Goed Projectmanagement bij de Waalbrug van Nijmegen

Cover stories

Volgend jaar is er feest. Dan bestaat de Waalbrug van Nijmegen 75 jaar. Toen in 1932 de eerste spade voor de oeververbinding van “de stad”naar “d’n overkant” de grond in ging, hadden we nog geen Prince2. We stemden onze activiteiten op elkaar af met stalen planborden en gekleurde kartonnen kaartjes. We communiceerden enkel face-to-face. Toch is het gelukt om een staaltje vakmanschap in Nijmegen neer te zetten dat weer en wind (lees: Duitsers en Geallieerden) heeft doorstaan. De Gemeente had een wens, de architect schetste een beeld, de staalconstructeur zag kansen voor technische hoogstandjes. Maar bovenal stond de wens van de burgers: Het zicht op de uiterwaarden van de Waal mocht niet te veel worden verstoord. En het project werd een succes! Nog steeds verdringen zowel ’s ochtends als ‘s avonds honderden automobilisten zich om een paar minuten van de brug te mogen genieten. Hoe deden ze dat toch, die “ambtenaren van het Bruggenbureau Rijkswaterstaat”?

Vanuit de klassieke projectmanagementgedachte is de gouden triangel van tijd, geld en kwaliteit dé maatstaf voor succesvolle projecten. Voor een slordige tweeënhalf miljoen gulden moest de oeververbinding aangelegd worden. Een deadline was niet gesteld, maar na wat gebakkelei tussen politieke organen, was ondertussen in de jaren ‘20 de noodzaak voor een Waalbrug ‘urgent’ geworden. Haast was dus geboden. De brug moest de gierpont over de Waal vervangen en, zoals gezegd, het uitzicht niet teveel verstoren. De Waalbrug kostte de gemeente uiteindelijk meer dan het dubbele. De brug werd 14 jaar nadat hij ‘urgent’ was genoemd, geopend. En ook aan de kwaliteitseisen werd bij lange na niet voldaan. Oorspronkelijk was één van de eisen een 6,6 meter brede brug. Bij oplevering bleek hij 21 meter breed te zijn. Voortschrijdend inzicht. Maar die 6,6 staat in alle rapporten. Project gefaald, zouden we op papier stellen. Toch ‘doet’ dat ding al bijna 75 jaar wat ie moet doen. Het is hét karakteristieke kenmerk van de skyline van Nijmegen geworden en elke Nijmegenaar is er meer dan trots op. Zo trots, dat er zelfs verregaande plannen zijn voor nog zo’n brug! Dan mag je toch stellen dat het project een succes geworden is?

In het navolgende staan we stil bij wat projectsucces is, welke factoren daaraan ten grondslag liggen en hoe de jarige Waalbrug als project zich ten opzichte van die factoren heeft gedragen.

Projectsucces en projectsuccesfactoren

Praktijkmensen en wetenschappers zijn het er over eens: er moet méér zijn rondom projectsucces dan afrekenen op tijd, geld en kwaliteit. Dat ‘meer’ wordt zichtbaar als we projectsucces splitsen in projectmanagementsucces en productsucces. Enerzijds: Wordt er opgeleverd wat in de opdracht staat, binnen de gestelde grenzen van budget en tijd? En anderzijds: Heeft het resultaat bijgedragen aan het hoger gelegen doel en doet het dus wat het moet doen? Hiermee zijn we direct bij het probleem van vandaag de dag. Elke ontwikkeling in ons vak is gericht op het beheersen en controleren van het projectmanagementsucces. Terwijl dat slechts één van de elf factoren is voor een succesvol project. De Waalburg laat zien dat productsucces belangrijker is dan projectmanagementsucces. Hij toont aan dat het allerhoogste doel zich niet laat vastleggen in geld of tijd. Pak een willekeurige ansichtkaart van Nijmegen en ‘de’ brug staat erop. Iedereen kent hem. Iedereen herkent hem. Een onbetaalbare visitekaartje. Het gaat uiteindelijk alleen maar over de vraag: ‘doet het ding wat het moet doen?’ En mocht u dat denken: dit is géén gesloten vraag.

Al bijna 15 jaar geleden bleek uit wetenschappelijk onderzoek dat de hoeveelheid instrumenten in projectmanagement omgekeerd evenredig is aan projectsucces (Aken, 1996). Met andere woorden: hoe meer hulpmiddelen, formats etc. je gaat gebruiker, hoe kleine de kans op projectsucces. Voor een succesvol project is slechts een minimum aan instrumentarium nodig. Geen wonder dat de Waalbrug het nog steeds ‘goed doet’: we hadden immers alleen een planbord en face-to-face communicatie…

Maar als de zo populaire tools een averechts effect hebben op projectsucces, wat helpt dan wel? Veertien onderzoeken naar projectsuccesfactoren over de afgelopen 20 jaar, leveren een ratjetoe aan resultaten op. Wanneer we ze samensmelten en inzoomen op de essentie van die factoren, komen we tot een lijstje van elf: de Project’s Eleven. Net als bij Clooney en consorten zit de kracht niet in het afvinken van de aanwezigheid, maar in een uitgebalanceerd samenspel.

Project’s eleven

We beginnen met een voor de hand liggende factor: het ontwikkelen van een gezamenlijk en concreet beeld van het te behalen doel in lijn met de organisatiestrategie (1). De crux zit hem in de woorden ‘gezamenlijk’ en ‘ontwikkelen’. Het is een proces van opdrachtgever en projectmanager samen om te komen tot een beeld van het doel waarmee beide partijen verder kunnen. De betrokkenheid van de opdrachtgever biedt de borging van afstemming van het doel op de organisatiestrategie. Daarom strandde de eerste pogingen in 1906, om te komen tot een vaste oeververbinding in Nijmegen. De “Waalbrug-revue”, zoals deze periode bij oplevering werd genoemd, was begonnen. De gemeenteraad had haar handen vol aan een stadstram, een Katholieke Universiteit in een rood bolwerk, en een dreigende wereldcrisis. De aandacht voor de bouw van een brug paste gewoonweg niet op de agenda.

Een projectdoel wordt concreter naarmate de relatie projectmanager - opdrachtgever voortduurt. In Nijmegen werd in eerste instantie “een oeververbinding” als resultaat geformuleerd. Bij oplevering sprak de burgemeester: ”Van de algeheele voltooiing van het werk zal eerst gesproken kunnen worden, als ook de nieuwe weg voor snelverkeer, die rechtstreeks van brug tot brug is geprojecteerd, gereed zal zijn gekomen en de oude Keizerstad met de hoofdstad van Gelderland (…) zal zijn verbonden.” Vanzelfsprekend: Wat heeft een oude Keizerstad aan een brug die nergens naartoe leidt?

Het doel van een project geeft een beeld van iets dat je ver weg ‘ziet’. Latijns voor ‘zien’ is ‘vide’, waarvan visie is afgeleidt. De projectvisie (2) is het perspectief van waaruit je naar het projectdoel kijkt. Een mooie projectvisie motiveert en inspireert teamleden en andere belanghebbenden zodat zij blijven meewerken aan het behalen van het doel. In zo’n visie staan waarden en overtuigingen voor samenwerking en andere aanverwante zaken weergegeven. Het siert Nijmegen dat ze in hun projectvisie opgenomen hadden dat het een “werkverschaffingsproject” voor het groeiend aantal Nijmeegse werklozen zou zijn en dat men de voorkeur uitsprak voor het werken met louter “Nederlansche” bedrijven.

Niet alleen het hébben van een projectvisie, maar juist de ondersteuning door het topmanagementsupport (3) is van doorslaggevende betekenis bij het behalen van projectsucces. Topmanagementsupport heeft niets te maken met bemoeienis, maar alles met de mate waarin het lijn- en topmanagement de projectvisie ondersteunt. Die ondersteuning laat zich omschrijven in tal van werkwoorden: ‘actief aanmoedigen’, ‘de bereidheid om te leveren’, ‘het helpen van de projectmanager’, ‘bouwen van strategische samenwerkingsverbanden’ en ‘het bereid zijn om deze aan te wenden’. Topmanagementsupport is een actieve bezigheid. Het negeren van draagvlakproblemen bij het topmanagement kan catastrofale gevolgen hebben, zo weten ze ook in Nijmegen. Toen in 1912 de plannen voor de brug met 22 stemmen voor en 6 stemmen tegen, werden goedgekeurd, spraken de Provinciale Staten van “een ramp” en “een nutteloze aderlating”. Desondanks stemden de provincie en de Tweede Kamer in met de plannen, werd een renteloos voorschot overgemaakt en een bouwvergunning verleend. Maar in aanloop naar de raadsverkiezingen gooide Dobbelmann, een vooraanstaand burger, lid van de Provinciale Staten, fractievoorzitter van een partij en heftig tegenstander van de brug, de bouw als thema in de strijd. Nog voor de raadsverkiezingen sneuvelde het besluit tot de bouw van de brug en werden de boeken hierover (tijdelijk) gesloten.

Het topmanagement beïnvloedt direct het operationeel management en daarmee het beschikbaar stellen van de juiste hoeveelheid kennis en (technische) middelen (4). Op aangeven van de projectmanager wordt de juiste en vereiste technologie en expertise bepaalt. Helaas laat de documentatie over de bouw van de Waalbrug ons op dit punt in de steek, behalve dan een indrukwekkend gedetailleerde “lijst van verwerkte materialen”: graniet, grond, klinknagels, het aantal houtblokjes op het rijdek, de hoeveelheid verf, staal etc.

Het topmanagementsupport heeft tevens invloed op het gedrag van de gebruikers: Een hoge mate van managementsupport in combinatie met waargenomen problemen, verhoogt het belang van gebruikers, en dus de noodzaak tot gebruikersacceptatie (5) van het project. (Milis & Mercken, 2002). Een project kan nog zo mooi, goedkoop, snel, gemotiveerd, gewaardeerd of futuristisch zijn; als de gebruiker er niets mee kan, gaat het als ‘gefaald’ de boeken in. De winkeliers van “de benedenstad” hingen, bij de opening van de brug, als protest een zwarte vlag uit (die met grote moeite verborgen werden gehouden voor de ogen van Koningin Wilhelmina). Het om de oude stad heen geleidde verkeer zou immers inkomstenderving betekenen. Maar die vlag was snel opgeborgen toen bleek dat niet alleen burgers Nijmegen via de nieuwe brug verlieten, maar ook dorpelingen van de noordkant Nijmegen makkelijker in konden komen.

Naast managers en gebruikers zijn er veel meer belanghebbenden die hun invloed al dan niet laten gelden: de stakeholders. Het omgaan met hun onderlinge interacties staat bekend als stakeholdersmanagement (6). De gemeenschappelijke noemer onder de perspectieven op stakeholders is dat zij een belang in de uitkomst van het project hebben. Dat belang kan een interesse, een recht of een eigenaarschap zijn. De meeste stakeholders van een project hebben een ‘interesse’: door het realiseren van het project gaat er iets voor hun veranderen. Die verandering was voor de eerste kamerleden Van der Lande en Arntz wel heel doorzichtig. De heren waren woonachtig in resp. Ubbergen en Nijmegen toen zij in 1921 opnieuw pleitte voor de aanleg van een vaste oeververbinding. Ditmaal met meer succes.

Met enkel het managen van de stakeholders is de projectmanager niet klaar. Stakeholders hebben ‘slechts’ een belang in het projectresultaat. Daarnaast zijn er ook mensen, organen, projecten, programma’s die belang hebben bij het project als organisme. Söderlund (2004) introduceerde voor deze projectsuccesfactor het begrip ‘projectecologie (7)’. Ecologie bestudeert de verspreiding van organismen, de dynamiek van de wisselwerking tussen organismen en de relaties tussen organismen en de niet-biologische omgeving. Projectecologie is het beter integreren van projectmanagement met andere (algemene) ontwikkelingen in de omgeving. Dat vraagt aandacht voor andere projecten, voor economische en sociale ontwikkelingen. Voor bijvoorbeeld de bouw van de Rijnbrug bij Arnhem en de enorme crisis van de jaren ’30.

Tot nu toe heeft de projectmanager heel veel gepraat en is er nog geen spade de grond in. De sociale vaardigheden van de projectmanager (8) moeten dan ook ver bovengemiddeld ontwikkeld zijn. Niet alleen een genuanceerd gevoel voor de interactie, maar ook voor omgevingssensitiviteit, het kunnen vereenvoudigen van complexiteit en de mate van projectvolwassenheid van de projectmanager (9) onderscheiden de excellente projectmanager en vergroten de kansen op projectsucces.  Gelukkig hoeft hij het niet allemaal alleen te doen. Inherent aan een project is namelijk een projectteam. Wanneer hij dat team in flow (10) weet te krijgen, zullen zijn projectwerkers tot een ongekend hoog niveau van presteren komen. Flow (geïntroduceerd door Csikszentmihalyi), is de toestand waarin mensen dermate betrokken zijn dat ze alles om hen heen vergeten en het gevoel ervaren dat alles goed en vanzelf gaat. Behalve een weergave van de indrukwekkende begrafenissen van “zij die bij den bouw van de brug den dood vonden”, zwijgt de documentatie helaas over de projectmanager en zijn competenties.

‘Waar blijft nu het klassieke projectmanagement (11)?’, vraagt u zich wellicht af. Als sluitstuk van de Project’s Eleven hebben we daar weldegelijk aandacht voor. Een meer of minder globale uitwerking van de projectvisie, als zijnde de weg naar het doel (in zowel tijd als geld en kwaliteit), vormt de basis. Door stilstaan en voor- en achteruit te kijken zien we de realiteit en sturen we verwachtingen bij. “’n Brug tot elken prijs”, stond in de visie. Dan valt de uiteindelijke prijs, die twee keer zo hoog was als de eerste raming, toch wel mee?

De Project’s Eleven laten zien dat de Waalbrug is gebouwd met een visie, met enorm veel aandacht voor alle partijen en met vakmanschap. Meer heeft goed projectmanagement niet nodig.

In een vervolg op dit artikel leest u over de toepassing van de Project’s Eleven bij hedendaagse projecten.

ir. drs. Nicoline Th. Mulder
www.mooiprojectmanagement.nl

Bronnen:

  • Aken van T (1996) De weg naar projectsucces.
  • Branbers, J. (2005) Nijmegen. Geschiedenis van de oudste stad van Nederland.
  • Csikszentmihalyi (2007) Flow.
  • Gedenkboek Opening Waalbrug Nijmegen. (1936)
  • Milis K. Mercken R. (2002) Success factors regarding the implementation of ICT investment projects. International Journal of Production Economics. vol 80 (1)
  • Söderlund J (2004) On the broadering scope of the research on projects: a review and a model for analysis. International Journal of Project Management. vol 22 (8)
  • Foto van: de Broeders van Liefde, het Pensionaat Jonkerbosch 1935-1985', Nijmegen 2009, met op de voorgrond: Ed Grödel.

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Koos Overbeeke
Hoi Nicoline,

Een prachtig artikel. De inhoud is uit mijn hart gegrepen. Ook leuk hoe je impliciet vanuit een historisch perspectief een heel ander beeld schets van actuele infrastructurele projecten.
Ik zie uit naar je vervolg: de toepassing van de Project’s Eleven bij hedendaagse projecten.

Hartelijke groet,
Koos
Rob Buijtendijk
Mooi artikel van Nicoline!

Het illustreert voor mij opnieuw dat projectmanagement veel meer is dat de traditioneel gedefinieerde scope: deliverables opleveren binnen kaders en het hard managen daarop.

Op basis van eigen onderzoek, bevestigd door het artikel van Nicoline, zie ik een duidelijk ontwikkelpad voor mij voor de projectmanager 2.0 (liever heb ik het over een projectleider).

Er zijn naar mijn mening drie thema's die een rol gaan spelen bij de mate van succes die projectleiders hebben in de toekomst, te weten:

1. Het Leiderschapthema: de evolutie van de projectmanager naar projectleider houdt in dat de projectmanager het managen van middelen niet meer als hoofdzaak, maar meer als een belangrijke bijzaak gaat zien. De focus komt meer en meer te liggen op het leveren van de effecten van het projectresultaat, passend in haar omgeving. De projectmanagementmethode is hierbij slechts een hulpmiddel. Deze werkwijze vraagt om leiderschap.

2. Het Veranderthema: de veranderingen die het gevolg zijn van een project zullen binnen de scope van het project gaan vallen (en niet meer erbuiten zoals nu vaak het geval is). Projectleider zullen hun harde, blauwe pallet moeten bijvullen met verandekundige interventie technieken. Ook zullen ze naast een projectplan een veranderplan moeten gaan maken dat de veranderstrategie beschrijft.

3. Het Ondernemersthema: het ondernemersthema complementeert de andere thema's. Waarom doen we een project? Aan welke bedrijfsdoelen draagt het project bij? De antwoorden op deze vragen maakt dat projectleiders in ruw vaarwater de juiste beslissingen kunnen maken.

Kortom: beste projectmanager, ik roep jullie op om over de brug te lopen die Nicoline heeft beschreven, het oude projectmanagement achter jullie te laten en kennis te maken met het nieuwe projectleiderschap.

Rob Buijtendijk
Alg. Directeur
InnerVisie BV
Nr.1 In strategie implementatie
Ir. J.A Vreman - projectmanager Ruimtelijke Ordening
Eindelijk een stuk waarin eenvoudig de elementen van mijn werk (projectleider/projectmanager/procesmanager Ruimtelijke Ontwikkeling) worden beschreven. Bovenal wordt duidelijk dat de kunst van het projectmanagen niet bestaat uit één tactiek of techniek óf het zo groots mogelijk optuigen van een project, maar een samenspel is van elf factoren die in balans gehouden moeten worden. Dit vergt mentale souplesse, analytisch vermogen, inlevingsvermogen, commucatieve vaardigheid en flexibiliteit van de projectmanager. En dat....maakt het tot een mooi vak!

Ir. J.A. (Hanneke) Vreman
Projectmanager Ruimtelijke Ontwikkeling
Grontmij Nederland B.V.

Meer over Projectmanagement