De stadslogistiek groeit razendsnel. In de komende tien jaar neemt het aantal ritten met bijna twintig procent toe. Zo’n tachtig procent van die ritten wordt vandaag uitgevoerd door verladers met eigen vervoer of in een dedicated netwerk met één vaste transporteur. Bundeling vindt nauwelijks plaats. Tegelijkertijd zijn er in Nederland twintig tot vijfentwintig professionele stadslogistieke transporteurs die samen ruim één miljoen vierkante meter opslagruimte beheren in zo'n driehonderd hubs. Elke dag rijden zij met meer dan drieduizend voertuigen de steden in. Daar liggen kansen die we nog niet voldoende benutten.
Waarom bundelen in bestaande netwerken?
De oplossing ligt voor de hand: meer samenwerken en bundelen. White label stadshubs (dat zijn neutrale overslagpunten waar goederen worden samengebracht voor emissievrije stadsdistributie) bieden voordelen: minder ritten, lagere kosten en schonere lucht. Nederland beschikt al over honderden distributiehubs die dagelijks duizenden leveringen combineren voor food, retail, bouw en facilitaire dienstverlening in steden.
De infrastructuur is er dus al. Wat nog beter kan, is structurele afstemming tussen partijen. Door het gebruik van bestaande netwerken te optimaliseren, kunnen we met dezelfde middelen meer waarde leveren en de leefbaarheid in steden vergroten.
Lessen uit SYLONET: samenwerking is het nieuwe concurreren
Het onderzoeksproject SYLONET (SYnergievoordelen in LOgistieke NETwerken uit 2003) liet al zien dat synergie de sleutel is: het geheel wordt meer waard dan de som der delen. Er zijn drie niveaus van samenwerken met oplopende synergievoordelen:
• Operationele synergie: beter benutten van middelen, bijvoorbeeld via samenlading en crossdocking.
• Coördinatiesynergie: processen en informatie tussen ketenpartners op elkaar afstemmen.
• Netwerksynergie: structurele voordelen door integratie van netwerken en infrastructuur.
De route naar synergie is helder: identificeren, meten, verdelen. Bepaal eerst welk type samenwerking past en formuleer gezamenlijke doelen. Meet vervolgens kosten- en serviceverbeteringen met methoden als Activity Based Costing en scherpe KPI’s. Verdeel ten slotte de opbrengsten eerlijk, zodat iedere deelnemer er aantoonbaar op vooruitgaat en niemand reden heeft om uit te stappen. Cruciaal in alle stappen zijn vertrouwen en transparantie: zonder openheid over kosten, volumes en prestaties ontstaan scheve prikkels en lopen de coördinatiekosten op.
Businesscase: cijfers die tellen
Recente doorrekeningen door Districon voor de Topsector Logistiek op basis van VESDI-data uit Amsterdam en Tilburg laten zien dat betere afstemming tussen verladers en vervoerders tot wel 40 procent kostenbesparing per zending kan opleveren, met fors lagere emissies. Hogere beladingsgraden, minder lege kilometers en slimmere routes maken elektrische voertuigen bovendien sneller rendabel. Emissievrije stadslogistiek is daarmee niet alleen een 'must' bij zero-emissiezones, maar juist een motor voor innovatie en samenwerking.
Transportbedrijven hechten terecht aan hun zelfstandigheid en houden operationele data vaak voor zich. Ook ontbreekt soms zicht op de werkelijke kosten van stadslogistiek. Toch blijkt ook keer op keer: wie durft te delen, wint. Bedrijven die samenwerking aangaan rondom beladingsgraad, retourstromen en gedeelde infrastructuur, presteren beter op betrouwbaarheid, service en kosten. Dat vraagt om heldere spelregels, een neutrale ketenregisseur waar nodig, en consequente monitoring van prestaties. En nieuwe AI-concepten ondersteunen data delen.
Call to action
Gemeenten hebben een sleutelrol. Zoals door TLN is benadrukt: benut eerst wat er al is. De meeste hubs liggen niet aan de rand, maar strategisch dicht bij de klant. Voorspelbaar beleid rond zero-emissiezones en logistieke venstertijden, plus ruimte voor bestaande centrale hubs, versnelt bundeling zonder nieuwe stenen te stapelen. Geen extra vierkante meters, maar betere verbindingen, data-afspraken en toegang tot de stad voor gebundelde, emissievrije stromen.
Ruimte in en om de stad is schaars, netcongestie remt groei, personeel is moeilijk te vinden en emissienormen worden strenger. De principes achter SYLONET sluiten naadloos aan op hedendaagse concepten als het Physical Internet en white label stadshubs.
Aan transportbedrijven: zoek elkaar op, begin met een pilot in een bestaande hub en spreek drie dingen af: datadeling (één set KPI’s), operationele afstemming (plannings- en tijdvensters) en een eerlijke verdeelsleutel voor kosten en opbrengsten. Meet de effecten elke maand, schaal op wat werkt en stop wat niet werkt. En ga daarna samen achter nieuwe klanten aan.
Aan verladers: maak bundeling een selectiecriterium. Beloon hogere beladingsgraad en leverbetrouwbaarheid, niet alleen de laagste stuksprijs.
Aan gemeenten: geef langjarig, voorspelbaar ZE-beleid en faciliteer toegang voor gebundelde stromen via bestaande hubs.
Bundeling is geen bedreiging van autonomie, maar de sleutel tot duurzame groei. Ondernemers die nu samenwerken, bouwen niet alleen aan hun eigen toekomst, maar ook aan een duurzame toekomst van de stad. Als er een wil is, is er een weg.
Walther Ploos van Amstel.
Ps... wie het SYLONET rapport wil hebben, kan me even mailen via Linkedin
Deel uw ervaringen op ManagementSite
Wij zijn altijd op zoek naar ervaringen uit de praktijk, wat werkt wel, wat niet.
SCHRIJF MEE >>
Als u 3 of meer artikelen per jaar schrijft, ontvangt u een gratis pro-abonnement twv €200,--