Het Nederlandse Armée Mexicaine

Eindelijk eens een nuttig stuk tekst over leiderschap. Daniël Jongsma en Jaap van Rijn van Alkemade schrijven in het juridische studentenblad Ars Aequi over hun gesprek met Prof. Dr. Kinneging. In de kern komt het neer op het simpele gegeven dat niet iedereen leider kan zijn maar er in het algemeen wel een streven is om een steeds grotere groep leider te maken. Training, coaching, alles wordt uit de kast gehaald. Maar, we zullen er geen steek wijzer van worden. Het kost vooral een hoop tijd. We creëren ons eigen Armée Mexicaine.

Zonder het expliciet te noemen gebruikte Kinneging tussen de regels door de Franse uitdrukking ‘Armée Mexicaine’. Deze wordt in het Frans gebruikt voor een leger of groep zonder hiërarchie, of waar meer officieren zijn dan gewone soldaten. Hij gebruikt deze vergelijking in de context dat volgens hem “de overheid ernaar streeft om 50% van de bevolking door het hoger onderwijs (universitair en HBO) te halen. Dat kan maar op één manier: door het niveau omlaag te halen. Ik (Kinneging, EA) vind dat zeer onrechtvaardig tegenover de echt getalenteerde mensen. En maatschappelijk gezien is het een enorme verspilling van geld en moeite.”

Kinneging vraag zich vooral ook af waar het streven naar zoveel mogelijk mensen te laten studeren vandaan komt. Hij meent dat dit komt door het egalitarisme; een bepaalde vorm van gelijkheid van mensen. Kinneging: “we hebben het liefst dat iedereen de universiteit haalt. Dan pas zijn we tevreden. Het gevolg is dat je een Mexicaans leger krijgt en dat zo’n diploma eigenlijk waardeloos is geworden. Iedere samenleving, hoe egalitair of democratisch ook, heeft mensen nodig die de kar trekken en andere mensen die hen volgen.”

Volgens Kinneging hebben we dus veel te veel academici: “Het is net een Mexicaans leger met alleen maar generaals en officieren, maar bijna geen manschappen.” Ik ben het volledig met Kinneging eens dat er eigenlijk nergens op slaat dat er wordt gestreefd naar een zo groot mogelijk aantal hoger opgeleiden. Straks kan niemand meer wat en moeten we echt Pools of Bulgaars gaan leren omdat de loodgieter of timmerman ons anders niet begrijpt. We hebben niet meer leiderschap nodig maar beter leiderschap. Daarom: minder hoogopgeleiden, maar wel van hogere kwaliteit. En, dat dan zonder aanziens des persoons zijn; meritocratisch. Gelijke kansen aan de start, selectie bij het 5-kilometerpunt en mooie prijzen voor de toppers.

Daarmee komen we, nu we toch bezig zijn, bij een ander punt van Kinneging. Studenten moeten meer gestimuleerd worden om het uiterste uit zichzelf te halen. Dat kan volgens Kinneging het beste door veel hogere eisen te stellen. Laat ze eerst maar eens een paar keer op hun bek gaan. Laat ze maar harder werken en in het semester minder tijd hebben voor de sociale kant van studeren. Wie opstaat en hard gaat werken komt er wel. Wie niet opstaat: laat je liggen en schrijf je uit het systeem. Dat is geen leider en zal het pas worden als hij zelfstandig opstaat. Geen gepamper meer.

Mijn punt is dat we beter kunnen stoppen met praten over leiderschap. We kunnen het beter hebben over hoe we het mensen moeilijker kunnen maken. De kwaliteit en dus de drempels omhoog halen. En dan haal je de leiders er zo uit. Potentiële leiders moet je niet trainen, je moet ze omduwen.

Eric Arkesteijn is medeoprichter van de Kenniskwekerij, en auteur van het boek ‘Elementaire bedrijfskunde en het White Knuckle Syndrome

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Hans Sietsma
Hier lijkt mij sprake van een ernstig misverstand: hoog opleiden en leider worden zijn geen synoniemen, zelfs niet een beetje. Hoog opleiden is iets dat ik iedereen gun: meer begrijpen van (een stukje van de) wereld, meer complexiteit kunnen hanteren, ingewikkelder beslissingen met grotere autonomie nemen, dat is goed voor je. Daarvan ben ik overtuigd.

Ben je daardoor een leider waar het voetvolk achteraan moet hollen? Helemaal niet. Het is niet iedereen gegeven de eigen visie en koers zo uit te venten dat je volgelingen krijgt. Het is niet iedereen gegeven het eigen vak zo te beheersen dat vakgenoten of medewerkers je graag op de managementstoel tillen. Dat vereist (ook) andere kwaliteiten en iedereen weet dat.

Er schuilt nog een misverstand in de redenering: alsof de leiderschaps-koek eindig zou zijn of zelfs een bepaalde vaste omvang zou hebben. Het tegendeel lijkt me het geval. Hoe meer mensen de gelegenheid hebben en nemen hun leiderschap te etaleren, hoe groter de leiderschaps-koek zal blijken te zijn. Er zullen wel steeds minder mensen blindelings achter je aan aanlopen, maar dat lijkt me -onder verwijzing naar recent verleden- alleen maar een zegen.
Eric Arkesteijn
Met uw leiderschapskoek en het iemand gunnen van een hogere opleiding heeft u natuurlijk helemaal gelijk. Dat zal niemand ontkennen. Echter, als je het iedereen zou gunnen en dus voor iedereen mogelijk wilt maken kan dat dus alleen door de kwaliteit naar beneden te halen. Dan maak je het systeem toegankelijker, en dat kan gewoon niet goed (voor de kwaliteit) zijn.

Het gaat om het systeem, met name dat van scholen, dat best wat harder en veeleisender mag. Lees het hele artikel over Kinneging* maar eens en hoe Amerikaanse studenten veel harder moeten werken voor hun bul dan Nederlandse. De trend in Nederland is dat we steeds minder gaan eisen van studenten. Op welk niveau dan ook.

Ten aanzien van leiderschap. Het zit volgens mij niet in hoeveel mensen je zouden moeten volgen maar hoe goed je dingen beheerst. Processen, niet mensenmassa's. Het zit dus, ook in mijn beleving, op alle niveau's. Echter, als je iemand aan het opleiden bent voor een niveau dat hij of zij eigenlijk niet aan kan, krijg je dan sterke of zwakke mensen? En, kun je dan niet beter kleur bekennen en autonome leiders op een lager niveau ontwikkelen? Kortom, het beste in iedereen naar boven halen. Uiteraard wel meritocratisch.

*het hele artikel: Ars Aequi editie 56, vanaf pagina 770.
paul franckaert
Een nuttig stuk over leiderschap? Als het nut ligt in het de mensen het moeilijker maken door hen ingewikkeldere en moeilijker te begrijpen studies aan te bieden en door hen te verplichten harder te gaan werken en moeilijker haalbare eindmeten te organiseren dan zou dat bepaalde, misschien ter discussie te stellen, resultaten opleveren. Maar heeft dat dan iets met leidersschap te maken? Ben je strategischer, om een voorbeeld te noemen, als je een meer “wetende” of zelf harder werkende ingenieur bent?
Dertig jaar geleden besprak ik al met mijn vrienden dat er zeer geleerde en hoog afgestudeerde mensen in veel studierichtingen bestaan die feitelijk helemaal geen leidersschap hebben. Het zijn dikwijls zelfs mensen die helemaal geen leider zouden willen zijn.
Als Kinneging echt leiders wil “kweken” door studenten meer en moeilijkere studiemateriaal te laten verwerken dan heeft hij naar mijn insziens niet zo heel veel over leiderschap begrepen.
Eigenschappen van leiderschap zijn volgens mij: visie hebben, de juiste dingen doorzien, weten hoe je mensen datgene kunt laten doen waar ze goed in zijn en wat ze zelf graag doen en dat ten voordele van het project waar zij met bezig zijn, de juiste knopen doorhakken, doorzetten, het juiste voorbeeld geven, enz...
De meeste van die eigenschappen hebben met gedrag te maken en met het kennen en respekteren van de andere en jezelf. Het erkennen en herkennen van de andere en jezelf in combinatie met een uitstekende kennis over het project waar je mee bezig bent en de nodige visie om het tot een goed einde te brengen en liefst zodanig dat het na het beëindigen goed verder blijft bestaan.
Je kunt dus volgens mij heel hard gaan werken zonder dat je iets van leiderschap gaat ontwikkelen.
Kinneging ziet dan wel het “Armée Mexicaine” ( ik begrijp zeer goed wat hij aanwijst) en hij voelt waarschijnlijk wel aan dat er iets mis is met het bedrijfsleven in het algemeen. Het zou zelfs kunnen zijn dat hij ook “ziet” dat er een groot gemis is aan goede leiders in dat bedrijfsleven en tenslotte zelfs dat hij dat zou koppelen aan een vorm van te weinig discipline hebben. Maar dan komt hij toch wel met een zeer simpele oplossing op de proppen vind ik: “we gaan het hen lekker moeilijk maken, dan komt de rest wel vanzelf” Het is een oplossing waarvan de elementen worden veranderd en niet de premissen of wat Argyris een enkele lus oplossing zou noemen.
Als ik de oplossing van Kinneging projecteer naar de toekomst zie ik een veel moeilijker universitair onderwijs, minder afgestudeerden misschien, wellicht wat meer loodgieters en electriciens die dan misschien geen Bulgaars spreken. Maar als we nu een probleem hebben dat we over onvoldoende leiders zouden beschikken dan zie ik er niet méér met de voorgestelde oplossing. Ik zou het toch wat “dieper” gaan zoeken. De oplossing heb ik niet maar het lijkt me wel een interessant vraagstuk.

Paul Franckaert
Consulent en Mexico