Het gouden tijdperk van de auto moet nog komen, toch...

De auto is tegenwoordig de zondebok. Hij wordt overal geweerd: uit autoluwe woonwijken, bij sportvelden, van de Park & Ride en zeker uit de binnensteden. Op feestjes durft bijna niemand meer op te scheppen over een nieuwe wagen. De auto is net zo’n taboe geworden als het buitenechtelijke kind van nicht Chantal. Toch lijkt de auto onmisbaar.

Meer dan driekwart van de huishoudens bezit er een, en we zijn er dagelijks mee onderweg – voor werk, een ziekenhuisbezoek, school of naar familie. Mobiliteit is essentieel voor een volwaardige deelname aan de samenleving. Maar zonder de auto wordt het steeds lastiger om overal te komen. Onderzoek van het Kennisinstituut voor Mobiliteit en de Mobiliteitsalliantie toont aan dat de auto bijna altijd de snelste optie is, zelfs in de spits en in de stad.

Alternatieven

Sinds corona is het openbaar vervoer uitgekleed en zijn ziekenhuizen, scholen, supermarkten en werkplekken steeds minder goed bereikbaar. Veel banen bevinden zich op locaties waar alleen de auto een haalbare optie is. Voor zzp’ers, die telkens ergens anders moeten zijn, geldt dit des te meer. Deelmobiliteit klinkt mooi, maar in de praktijk blijkt het vaak duur en onpraktisch. De conclusie? Het beste tijdperk van de auto moet eigenlijk nog beginnen – en dat is een probleem.

Knappe buurjongen

We moeten toch echt anders nadenken over mobiliteit en ruimtegebruik. Moeten we de auto ondergronds brengen? Of moeten we simpelweg minder mobiel willen zijn? Kies voor winkels in de buurt, een school op loopafstand, fitness met buurtgenoten, een bakkie bij de buren en het delen van sterke verhalen in de plaatselijke kroeg. Misschien loop je zo nog die knappe buurjongen met zijn hond tegen het lijf.

In plaats van het stimuleren van alternatieve vervoersopties die het vrijwel nooit winnen van de auto, kan er beter worden ingezet op het minder mobiel willen zijn. Laat de fiets, fatbike, scooter en auto vaker staan. Vergeet de OV-chipkaart, verken je eigen buurt te voet. Dat is goed voor de wijk, stimuleert voorzieningen én verlaagt de bloeddruk. Mag het een tandje minder? Wat langzamer? Dan bewaren we de schaarse autokilometers voor wanneer ze écht nodig zijn.

Voor beleidsmakers is de uitdaging om goed te begrijpen wat tot mobiliteit leidt. Kruip in de huid van bewoners, bezoekers en bedrijven. Met welke boodschappen wil je hun mobiliteitsbewust maken en hun stiekem een beetje verleiden tot mobiliteitsminderen?

Walther Ploos van Amstel.

Deze column verscheen eerder in Mobiliteit Magazine.

Deel uw  ervaringen op ManagementSite

Wij zijn altijd op zoek naar ervaringen uit de praktijk, wat werkt wel, wat niet.

SCHRIJF MEE  >>

Als u 3 of meer artikelen per jaar schrijft, ontvangt u een gratis pro-abonnement twv €200,--