Doorstarten voor Beginners (afl.3)

Failliet gaan en doorstarten zijn de hoofdingrediënten van een leerzaam proces. Ik kan niemand dit proces aanbevelen, maar deel graag de belangrijkste lessen die het mij opleverde, in de hoop deze nooit weer nodig te hebben. Wie ze wel nodig heeft wens ik veel sterkte in dit bizarre avontuur en hopelijk een beetje inspiratie met deze column. Per aflevering schrijf ik enkele tips. Deze derde aflevering betreft de zin van pessimisme en het ontdekken van je vrienden. Wie meer wil weten: zie mijn boek ‘Doorstarten voor Beginners’.

Zinvol pessimisme

Het doorstartplan wordt gemaakt door de ondernemer die net tevoren met zijn eeuwige optimisme van de koude kermis is thuisgekomen. Optimisme is beslist een mooie karaktertrek om het nog eens te willen proberen, maar als het op de business case na je faillissement aankomt kun je veiligheidshalve maar beter een blik pessimisme lostrekken. Doorstarten is namelijk iets anders dan gewoon starten. Je verkijkt je op de vele ervaringen die je in je bezigheden hebt opgedaan en de factoren waarvan je je zeker waant.
Het faillissement heeft diverse verrassingen voor je in petto die zelden in je voordeel werken. Er moeten dus marges worden ingebouwd voor tegenslagen, in een fase waarin je bedrijf super kwetsbaar is omdat je nog geen reserves hebt. Begroot daarom je bemanning aan de krappe kant, je huisvesting en in te huren diensten idem dito. Uitbreiden kan altijd nog, tegen de tijd dat het geluk je weer toelacht.
Indien je pessimistische, zuinige plan geen overtuigende business case oplevert, moet je je nog maar eens achter de oren krabben of die doorstart wel zo verstandig is. Bedenk dan welke alternatieve bestedingen je zou kunnen geven aan het privé-kapitaal dat met je twijfelachtige plan gemoeid is. Failliet gaan is geen schande, maar afzien van een doorstart ook niet. Hooguit is het even wennen voor je ego.

Ontdek je vrienden

Om te kunnen doorstarten heb je veel van je zakelijke relaties weer nodig, zowel van klantenzijde als van leverancierszijde. Lang niet allemaal zijn deze vervangbaar. Voor zover deze zich niet door je faillissement gefopt voelen zul je ze te vriend moeten houden. Sommigen durf je al in een vroeg stadium te laten delen in je zorgen, bijvoorbeeld omdat je een regeling voor uitgestelde betaling had bedacht toen het nog niet te laat leek. Sommige anderen zul je razendsnel moeten informeren voor ze het slechte nieuws uit de krant of uit hun netwerk vernemen. Delegeer dat contactmoment niet maar toon je persoonlijke betrokkenheid. Met enkelen zul je een regeling moeten treffen zodat ze na je doorstart nog een deel van hun geld terugzien. Van de curator valt doorgaans weinig of niets voor ze te halen omdat hijzelf, je bank en de Belastingdienst nu eenmaal voor gaan.
Ook je samenwerkingspartners mogen eigenlijk niet door je faillissement worden overrompeld. Hou ze passend geïnformeerd over wat dreigt te gebeuren. Vraag hun commitment maar houd er rekening mee dat sommigen jouw bedrijfsdood toch als hun bedrijfbrood gaan zien. Je was tenslotte meer zakenpartner dan vriend en zaken blijven zaken.

Tegenover de teleurstelling van foute vrienden staat ook de verrassing van relaties die ineens blijk geven van een warm hart voor jou en je plannen, hoewel je ze daarvoor amper had zien staan. Deze relaties zullen je meer steun geven dan je voor mogelijk hield. Last but not least in je wijzigende relatienetwerk is de curator, de spil in de hele omwenteling. Deze heeft van de rechtbank de duidelijke opdracht meegekregen om crediteuren maximaal tegemoet te komen, hoewel dat schier onmogelijk is. Maar die missie maakt de curator nog niet per sé tot je vijand. Zelf had je niet anders willen doen dan je crediteuren betalen, alleen was je daarin nog minder geslaagd. Zolang je geen sluwe spelletjes speelt en oprecht probeert om van de restanten een nieuw bedrijf te maken zal zo’n curator daar graag aan meewerken, mits deze niet zelf een sluw spelletje speelt. Als je hem liever een vijandbeeld toedicht, weet dan dat diezelfde curator voorlopig je meest te duchten tegenstander kan zijn, die de strijd nog lang kan volhouden.

In de laatste aflevering: Over samen zingeven en mijn reactie op lezerscommentaren.