Opleiding: DP-080 Querying Data with Microsoft Transact-SQL (DP-080) Active Learning (English)

Volg de DP-080 training Querying Data with Microsoft Transact-SQL. Deze training leert de basis van Microsoft's dialect van de standaard SQL-taal: Transact-SQL. Onderwerpen zijn onder meer het opvragen en wijzigen van gegevens in relationele databases die worden gehost in op Microsoft SQL Server gebaseerde databasesystemen, waaronder: Microsoft SQL Server, Azure SQL Database en Azure Synapse Analytics.

Na afronding van deze training kun je onder andere:

• SQL Server-querytools gebruiken
• Data sorteren en filteren
• Data wijzigen met Transact-SQL met behulp van INSERT, UPDATE, DELETE en MERGE

Deze training bevat Engelstalig lesmateriaal en wordt gegeven door een Nederlandssprekende docent (indien gewenst ook mogelijk in het Engels).

• SQL Server-querytools gebruiken
• SELECT-statements schrijven om kolommen op te halen uit een of meer tabellen
• Geselecteerde gegevens sorteren en filteren
• Ingebouwde functies gebruiken om gegevenswaarden terug te geven
• Groepen van gegevens maken en de resultaten aggregeren
• Gegevens wijzigen met Transact-SQL met INSERT, UPDATE, DELETE en MERGE.

Lesmethode

Bij Master IT train je met onze unieke lesmethode Active Learning, hiermee leer je aantoonbaar effectiever!

Wij zjn er namelijk van overtuigd dat je slimmer en met meer plezier leert als je actief met je lesstof omgaat. Onze klassen zijn gevuld met maximaal 8 cursisten. Hierbij luister je niet passief naar een trainer, maar ga je interactief en 1-op-1 met de trainer aan de slag om ervoor te zorgen dat jouw leerdoelen behaald worden. De theorie maak je je zoveel mogelijk zelf eigen, de nadruk van de begeleiding ligt op het begrijpen en toepassen van die theorie in de praktijk. Zo leer je alleen datgene wat je echt nodig hebt.

• Je bepaalt zelf je leertempo.
• De trainer coacht je bij het definiëren van jouw leertraject.
• Je onthoudt en begrijpt je nieuwe kennis beter.
• Alles draait om toepassing van de stof in jouw praktijk.

Om alle beschikbare trainingsdata in te zien, bekijk dan onze eigen website

Doelgroep

Voorkennis

Onderdelen

In deze module leer je de basis van de Transact-SQL (T-SQL) taal en algemene eigenschappen en terminologie van relationele databases. Deze module introduceert ook het basis SELECT statement voor het ophalen van gegevens uit een tabel.

• Inleiding tot Transact-SQL
• Het SELECT statement gebruiken

Na het afronden van deze module zijn de cursisten in staat om:

• Een querytool te gebruiken om query's in Transact-SQL te schrijven en uit te voeren.
• De basisconcepten van relationele database en de taal T-SQL te begrijpen
• SELECT statements te schrijven om gegevens op te halen uit een relationele database tabel.
• De basis datatypes en het gebruik ervan begrijpen.
• De basis van NULL-waarden begrijpen

In deze module leer je welke gegevens worden geretourneerd en in welke volgorde. Hoe je de ORDER BY clausule gebruikt, met en zonder paginering. Je leert over verschillende soorten filters die kunnen worden gebruikt in de WHERE clausule om te bepalen welke gegevensrijen worden geretourneerd. Je zult ook leren hoe je de resultaten kunt beheren door duplicaten te verwijderen met DISTINCT.

• Query resultaten sorteren
• Gegevens filteren

Na het afronden van deze module ben je in staat om:

• Een TOP-clausule toevoegen om de gerangschikte rijen te beperken
• ORDER BY gebruiken om resultaten van een T-SQL SELECT statement te sorteren
• De gesorteerde gegevens pagineren met OFFSET-FET
• WHERE-clausules te schrijven om de geretourneerde rijen te filteren
• DISTINCT gebruiken om dubbele rijen in de resultaten te elimineren

In deze module verken je T-SQL query's die toegang geven tot gegevens uit meerdere tabellen met verschillende soorten JOIN operaties en eenvoudige subquery's.

• Subqueries gebruiken
• JOIN-bewerkingen gebruiken

• Queries schrijven die toegang hebben tot gegevens uit meerdere tabellen met behulp van JOIN-bewerkingen
• De verschillen te begrijpen tussen type JOIN operaties: INNER JOIN, OUTER JOIN, CROSS JOIN
• Begrijpen hoe je een tabel aan zichzelf kunt koppelen met een self-join
• Subqueries schrijven binnen een SELECT statement
• Het verschil begrijpen tussen scalaire en multi-gewaardeerde subqueries
• Het verschil begrijpen tussen gecorreleerde en op zichzelf staande subqueries

In deze module verken je het gebruik van ingebouwde functies voor het retourneren van berekende of speciale waarden in de SELECT-lijst of in de WHERE-clausule. Functies omvatten wiskundige functies, tekenreeksfuncties en systeemfuncties. Er zijn nog andere soorten functies die worden genoemd, maar niet in detail worden besproken. Je leert ook hoe je rijen gegevens kunt combineren tot een enkele groep en samenvattende informatie kunt geven voor de groep, zoals SUM, MIN of MAX.

• Geaggregeerde resultaten groeperen
• Aan de slag met scalaire functies

Na het afronden van deze module ben je in staat om:

• Queries schrijven met behulp van scalaire functies
• Queries schrijven met aggregaatfuncties
• GROUP BY gebruiken om gegevens te combineren in groepen op basis van een gemeenschappelijke kolomwaarde
• Begrijpen hoe HAVING wordt gebruikt om groepen rijen te filteren.

In deze module leer je de T-SQL statements voor het wijzigen van tabelgegevens, waaronder UPDATE, DELETE en MERGE, en verschillende opties voor INSERT, waaronder het maken van een nieuwe tabel met gegevens uit een bestaande tabel. Je bekijkt ook hoe je het systeem automatisch waarden voor kolommen kunt laten leveren wanneer de gegevens worden ingevoegd.

• Gegevens wijzigen en verwijderen
• Gegevens invoegen in tabellen

Na het afronden van deze module ben je in staat om:

• Gegevens in te voegen in een bestaande tabel
• Specificeren dat een kolom automatisch moet worden gevuld met een IDENTITY of een SEQUENCE waarde
• Gegevens wijzigen met de UPDATE-instructie
• Gegevens verwijderen met de DELETE-instructie
• Gegevens wijzigen met MERGE om twee tabellen te synchroniseren

In deze module leer je de basis van de Transact-SQL (T-SQL) taal en algemene eigenschappen en terminologie van relationele databases. Deze module introduceert ook het basis SELECT statement voor het ophalen van gegevens uit een tabel.

• Inleiding tot Transact-SQL
• Het SELECT statement gebruiken

Na het afronden van deze module zijn de cursisten in staat om:

• Een querytool te gebruiken om query's in Transact-SQL te schrijven en uit te voeren.
• De basisconcepten van relationele database en de taal T-SQL te begrijpen
• SELECT statements te schrijven om gegevens op te halen uit een relationele database tabel.
• De basis datatypes en het gebruik ervan begrijpen.
• De basis van NULL-waarden begrijpen

In deze module leer je welke gegevens worden geretourneerd en in welke volgorde. Hoe je de ORDER BY clausule gebruikt, met en zonder paginering. Je leert over verschillende soorten filters die kunnen worden gebruikt in de WHERE clausule om te bepalen welke gegevensrijen worden geretourneerd. Je zult ook leren hoe je de resultaten kunt beheren door duplicaten te verwijderen met DISTINCT.

• Query resultaten sorteren
• Gegevens filteren

Na het afronden van deze module ben je in staat om:

• Een TOP-clausule toevoegen om de gerangschikte rijen te beperken
• ORDER BY gebruiken om resultaten van een T-SQL SELECT statement te sorteren
• De gesorteerde gegevens pagineren met OFFSET-FET
• WHERE-clausules te schrijven om de geretourneerde rijen te filteren
• DISTINCT gebruiken om dubbele rijen in de resultaten te elimineren

In deze module verken je T-SQL query's die toegang geven tot gegevens uit meerdere tabellen met verschillende soorten JOIN operaties en eenvoudige subquery's.

• Subqueries gebruiken
• JOIN-bewerkingen gebruiken

• Queries schrijven die toegang hebben tot gegevens uit meerdere tabellen met behulp van JOIN-bewerkingen
• De verschillen te begrijpen tussen type JOIN operaties: INNER JOIN, OUTER JOIN, CROSS JOIN
• Begrijpen hoe je een tabel aan zichzelf kunt koppelen met een self-join
• Subqueries schrijven binnen een SELECT statement
• Het verschil begrijpen tussen scalaire en multi-gewaardeerde subqueries
• Het verschil begrijpen tussen gecorreleerde en op zichzelf staande subqueries

In deze module verken je het gebruik van ingebouwde functies voor het retourneren van berekende of speciale waarden in de SELECT-lijst of in de WHERE-clausule. Functies omvatten wiskundige functies, tekenreeksfuncties en systeemfuncties. Er zijn nog andere soorten functies die worden genoemd, maar niet in detail worden besproken. Je leert ook hoe je rijen gegevens kunt combineren tot een enkele groep en samenvattende informatie kunt geven voor de groep, zoals SUM, MIN of MAX.

• Geaggregeerde resultaten groeperen
• Aan de slag met scalaire functies

Na het afronden van deze module ben je in staat om:

• Queries schrijven met behulp van scalaire functies
• Queries schrijven met aggregaatfuncties
• GROUP BY gebruiken om gegevens te combineren in groepen op basis van een gemeenschappelijke kolomwaarde
• Begrijpen hoe HAVING wordt gebruikt om groepen rijen te filteren.

In deze module leer je de T-SQL statements voor het wijzigen van tabelgegevens, waaronder UPDATE, DELETE en MERGE, en verschillende opties voor INSERT, waaronder het maken van een nieuwe tabel met gegevens uit een bestaande tabel. Je bekijkt ook hoe je het systeem automatisch waarden voor kolommen kunt laten leveren wanneer de gegevens worden ingevoegd.

• Gegevens wijzigen en verwijderen
• Gegevens invoegen in tabellen

Na het afronden van deze module ben je in staat om:

• Gegevens in te voegen in een bestaande tabel
• Specificeren dat een kolom automatisch moet worden gevuld met een IDENTITY of een SEQUENCE waarde
• Gegevens wijzigen met de UPDATE-instructie
• Gegevens verwijderen met de DELETE-instructie
• Gegevens wijzigen met MERGE om twee tabellen te synchroniseren