Sociale Innovatie: Geen stages, werkeloos; een treurig verhaal

Columns

Sollicitatie training op een VMBO. Twee passages uit een column van Margo Trappenburg in het NRC:

  • “Jessica, ik zie netkousen en ik zie een heel kort rokje. Wat denk je zelf? Geen goed idee hè? Jullie toekomstige werkgevers zitten in verzorgingshuizen, supermarkten en fabrieken. Die zijn niet op zoek naar een nieuwe idol. Salima, een gewatteerde body-warmer met een capuchon is ook niet geschikt. Veel bazen vinden capuchons aan binnenkleding ordinair en gelijk hebben ze."
  • "Ayse, had jij een vraag?”
    “Ja juf. Ik mag van mijn geloof geen oogcontact maken met een man en ik mag mannen geen hand geven juf.”
    “Wat is dat nou opeens? Vorige week heb ik je daar helemaal niet over gehoord.”
    “Mevrouw Raboti van wiskunde geeft nooit handen en zij is ook moslima net als ik.”
    “Ayse, mevrouw Raboti was drie maanden geleden ook al moslima en toen schudde ze nog wel handen. Kun je niet een voorbeeld nemen aan de mevrouw Raboti van toen?”
    “Nee juf, het geloof is te belangrijk voor mij. Mevrouw Raboti zegt dat ik van de ‘Commissie Gelijke Behandeling’ mannen niet hoef aan te kijken en geen hand hoef te geven, als ik er maar voor zorg dat ik vrouwen ook niet meer aankijk en ook geen hand geef. Anders zou ik mannen en vrouwen ongelijk behandelen en dat mag niet in dit land. Dat vind ik geen probleem juf. Ik kijk gewoon aldoor een beetje weg en raak niemand meer aan.”

Er is een schreeuwend tekort aan mensen in de detailhandel en in de horeca; ook technisch personeel en mensen voor de bouw zijn niet te vinden. Ik schreef al eerder over de ervaringen van Dick van der Toorn, directeur van TNS, Tower Network Systems. Hij kan geen geschikte mensen krijgen; hij is zelfs de scholen langs gegaan. Het lukt niet. Waar gaat het mis? Een paar citaten: “Vaak onfatsoenlijk of ongeinteresseerd gedrag. Vaak ook veel te hoge verwachtingen.” Terwijl, als je bij hem monteur wordt, je een auto krijgt en een goed salaris. “Maar er moet wel motivatie zijn en je moet wel willen leren.” Stelt Dick te hoge eisen? Is hij bij voorbaat gekant tegen allochtonen? Ik denk het niet. Deze man heeft prijzen ontvangen voor zijn allochtoon-vriendelijk beleid. Van de 134 werknemers zijn er 42 van buitenlandse komaf.

Hier ligt een  probleem dat aangepakt moet worden. Maar durven en kunnen we het wel aanpakken? Durven? Ja, durven! We moeten mensen onomwonden durven informeren dat gedrag, houding en kleding van belang zijn. Feedback dus over hoe ze overkomen. Maar tja; wie heeft daar nog zin in als je meteen van discriminatie beschuldigd wordt. “Daar begin ik niet meer aan; je krijgt alleen maar gelazer!” Vicieuze cirkel gesloten. De mensen waarom het gaat blijven werkeloos ipv dat men snapt welke effect de eigen houding oproept.

Hierbij komt nog dat mensen vaak ver verwijderd zijn van een realistisch beeld over hun gedrag. Wel eens naar Idols of de Xfactor gekeken? Daar zie je continu gedemonstreerd hoe gemakkelijk mensen zich bijzondere kwaliteiten en talenten toedichten. Talenten die die voor een buitenstaander in de verste verte niet te ontwaren zijn. Je ziet ook gedemonstreerd hoe ontsteld en agressief mensen reageren als ze daarover geinformeerd worden. Wat moet dat worden als ze op hun werk feedback krijgen over hun gedrag? Ontsteltenis, agressie, 'blame the other'? De afloop is te voorspelbaar om dit maar te laten gebeuren

Hier is een civilisatie offensief nodig. En als dat niet in de thuissituatie wordt opgepakt zal dit in de samenleving moeten gebeuren. Ik heb groot respect voor de scholen en de docenten die dit oppakken.

Een civilisatie offensief! Is dat niet wat te kras en te bruusk?

Misschien even wennen maar zo is het altijd wel gegaan in onze historie. Aan het eind van de middeleeuwen schreef Erasmus een manieren-boek voor jonge mensen die een stapje verder wilden komen. “Niet de hele tijd je bekrabbelen, hoesten of snuiven. Kijk uit met drukke gebaren. Loop niet te spuwen.” Gildebesturen vaardigden reglementen uit hoe men zich bij bijeenkomsten moest gedragen. “Niet de hele tijd bier morsen; het lichaam bedekken met fatsoenlijke kleding; geen beledigende taal uitslaan; ook niet een mes naar iemand uitsteken.” Fabrikanten als Wedgwood en Regout stelden in de 18e eeuw gedragsregels op als: “Niet met ballen tegen de muren gooien; geen flesssen met alcohol aan de mond zetten; niet tijdens het werk gok- en kaartspelen introduceren.” Als men hierop betrapt werd dan merkte men dat meteen in aanzienlijke kortingen op het uitbetaalde loon. Ook subversieve en obscene uitlatingen werden streng beboet.

Bankiers als Mees, in de 19e eeuw vaardigden tal van voorschriften uit: “Kwitantie-lopers mogen niet in kroegen komen. Elkaar toeschreeuwen tijdens het werk is streng verboden.” Daarbovenop kwam nog de continue druk van gezagsdragers en religieuze autoriteiten om zich aan de regels te houden en zich fatsoenlijk en aangepast te gedragen.

In onze tijd zijn we zo goed als verleerd om zo’n proces van fatsoenering en disciplinering vorm te geven en vol te houden. We lopen er omheen en hopen maar dat het goed zal komen. We vinden het al gauw een aantasting van persoonlijke vrijheid en waardigheid. En natuurlijk valt meteen de kreet “Discriminatie!” Iedereen heeft immers recht op zijn eigen identiteit! Maar wat als deze identiteit leidt tot werkeloosheid en verloedering? Dat vind ik pas aantasting van persoonlijke vrijheid en waardigheid.

Willem Mastenbroek
Hoofdredacteur ManagementSite.

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Jos Steynebrugh
Ik had een vetkuif en een kippekont (naadje in haar achter het hoofd)
Lichtpaarse spijkerbroek en overhemd met hoge opstaande kraag (ja, echt waar).
Mijn Mobilette was eigenhandig opgevoerd en deed 90 km/uur.
We dronken best héél veel bier en draaiden heavy Rock muziek.
In het weekend, wel te verstaan.

Maar ’s maadags morgens verscheen ik in confectiepak, haar normaal geklamd en een wit overhemd en meestal nuchter.

Later werd het bebop haar, een stevige joint werd niet ontlopen en witte wijn bij sloten.
Muziek werd Heavy Metal, autootje was een Ford Capri. Ook met sex werd geexpirimenteerd en we reden auto’s van Hertz tegen vergoeding door héél Europa. In mijn vrije tijd, wel te verstaan.

Maar ’s maadags morgens verscheen ik in confectiepak, haar normaal geklamd en een wit overhemd en meestal niet stoned.

Dat waren hele bewuste keuze’s. De indruk die ik krijg van de jeugd van nu is dat ze ZEGGEN te willen werken, maar ze bedoelen dat ze geld willen hebben. Da’s iets anders. Beetje héél erg veel verwend en gepamperd wellicht?

Ennuh, stelen deden we ook niet, gewoon werken voor je brommer, reeds.

Jos Steynebrugh
Change Enhancement, Zoetermeer
Ronn
Keuzes, besef, inzicht, nadenken. Weten wat de gevolgen zijn en als je daar voor kiest, dat ook accepteren.

Ik heb mijn leven lang (nou ja, vanaf pakweg 14 jaar) een meer dan gemiddelde haarlengte. Overjarige hippie, zo u wilt. Daarnaast af en toe een tamelijk uitgesproken (kleurige, maar weliswaar nette) kledingoutfit. Ach, bij afscheid van een (voormalige) werkgever werd er op in gegaan onder het mom van "Je beste amigo is je imago".
Ik weet dat ik daardoor desondanks sollicitatierondes ben uitgeknikkerd, dat ik in bepaalde kringen niet "binnen kom", dat er vooroordelen zijn geweest en nog af en toe wel denk ik.

Vind ik dat erg? Ja.

Niet om de gemiste kansen, want feitelijk heb ik ze nooit gemist... I got by alright.
Wel, omdat ik me blijf verbazen over de keuzes van (non-)acceptatie van de mensen aan de andere kant van de tafels.

En? Help ik mijzelf daarmee, als ik toch aan de bak wil daar. Nee! Als dat een groot probleem zou zijn heb ik daar zelf mee te dealen.
In die zin ben ik het -tot op zekere lengte- eens met Jos.

Maar of "ze gelijk hebben" op het punt van een kledingstuk en of dat van doorslaggevende betekenis moet zijn, vraag ik me ook weer af. Ik zie wel vaak dat er toch ook erg kortzichtig wordt uitgegaan van wat dan als standaard (welke dan eigenlijk) wordt gezien. Nog niet zo lang geleden liepen hier de vrouwen met hoofddoekjes op zondag de kerk binnen, zonder de hoofdbedekking te hoeven afdoen, maar owee, als je als man de pet op hield. Dat was de standaard...

Ik schuif een beetje naar het midden.
Van beide kanten weten wat standaard is en wat niet, wat je daar van vindt of niet. Van beide kanten wat meer nadenken over de ander en jezelf.
Dat zou een hoop helpen.

En dat alles, terwijl ik staar naar een prachtige zonsondergang, mijn werk doe in een bureaucratische organisatie, waar ik (met redelijk lang haar) en kleurige kleding, zelfs met das waar dat helemaal niet 'done' is, mingle tussen de meest uiteenlopende mensen met ieder hun eigen ditjes en datjes. En de meeste komen echt wel allemaal ergens goed terecht.

En ze moeten ze allemaal zelf weten hoe.

Ronn van Etten
Van Zelf Advies

Adrie Warmerdam
Ik was nogal saai toen ik jong was. Geen opvallende kleding, geen opvallende kapsels met opvallende kleurtjes. Een beetje kleurloos dus. Ik keek met veel bewondering naar die mensen met lef, die durfden afwijken van wat 'normaal' werd gevonden. Maar kijk nu eens? Al die mensen die de Flower Power tijd actief hebben beleefd met protestmarsen en kraakakties, lopen nu merendeels in driedelig grijs of gaan als 'dame' gekleed met bijbehorende kapsels.

Toen was het blijkbaar ook al nodig om je te conformeren aan de ongeschreven kledingwetten in het bedrijfsleven, anders kwam je nergens.

Wat mij verbaast is het feit dat, als je over dit onderwerp praat met mensen om je heen, bijna niemand van mening is dat bijv. een 'accountmanager' in zo'n harnas gehesen hoeft te worden. Verzorgde kleding, schoon en niet kapot moet voldoende zijn vinden de meesten. Ook gelijke kansen voor mannen en vrouwen met gelijke beloning etc. etc. Maar waarom wordt de directeur van het bedrijf waar ik werk dan anders behandeld als hij in een pak zijn entree maakt, dan wanneer hij in zijn spijkerbroek met een van mijn collega's op de werkvloer verschijnt? Hij is dezelfde man in dezelfde functie, maar heeft zichzelf voor die dag alleen maar andere werkzaamheden toegedicht.

Nog een voorbeeld: onlangs was ik op een business beurs. Wat zie je om je heen lopen? Mannen in driedelig blauw, zwart, bruin of grijs, al dan niet met krijtstreep en (meestal) met bijpassende das. Zij lopen met zwarte leren schrijfmappen onder de arm en wapperen met visitekaartjes. De entourage (lees lokkertjes) wordt verzorgd door bij voorkeur jonge slanke dames in keurig mantelpakje of in naveltruitjes, al naargelang het effect dat men wenst te sorteren.

Het zijn m.i. niet alleen de kleding of de verwachtingen die maken dat niet-conformerenden niet aan de bak komen. Het is gewoon dat holbewonersgedrag, geperst in een apepakje, dat de norm bepaalt. Alles wat afwijkt blijft zo lang mogelijk buiten het circuit. Slechts een enkeling komt hier doorheen, en dan meestal in een non-profit organisatie, want in het commerciële circuit is het allemaal nog eens zo erg. Ons dilemma (de mens dus) zit gewoon in het feit dat we wel zèggen dat het anders moet kunnen, maar dat we diep van binnen niet wìllen dat het verandert. En kom daar maar eens uit. Geen wonder dat de jongelui een verkeerd beeld krijgen van de realiteit en in verwarring raken van deze maatschappij.

Wij volwassenen veroorzaken dat zelf en de opleidingen dragen daar een flink steentje aan bij door geen duidelijkheid te scheppen, maar met alle winden mee te waaien uit angst voor een vermanende vinger van hogerhand.

Wat jammer toch dat het lef gelijk met de Flower Power is verwelkt!
Willem Mastenbroek
Auteur
Adrie. Wat jij tegenkomt is zeer herkenbaar. "Maak je niet druk; verzorgde kleding, als het maar schoon en niet kapot is" (Nu vind ik dit gegeven de situatie die ik in mijn column beschrijf al heel wat.) Maar waarom wordt dit beweerd door mensen die je even later in 3 delig grijs of een keurig mantelpakje ziet rondlopen?
Oude routines? Wil men eigenlijk niet anders? Dat zou kunnen. Het heeft iets voorspelbaars en voorspelbaar gedrag stelt gerust en vergroot de acceptatie over en weer. Er blijven vaak nog genoeg zaken over waar men toch nog over moet bakkelijen.
Ik signaleer nog een andere reden: Het staat stoer en om er zo over te praten. Je toont je aldus een ruimdenkende wereldburger met een groot begrip voor afwijkend gedrag. Dat deze wereldburger ondertussen wel beter weet en daar ook naar handelt hoort er ook bij. En dat af en toe een goedgelovige collega erdoor op het verkeerde been wordt gezet ook: "Eigen schuld, dikke bult. Dan had'ie maar wijzer moeten zijn; weer een mogelijke concurrent op de weg omhoog uitgeschakeld!"

Jos beschrijft overigens een oplossing: "Doe je eigen ding met de jouwen maar laat dat je kansen in andere delen van de samenleving niet nadelig beinvloeden. Ontwikkel een goede antenne voor wat daar kennelijk als gepast gedrag wordt ervaren en handel daarnaar."
Een mens kan daar overigens ook een 'balancing act' van maken zoals Ron. Dat vraagt ook een bepaalde virtuositeit.

De jongeren in mijn column zijn daar nog lang niet aan toe. Dit gaat ook verder dan verzorgde kleding, wel of niet. Het heeft te maken met een andere impulsbeheersing in het sociale verkeer. Een impulsbeheersing die overkomt als gesloten, weinig toegankelijk en niet geinteresseerd of juist als opvliegend en onberekenbaar. Het vermogen om kritisch naar zichzelf te kijken - met de ogen van een ander dus - en enige feedback daarop te doen landen lijkt niet altijd aanwezig; de afweer daartegen juist weer wel. Waar dat vandaan komt en hoe dit te verklaren of te veranderen is, daar ben ik nog over aan het dubben.

Hoe dan ook, hoe onduidelijker we zijn over wat we als gepast en fatsoenlijk ervaren op school, in de publieke ruimte en op het werk, hoe meer problemen we creeren. Maar we zijn al in de fase dat er risico's aan deze duidelijkheid verbonden zijn. Vicieuze cirkel gesloten!

Hele fraai de ontboezemingen en de openheid van Jos, Ron en Adrie! Mijn dank daarvoor! Het laat zien hoe we allemaal op een eigen manier de problemen die hier liggen proberen op te lossen en te begrijpen.

Willem Mastenbroek
Hoofdredacteur ManagementSite
N Dragt
Lid sinds 2019
Om te beginnen zitten kinderen op het vmbo in hun pubertijd en dat is altijd al een periode van je afzetten tegen de gevestigde orde. Het is een moeilijke tijd voor kinderen omdat ze juist zoeken naar wat wel of niet kan. Ze proberen te leren waaraan en aan wat ze zich moeten aanpassen en wat ze zelf mogen beslissen.

Zelf heb ik nog nooit gemerkt, dat het mijn kleding is geweest die ook maar ergens toe heeft geleid. Kleding is wel het eerste element, net zoals slecht Nederlands, dat gebruikt wordt om te veroordelen in sollicitatieprocedures.
Wat dat betreft vergeten we te vaak, dat veel van wat ons overkomt (en mannen hebben daar heel veel last van) vaak niet meer is dan puur geluk. We waren op de juiste plek op het juiste moment, met de juiste houding, kleding en taalgebruik.

Dus als noch werkgevers als vmbo leerlingen zich aan elkaar willen aanpassen, dan zijn het toch vooral de werkgevers, met vaak 20 of meer jaar werkervaring er de schuld van dat de leerlingen zich niet kunnen aanpassen. Ik heb namelijk nog nooit gehoord van het feit, dat het de onervarene mens is, die de vaardigheid bezit om zich aan te passen aan een situatie die hij nog nooit heeft ervaren. Maar helaas blijken de werkgever en de vmbo leerling elkaars spiegel te zijn: ze willen allebei dat de ander zich aanpast aan hem en ze willen geen van beide zich aanpassen aan de ander. Daar is je vicieuze cirkel.

Wat dat betreft is het aan ieder mens afzonderlijk om te beslissen of hij zich wil aanpassen of niet. Maar ga niet naar de zwakkere partij wijzen, de partij zonder ervaring in het aanpassen, dat hij zich moet aanpassen, als je zelf niet bereid bent om te kijken hoe je de ander kunt helpen.

Meer over Scholing en werk