Talentenjacht

Columns

In de American Psychologist van 1960 valt te lezen: "Our educators, our ministers, our editors, our businessmen, our unions, and our organizations...should join in a mammoth talent hunt to uncover [the] treasure of brains which ...is hiding in unlikely places all over America" (mijn italics). Die focus op individueel talent is in de Verenigde Staten een uitvloeisel van de filosofie dat een maatschappij als hoogste waarde moet hebben het scheppen van de mogelijkheden voor het individu om diens potentieel te ontwikkelen (uit: The Pursuit of Excellence: Education and the Future of America, 1958).

Wat toen gezegd werd, zie je vandaag de dag nog steeds terug. Een voorbeeld. Wat is er Amerikaanser dan basketbal? Recent merkte Ivan Luković, basketbalkenner en -blogger, op dat de focus in de NBA ligt op het bevorderen van individueel aanvallend talent (want spectaculair!). Dat lukt goed en het regent recordscores. Over Europese basketballers: "Jongens in die competitie groeien met een heel andere filosofie op. Je speelt bij een club in plaats van zoals in Amerika voor een school of universiteit, waar individueel talent ook al moet uitblinken." Luković verwijst ook naar het feit dat Duitsland verrassend wereldkampioen werd en de Amerikanen voor de tweede keer op rij naast de medailles grepen. Duitsland speelde daar als team. (NOS Sport, 4 januari, 14:27).

Wat zegt dit? Eenzijdige focus op individueel talent is precies wat het is: eenzijdig. De andere kant van de medaille —ten minste bij teamsporten— is dat eendracht macht maakt. Een macht die een individu niet kan breken of bereiken. Is dat nieuws? Nee, natuurlijk niet, maar leren we er ook van? Nou, dat valt nog niet mee. Weer even het jaren '60 artikel: "(...) a strong case can be made for the proposition that the value of a nation's intellectual resources —or the total achievement— would be maximized by maximizing the variety of abilities within and among individuals. This is not a new idea, but the point needs repetition and also needs analysis, for even though we agree upon the value of diversity, strong forces are constantly at work in the opposite direction. These forces tend to make us more, rather than less, alike and tend to prevent the uneven development of a talented individual" (mijn italics).

Het punt is dat als divers potentieel zich maximaal ontplooit, het collectief er beter van wordt. De analyse gaat om vinden van machinaties die deze ontplooiing tegenwerken. Het sport-voorbeeld wijst in een bepaalde richting. Individueel presteren wordt individueel beloond. En gedrag dat wordt beloond, wordt frequenter vertoond. Het beloningssysteem is dus zo'n machinatie.

De profeet die in eigen land niet werd erkend

De Amerikaan W. Edwards Deming werd met z'n statische en psychologische managementmethodes in Amerika niet erkend, maar droeg in Japan bij aan de economische wederopstanding van dat land na WOII. Cruciaal voor gebrek aan erkenning in Amerika? Zijn radicale en compromisloze afwijzing van alles wat naar individuele prestatiebeloning riekt. En inderdaad, precies het tegenovergestelde wordt gewaardeerd in Japan: het collectief.

Een andere ‘profeet’, Meredith Belbin –inmiddels achter in de 90, werd beroemd met zijn onderzoek waaruit het concept van de teamrollen voortkwam. Hij en zijn team (!) identificeerden er 8 (later 9). Een team is een excellent team als alle cruciale rollen vervuld worden door competente individuen. En hier zit de crux: niet alleen competent op inhoud, maar passend bij persoonlijkheidskenmerken die de rollen vereisen.

Ik denk aan de film Oppenheimer, waarin een briljante wetenschapper in het team van Oppenheimer zijn bijdrage aan kennis en vaardigheden niet kon leveren doordat zijn persoonlijkheidskenmerken niet pasten bij zijn rol. Met spijt zag Oppenheimer hem vertrekken, maar de teamprestatie leed er niet onder. Het gaat om de balans tussen de individuele inbreng en geschiktheid voor de rol om een effectief collectief te creëren.

De escalatie: van 'hunt' naar 'war'

In de jaren '60 dus de ‘jacht op talent’, eind de jaren '90 begon de oorlog: 'war for talent'. Die terminologie suggereert een escalatie in een bepaalde richting. Een escalatie die zich in de sport en in het bedrijfsleven heeft uitgedrukt in exorbitante vergoedingen voor individuele sporters en bestuurders. Het is gemakkelijk om de oplossing te zoeken in individueel talent: haal een topper binnen en je bent klaar! Het is verdomde moeilijk om een team succesvol te maken, laat staan een moloch van duizenden individuen. De korte klap ("koop een sterrenteam bij elkaar"), heeft in de praktijk wel bewezen geen garantie voor succes te zijn. Het vechten om talent (meestal door met de geldbuidel te zwaaien) is maar beperkt zinvol als je er daarna geen team van weet te smeden. Maar door de toenemende druk op korte termijn successen, krijgen niet veel teams en organisaties daar nog de tijd voor. Vraag het maar aan een willekeurige voetbalcoach zoals, pak 'm beet, Louis van Gaal bij FC Barcelona of Manchester United.

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Meer over Talent ontwikkeling