Durf jij los te laten? Of ben jij een controle-freak?

Vind je het ook moeilijk om de verantwoordelijkheid bij je mensen neer te leggen? Merk je dat je het liefst zo veel mogelijk zelf wilt doen? Durf je onvoldoende los te laten? Veel leidinggevenden worstelen met dit probleem. Ze trekken te veel zaken naar zich toe waardoor er onvrede ontstaat over de effectiviteit van zichzelf en hun mensen.

Wat is hier aan de hand?

Het gaat hier over de menselijke neiging om controle te willen hebben over alles en iedereen om hen heen. Een groot deel van de dag ben je, onbewust, bezig met deze controledrang. Dat kost vaak veel energie, is meestal niet effectief en zorgt er voor dat je allerlei dingen doet die je niet hoeft te doen. Die dus niet bij je taak horen.

Waarom willen we controle?

We willen het liefst dat alles op onze eigen manier gaat. We vinden het erg moeilijk om te accepteren dat anderen hun werk anders doen dan wij zelf. We denken het altijd net iets beter te weten dan een ander. Deze onbewuste gedachtes zorgen dat we de controle blijven houden.

Belangrijk om te weten is dat elk gedrag, ook gedrag waar je niet blij mee bent, je iets oplevert. Het is interessant om te onderzoeken wat het je oplevert als je doorslaat in het willen controleren. anders omschreven; als je het lastig vindt om de verantwoordelijkheid bij de ander neer te leggen. Vaak gaan de gedachtes in de richting van; “ik weet uit ervaring wat het beste is”, “ik weet het beter”, “het gaat op mijn manier”, “het geeft macht”.

Het gekke is dat je denkt dat alles ook echt beter gaat als je in de controledrang schiet. Je denkt dat je alles en iedereen ook werkelijk onder controle kunt hebben. Maar dit is slechts een illusie. Je hebt namelijk geen invloed op wat die ander uiteindelijk wel of niet doet. Je kunt veel beïnvloeden maar je hebt geen invloed op het eindresultaat van de ander.

Vaak gebeurt het volgende. Stel; je vindt bijvoorbeeld dat je mensen niet capabel zijn of te veel fouten maken. Je eerste neiging is misschien om minder verantwoordelijkheid te geven. Om meer te gaan controleren. De vraag is of jij je mensen hier echt mee helpt.

Vanuit je controledrang creëer je juist datgene wat je niet wilt; namelijk dat dingen veel minder goed gaan. Waarom? Als jij te veel zelf doet en je mensen niet voldoende de ruimte geeft om zaken op te pakken, zullen ze minder effectief zijn. Zij worden namelijk niet gemotiveerd om dingen zelf te doen of om initiatief te nemen. Kortom; ze zullen hun verantwoordelijkheid niet pakken. Op die manier zul je nooit het beste uit je mensen halen.

Bekijk het eens vanuit een ander perspectief. Misschien ben jij degene die hier iets te leren heeft. Die nog kan leren je mensen effectiever aan te sturen zodat je het maximale potentieel uit je mensen haalt. Naar mijn idee is dat één van de belangrijkste taken van een leidinggevende. Daar ligt jouw mogelijkheid om je mensen te beïnvloeden.

Voorwaarde is dat je zelf heel effectief bent. Dat kan door jezelf te ontwikkelen. Pas dan begrijp je werkelijk waarom je het lastig vindt om bijvoorbeeld de controle veel meer los te laten. En daar ligt misschien wel jouw grootste uitdaging, niet waar?

Hoe laat je de controle meer los?

Begin met zelfonderzoek. Ontrafel de niet-effectieve patronen met onderliggende belemmerende gedachtes. Zodat je ontdekt hoe jij dit patroon in stand houdt. Uiteindelijk zit er een angst die er voor zorgt dat je dit blijft creëren. Je angst onder ogen zien en er mee leren omgaan is de enige mogelijkheid om los te laten. Pas dan ontstaat er ruimte om je mensen effectief te begeleiden.

Het volgende stappenplan helpt om je patroon te ontrafelen.

Stap 1: Schrijf alle gedachtes/overtuigingen op die jij hebt wanneer je in je niet-effectieve patroon of gedrag schiet.

Stap 2: Stel jezelf de vraag; wat is het ergste wat er kan gebeuren als jij stopt met dat gedrag.

De uitdaging is om boven te halen wat je het meest dwars zit/wat je grootste zorg is. De zorg moet altijd over jou gaan en niet over de ander. Je hebt bijvoorbeeld de overtuiging “ik ben bang dat hij mij niet meer aardig vindt”. Stel jezelf vervolgens de vraag: Wat er met jou gebeurt als de ander jou niet meer aardig vindt? (vaak gaat het dan over; jezelf niet goed genoeg vinden, jezelf niet waarderen, te weinig zelfvertrouwen, faalangst).

Stap 3: Accepteer deze angst. We willen onze angst niet ervaren en blijven dus in ons belemmerend gedrag zitten. We drukken de angst weg terwijl dat juist energie kost en er voor zorgt dat de angst blijft bestaan. Het accepteren van je angst zorgt voor rust, ontspanning en ruimte om nieuwe mogelijkheden te zien. Om een nieuwe ‘bril’ op te zetten en anders te kijken naar eenzelfde situatie.

Stap 4: Benoem je verlangen. Ontdek welke behoefte je hebt. Bijvoorbeeld; “ik mag fouten maken”, “ik geef vertrouwen”

Stap 5: Bedenk welke proactieve acties je kunt doen als jij je verlangen leeft en je angst accepteert.

Na het doorlopen van deze stappen zul je op een andere manier je mensen aansturen. Uiteraard geeft dit geen garantie op een goed eindresultaat. De kans is echter wel heel groot dat je mensen effectiever worden. Dat ze bijvoorbeeld meer verantwoordelijkheid nemen. Waarom? Omdat jij bent veranderd en hen dus anders benaderd. Dit heeft vaak een heel positief effect.