Innovatieplatform focust op topwetenschappers

Het Innovatieplatform wil dat Nederland over vijf jaar tot de top behoort van landen met hoogwaardige kennis en technologie. Om dat te bereiken moet ons land volgens minister Laurens Jan Brinkhorst van Economische Zaken 'meer prestatiegericht worden'.

Bij het aantreden van het kabinet is het Innovatieplatform opgezet om de samenwerking tussen bedrijfsleven, kennisinstituten en de overheid te verbeteren. Dit jaar moeten alle ideeën die topmensen uit deze sectoren hebben gespuid worden omgezet in concrete plannen. Die presenteert het platform aan het eind van dit jaar.
Focus op wetenschappers

'Nu lopen we nog achter', zegt Brinkhorst in De Financiële Telegraaf over de ontwikkeling van hoogwaardige kennis in Nederland. Hij wijst op Singapore dat zich de afgelopen jaren heeft gericht op de zogenoemde life-sciences en veel laboratoria heeft opgezet en wetenschappers heeft aangetrokken. 'Ik zeg dan: daar moeten we ons bij aansluiten', aldus Brinkhorst.

Volgens de minister is al een flinke stap gezet door het makkelijker te maken buitenlandse wetenschappers aan te trekken. Die zouden nu minder papierwerk hoeven te verzetten voor ze hier aan de slag mogen. 'Het zit hem niet in het geld. Het gaat om goede voorzieningen.'

Brinkhorst en minister Maria van der Hoeven van Onderwijs tekenen woensdag een overeenkomst met Duitsland en België over een nauwere samenwerking in de regio Eindhoven-Aken-Leuven. Het gebied moet de 'Silicon Valley' van de drie landen worden, typeert Brinkhorst.

Subsidie
Verder krijgt het midden- en kleinbedrijf van Brinkhorst 7,5 miljoen euro extra om informatie in te kopen bij universiteiten. Met zogenoemde innovatievouchers van 7.500 euro kunnen 400 ondernemers naar een publieke kennisinstelling stappen.
Juist vandaag maakte het Leidse onderzoeksbureau Research voor Beleid bekend dat op Nederlandse universiteiten veel buitenlandse onderzoekers werken. Vooral aan de technische universiteiten werken veel buitenlandse onderzoekers, gemiddeld 32 procent. Bij de algemene universiteiten is dat gemiddeld 16 procent, variërend van 14 procent in Groningen tot 22 procent in Maastricht. Veel buitenlandse onderzoekers zeggen, volgens Research voor Beleid, niet in Nederland te willen blijven, maar na enkele jaren te willen vertrekken.

(bron: ZIBB)

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Victor Brettschneider
Ik vind dat dit kabinet zich teveel richt op de top instituten voor de bevordering van de innovatieve kracht van Nederland.

Ten eerste is het een EU-doelstelling om binnen afzienbare tijd winst te boeken op het vlak van innovatieve kracht van de EU. Dus solistische acties gericht op Nederlandse instituten is niet op z'n plaats. We moeten veel meer samenwerking zoeken met vergelijkbare instituten in Europa (en elders) en daaruit winst boeken.

Ten tweede zit de kracht van innovatie in de toepassing. Dat vereist een ontsluiting van kennis en ervaring. En dat vergt een open cultuur in organisaties om die beschikbare kennis en ervaring ook te kunnen toepassen. Dat betekent dat kennisbenutting belangrijk moet worden gevonden!

Ten derde zit er volgens mij meer winst te boeken in het bevorderen en vervolgens benutten van innovatieve kracht op de werkvloer. We moeten met z'n allen slimmer leren werken. Dat doe je door innoveren, vernieuwen of gewoon slimmer werken te belonen en te waarderen. Creativiteit moet meer kans krijgen.
Om dat overal voor elkaar te krijgen dient er (volgens mij) een cultuuromslag te komen op de diverse werkvloeren.

Voor het zover is stroomt er nog wel het nodige water door de Rijn.