt meer passie wilt, is de eerste concrete stap ervoor zorgen dat er weer eens ruimte komt voor een gezonde portie vaagheid...of met een mooier woord: inspiratie! En dan nog een concrete tip daarbij: als iemand de volgende keer tegen u zegt: ‘Het mag van mij wel wat concreter’, antwoordt u met: ‘dat is een hele vage opmerking’!

Richard Engelfriet

De auteur is communicator en auteur van onder meer ‘Passie! Het boek dat niet werkt.’. Kijk voor meer informatie op www.richardengelfriet.nl.

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Peter de Kock
Beste Richard, wat een heerlijke en tot de verbeelding sprekende vergelijking: de manager naast Martin Luther King. Werkelijk om je vingers bij af te likken. Dank, Peter.
Niels van der Stappen
Lid sinds 2020
Een mooi stukje, dat goed aangeeft, dat concreet (time-/innovatie-/...vul zelf in-)management hol en leeg is zonder de bezieling en de menselijke kant.

Inspirerend!
Harry Verkoulen
Lid sinds 2019
Beste Richard,

Jouw stuk verwijst naar de bezieling die nodig is in kennisintensieve organisaties. Werkverbanden waarin betrokkenen weten wat ze kunnen, wat ze willen en wat het belang daarvan is.

Hen lastig vallen met 'Smart' is dan zo ongeveer het laatste wat je moet doen. Vertrouwen geven en bemoedigen is veel meer relevant. Daar wijs je op. Terecht.

Bedankt voor de overtuigende manier waarop je dat gedaan hebt.

Harry Verkoulen.
Mayke Mars
Beste Richard,

Wat een heerlijk betoog! Dat is precies waar wij in de zorg tegen aan lopen. Passie en inspiratie voor de zorg aan patiënten moeten we behouden ondanks alle gedwongen productie-afspraken etc.
Dank voor deze opsteker!

Groeten, Mayke Mars
Jos Steynebrugh
Richard,
Je voorbeeld Martin Luther is treffend. Maar ook hij zou op enig moment concreter hebben moeten worden. Hoeveel stemmen, zetels en budget zijn er nodig? Etc.

Er is een groot verschil tussen mensen in beweging krijgen, de geest uit de fles laten, een wave veroorzaken enerzijds en daar richting aan geven anderszijds. Hierbij bedien je je van zaken als ambitie, passie, gedrevenheid, durven dromen etc. In denktanks en workshops is dit het het deel waar de cognitievelingen moeite mee hebben. Musici, beeldhouwers, schrijvers, componisten, daarentegen, minder.

Fasen
In den beginne was er het idee, de vonk, de flits. Deze fase kenmerkt zich door divergentie. Variaties op het initiële idee. Hier hebben de beta’s, de puntenslijpers, de ruitjespapierders het moeilijk mee. De dromers niet.

Pas als dingen richting moeten krijgen spreken we van convergentie. Hier hebben de advocaten v.d. duivel, de azijnpissers en de criticasters een grote toegevoegde waarde. De onzin moet eruit. Het moet voetjes op de vloer, pragmatisch, commercieel haalbaar worden gemaakt. Het hele proces lijkt een beetje op kleiduiven schieten zoals de titel van mijn reactie aangeeft.

Weten wanneer je hoe moet communiceren
Onderzoek van tientallen jaren geleden gaf aan HOE mensen luisteren en men vond deze volgorde: (1) Wie het zegt, (2) Hoe hij/zij het zegt en pas op plaats (3) WAT gezegd wordt. Met dat in het voorhoofd (plaats van het geheugen) communiceer je adekwaad als je het verkeerd doet.

Wat mij opvalt in deze laatste 10 jaar is niet zozeer de vaagheid of gedetailleerdheid van communicatie, maar de domheid, het gebrek aan inlevingsvermogen, het flinterdunne van de communicatie, de FFF-mentaliteit (Find them, Fuck them, Forget them) en boven alles: de haast. De ongelooflijk dwingende, alles verknallende haast. Zelfs in reclamespots word ik aangehaast, opgefokt om toch vooral NU en SNEL product X, Y of Z te kopen. Vaak in een storende luidheid en in een tempo waarvan je Galblaas zéér opgewonden van raakt zodat je je voorneemt om dat produkt NOOIT, never ever te kopen.

Ik zou zeggen: niet vager, maar meer met passie of compassie. Met sporadische elementen van elementaire beleefdheid en respect. Mensen zijn niet doof, blind of achterlijk: ze lezen de bedoeling er háárfijn tussenuit. Alhoewel . . . ik verbaas me nog steeds over de beledigende reclames waarvoor men niet de moeite neemt om ze te vertalen. Sillebang en ‘l Oreal spannen de kroon. Is het nou echt zo moeilijk om een dingetje te verzinnen dat taal onafhankelijk is? Nee dus. Kijk naar het spotje van AT&T van een paar jaar geleden: Happy Birthday gescandeerd meegezongen door Japanners, Italianen, Mexicanen etc. Geen WOORD tekst te vertalen. Hoezo vaag? Iedereen op deze van superplatte commercie vergeven aardkloot snapt dit.

Groet,
Jos Steynebrugh
Innovatie Consulent
www.changeenhancement.nl
R. Winter
Lid sinds 2019
Politieke leiders moeten wel zo vaag mogelijk formuleren, zodat iedere kiezer er zijn eigen invulling aan kan geven.
Een manager, welke resultaten moet leveren, zal duidelijke doelen moeten stellen en meetmomenten moeten hebben.

In de zorgsector gaat meer dan 60 miljard overheidsgeld om en er worden enorm veel fouten gemaakt, welke tot hoge maatschappelijke kosten en menselijk leed leiden. Bij een medische fout wordt er zo vaag mogelijk gereageerd door de arts, zodat de patient beslist geen duidelijkheid krijgt en zo min mogelijk aanknopingspunten heeft om de toegebrachte schade vergoed te krijgen.

Als je naar het ziekenhuis gaat, wil je goed geholpen worden en als de arts met veel passie het verkeerde been open snijdt, heb je daar niets aan. De meeste verpleegsters hebben een hekel aan patienten wassen en andere uitvoerende taken. Zij gaan liever met hen koffie drinken. Wie moet dan de patienten wassen? Iemand met passie voor het wassen van patienten.
Anneke Walraven
Natuurlijk allemaal mooi en aardig hoor, maar waarom is die droom van ds King nog steeds een droom denk je?
Renzo Verwer
Niet iedereen houdt van duidelijkheid hoor.
Grote delen van de wereld leven kalmer, ga eens in afrika kijken, waar de bus pas vertrekt als ie vol zit..

goede column trouwen. maar wat eurocentrisch gedacht dus.


Rolanda, ben jij manager of zo? ik vind je reactie onjuist en smerig. het suggereert dat verplegers geen vakeer en patieten liever smerig achterlaten, volgegoten met koffie dat wel. Hoekom jij in godsnaam aan dat beeld?
Verplegers doen erg in hun best maar worden gek van minuten schrijven. in die tijd kunnen ze beter nog meer wassen en koffie drinken.

Datalles wat een ander zegt herhalen, is een leu ktrucje - soms.
Het werkt ook vaak niet, Maar het geeft wel de debilisering van
onze samenleving aan. ONgelooflijk, en daar worden cursussen ingegeven en geld aan verspild.
Anneke Walraven
Allemaal heel mooi natuurlijk. Maar waarom is die droom van ds King nog steeds een droom en geen werkelijkheid denken jullie? Omdat het een droom was en bleef misschien ...
Lex vanHaarlem
Het artikel van Richard Engelfriet raakt een actueel thema. Dat blijkt zowel uit de lovende als de kritische reacties.

1. Maar wat nu?

Wat mij – misschien wat kort door de bocht geformuleerd – opvalt in de rode draad van zowel het artikel als van de reacties, is dat management-typisch gedrag juist wordt afgewezen, of juist niet. Het eerste trouwens meer dan het laatste.
Hier is overigens niets op tegen. Het strookt met de werkelijkheid van vandaag en maakt ook duidelijk dat het establishment dat het conventionele managementdenken draagt, op veel plaatsten, maar nog lang niet overal (vaak terecht, vaak ten onrechte), in haar voegen begint te kraken.

Het kan zeker zinvol zijn om in werkomgevingen waarin dit voelbaar is, maar onbespreekbaar, iets te roepen als: "mag het ook wat vager?". Dit zal 'anno-nu' veelal de bekende tegenvragen en –reacties oproepen, maar ook bijval vinden. Ziehier weer de dynamiek van het artikel en de reacties.

Het is mooi als dit in concrete situaties kan leiden tot de oprechte vraag: "maar wat nu, dan?". Dan echter, komt het er wel op aan om niet 'monologisch' voor of tegen iets te zijn, maar om op een vrije, dus onbevangen, manier een goed 'dialogisch' gesprek met elkaar aan te gaan.
Er kan dan een doorbraak in het denken komen, die kan 'samenvallen' met nieuwe activiteiten en daaruit voortvloeiende gevolgen. Ik zeg hier 'samenvallen', omdat er in zo'n situatie veelal sprake is van een 'kip-ei-gebeuren'. Nieuw denken ondersteunt nieuwe praktijk-initiatieven, maar ook nieuwe initiatieven kunnen nieuw denken op gang brengen en ondersteunen.

2. Een ‘goed gesprek’: wat een ‘gedoe’, zeg

Mensen die oprecht een ‘goed gesprek’ aangaan, staan ervoor open of proberen erachter te komen, als het gesprek lastig wordt en er niet snel nieuwe duidelijkheid komt, wat de diepere betekenis en bedoelingen zouden kunnen zijn van de woorden die hun gesprekspartners en zijzelf uitspreken.
Anders gezegd: in hun dialoog proberen zij m.b.v. hun zintuigen – zo goed en zo kwaad als het kan, het kan niet anders – vanuit hun eigen binnenwereld in contact te komen met de binnenwereld van hun gesprekspartners. Zij realiseren zich dat zij de binnenwereld van een ander niet rechtstreeks met hun zintuigen kunnen waarnemen, maar weten dat die er wel degelijk is en er veel toe doet, net als bij henzelf.

Die binnenwereld bij jezelf kun je voelen en je kunt ook proberen woorden te vinden, waarmee je zo goed mogelijk tot uitdrukking brengt waar het jou om gaat. Dat kunnen ook jouw gesprekspartners proberen zo goed mogelijk te doen, en je kunt dat ook proberen samen - dus voor je zelf én voor de anderen - te doen. De een is daar handiger in dan de ander.

De primair op de objectief waarneembare buitenwereld gerichte aandacht, verschuift daarmee ook naar de subjectieve binnenwereld.
Echter, omdat daarin bij ons allemaal van alles besloten ligt, zowel bewust als onbewust, kan er in zo'n bewust gekozen dialogische of 'inter-subjectieve' wisselwerking tussen mensen van alles gebeuren. Variërend van conflict tot doorbraak. Het laatste veelal niet zonder het eerste, en meestal alleen als het eerste niet escaleert én niet wordt omzeild. Lastig dus, en eerder traag dan flitsend.

Dit ‘gedoe’ is bijna onverdraaglijk voor mensen die gevangen zitten in het moderne conventionele managementdenken. Dat geldt niet alleen voor de fervente voorstanders van dit denken (waarvan zowel grote visionairs en "dromers" kunnen deel uitmaken, alsook de "ruitjespapierders", zoals Jos Steynebrugh het zo prachtig verwoordt). Het geldt vaak evenzeer voor de fervente opponenten van het conventionele managementdenken (waarvan, ook in weer in termen van Jos Steynebrugh, zowel "dromers" als "puntenslijpers" kunnen deel uitmaken).

3. Hier en nu, ook op deze website?

De grap nu is, dat er per definitie geen sprake kan zijn van enig gangbare ofwel conventionele vorm van denken, als niet de meeste mensen - lees de conventie - daar de dragers van zouden zijn.

Ziehier hoe ook de dynamiek van de discussie op deze plaats, kan ‘samenvallen’ met de dynamiek van een in zijn voegen krakende conventie waarin het managementdenken alom vertrouwd is en prominent aanwezig.

Immers (1), iedereen – zowel binnen als buiten deze discussie –is vertrouwd met kreten als SMART, VAAG en 'what else have you'. En ook bij velen van ons komen de meeste van die kreten, modellen en targets inmiddels de neus uit.
Immers (2), zolang in een discussie het merendeel van de bijdragen uit voor- en tegenstanders bestaat, die elkaar zo gemakkelijk (lees: graag) vinden in een onderwerp, waarover zij in de 'clinch' kunnen liggen, is dat een teken voor de deelnemers aan de discussie dat de tijd gekomen kan zijn om hun gezamenlijke conventie te overstijgen en elkaar te vinden in een nieuw perspectief dat de ruimte biedt om nieuwe vormen te geven aan de gezamenlijke inspiratie. Van steggelen, naar samenwerken, zogezegd.

In aansluiting hierop kan ook in het 'hier en nu' van de discussie op deze website n.a.v. het prikkelende artikel van Richard Engelfriet de oprechte vraag opkomen: "maar wat nu, dan?".

4. ‘Van buiten naar binnen naar buiten…’

Het antwoord op deze vraag is even simpel te formuleren, als ongetwijfeld moeilijk te realiseren.
Een 'goed gesprek' over de door Richard Engelfriet naar voren gebrachte materie (dialogisch, met een geopend oog voor binnen en buiten, dus ook niet vluchtig), en wel óp deze website, kan een nieuw type actie zijn, waaruit nieuwe denkbeelden naar voren komen, die een perspectief vormen voor ook weer nieuwe initiatieven, en zo voort.

In dit nieuwe perspectief zullen het vertrouwde managementdenken en haar fervente aanhangers en opponenten niet worden afgedankt. Zeker niet, zij krijgen zelfs een nieuwe waardige plaats. Alleen, niet langer als vanzelfsprekend op de voorgrond of op de barricade, ofwel prominent aanwezig, maar dienstbaar aan die nieuwe denkwereld, aan zo’n nieuw perspectief dus.

Dit nieuwe perspectief kan zelf dan ook niet anders dan een evenwichtig en verdiepend perspectief zijn, met een onomkeerbaar 'geopend oog’ voor de binnenwereld van het gevoel, dat ook de buitenwereld van de zintuigen niet over het hoofd ziet.
Zo’n perspectief kan alleen bestaan als het ruimte schept en mensen uitnodigt om nieuwe vormen (=buiten) te geven aan hun inspiratie (=binnen). Van buiten naar binnen naar buiten..., zogezegd.

Meer over Zingeving in werk en organisatie