Mag de relatie zich ook even voorstellen?

Boeken · Columns

We leven in een tijd waarin de psychologen volop podium krijgen. Problemen in de samenwerking worden daardoor meer en meer verpersoonlijkt en gepsychologiseerd. Laatst kreeg ik weer een prachtige folder ‘Psychologie voor managers’ op de deurmat. In alles wordt ons aangepraat dat we met onze ‘innerlijke mens’ aan de slag moeten. Jezelf als continu zelfverbeterings-project. Hoe waardevol dit ook is, kan het ook anders? Ja, en daarvoor moeten we niet ‘in’ mensen zoeken, maar ‘tussen’ mensen.   

Circus van continu jezelf verbeteren

Al eeuwenlang wordt door wijze geesten ons voorgehouden dat we op zoek moeten naar ‘de waarheid’ in onszelf en dat we problemen in de wereld bij onszelf moeten zoeken. De keerzijde hiervan is dat we problemen in de maatschappij, de organisatie en de samenwerking ook zijn gaan verpersoonlijken en psychologiseren. Onze hele taal is er doordrenkt van geraakt. Een betere wereld begint bij jou. Iemand is ‘zus of zo’ en diegene moet hoognodig eens met een coach aan de slag gaan om zijn of haar gedrag te beteren. De persoonlijke kwalificaties en de psychische stoornissen vliegen mij regelmatig om de oren. Iemand is een narcist of contactgestoord. De een is meer ‘blauw’, de ander meer ‘geel’. 'Ken uzelf'. De ‘innerlijke’ mens moet begrepen en doorgrond worden.

Omdat we met deze taal bestookt worden, gaan we dit ook in ons denken en doen onbewust overnemen, en versterken we deze ontwikkeling om voortdurend naar jezelf te kijken als een continu zelfverbeteringsproject. We worden massaal de hei opgestuurd om te werken aan ons persoonlijk leiderschap. En oplossingen voor problemen in de samenwerking zijn er daardoor op gericht dat de oplossing ‘in’ jou ligt. De keerzijde is dat mensen zich teveel verantwoordelijk gaan voelen voor problemen die buiten hun macht liggen, met uitval, burn-outs en depressies tot gevolg. Mijn stelling is dat we teveel aandacht hebben voor wat zich ‘in’ mensen afspeelt en te weinig ‘tussen’ mensen. We moeten meer het relationele speelveld in plaats van de individuele spelers. 

De oplossing zit aan de oppervlakte en niet in de diepte

Zou het daarom mogelijk zijn om de onderlinge relaties meer taal geven? In welk relationeel speelveld begeeft iemand zich waardoor diegene bepaald gedrag laat zien? En dat is in elke sociale context net even anders. Immers ‘hoe we in elkaar zitten wordt grotendeels bepaald door hoe we aan elkaar zitten’, aldus socioloog Joop Goudsblom. 

Marijke Spanjersberg schreef recent een prachtig boek over dit vraagstuk: Tussentaal (2022). Het beschrijft haar zoektocht in het werkende leven om taal te geven aan wat zich tussen mensen voordoet. Van in-mensen-taal naar tussen-mensen-taal. In haar boek doet ze pogingen om taal en repertoire aan te reiken om relaties te laten praten.

De kunst is om op een ‘ont-schuldigende’ manier iemands aandeel in een situatie te benoemen. En hoe het gedrag relationeel heen en weer gaat.

Bijvoorbeeld: met welk gedrag reageert Piet op Esther en viceversa? En in een andere sociale context met andere collega’s gedraagt Piet zich net weer even anders, omdat het relationele speelveld er anders uitziet met andere spelers en andere belangen en contextfactoren (wat maakt in deze context dat Piet zich zo gedraagt, met welke patronen en contextuele factoren heeft dat te maken?).
Wie Piet is als mens is dus niet eenduidig te beantwoorden, want het is relationeel en contextueel afhankelijk en met wie hij wel én niet in verbinding staat. 

‘Mag de relatie zich ook even voorstellen?’

Een praktisch voorbeeld uit haar boek is als zij een kennismakingsgesprek heeft met een bestuurder en bestuurssecretaris. Aan woorden geen gebrek om te duiden wie men is en wat hen bezighoudt en wat ze graag zouden willen. Totdat ze een andere afslag neemt en hen het volgende voorlegt: ‘Ik heb jullie ieder over jezelf horen vertellen en jullie hebben ook dingen over elkaar gezegd. Mag ik vragen of jullie relatie zich ook even kan voorstellen? Wat gaat er tussen jullie heen en weer en hoe zouden jullie dat omschrijven?’ Dan opeens hapert de woordenstroom, het wordt zoeken en vragend aftasten. ‘Het lijkt wel alsof we hier minder taal voor hebben,’ zegt de bestuurder. De secretaris knikt.  

Kortom, blijf eens weg om personen in een ‘individueel kleurenhokje’ te plaatsen. Maar stel bij het volgende teamoverleg de vraag aan je collega’s: hoe zouden wij hier de onderlinge relaties voorstellen? Zo leer je hoe je de onderlinge relaties meer taal geeft. Zoek daarin naar wat zich aan de oppervlakte voordoet en wat zich tussen mensen afspeelt. Op deze manier krijgt relationele taal meer ruimte in ons denken en doen. En worden problemen in de samenwerking ‘oppervlakkiger’ en lichter om te hanteren, in plaats van ‘diepgaand’ en ‘zwaar’. Zo bereiken we naast lichtvoetige mensen en relaties ook meer 'lichtheid' in de wereld.  

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Meer over Interne communicatie en samenwerking