Beursgenoteerd - maar hoe lang nog?

De acties van activistische aandeelhouders bij Stork en ABN AMRO hebben een proces van herbezinning op gang gebracht. Aandeelhouders hebben meer macht gekregen en deze ontwikkeling raakt de wortels van het systeem van beursgefinancierde ondernemingen. Is het tijdperk van de beursgenoteerde onderneming ten einde?

De belangen van de aandeelhouders en die van de onderneming lopen steeds meer uiteen. Aandeelhouders met een zeer korte termijn van commitment aan de onderneming kunnen de onderneming maken en breken. Eén coalitiepartner in de on-derneming, de meest vervangbare, de aandeelhouder, meent recht te hebben op alle rechten en alle beloningen. Daarbij gaat het de activistische aandeelhouder niet om de waarde van de onderneming, maar om de prijs van de aandelen. In het proces van opdrijven van de prijs, daalt de waarde van de onderneming en worden de belangen van alle andere coalitiepartners ondergeschikt gemaakt. Klanten lopen weg, medewerkers vertrekken en het vertrouwen in de onderneming wordt op alle fronten aangetast.

Er worden al maatregelen voorgesteld om de meest nadelige effecten te neutraliseren, maar het is de vraag of het stelsel daarmee gediend is. In onze ogen moeten we toe naar een model waarbij er weer een balans is tussen de termijn van commitment van de financier en de invloed van die financier op de strategie van de onderneming.

Kortom, weg met het exploitatiemodel en terug naar het coalitiemodel. In een coalitie levert elke partij een bijdrage en verwacht daarvoor een redelijke beloning, waarvan de hoogte mede bepaald wordt door het risicoprofiel. De coalitie blijft stabiel als alle stakeholders zich redelijk beloond achten, en houdt stand wanneer een erkenning van wederzijdse afhankelijkheid bestaat.

Ondernemers zijn mensen met grootse plannen die moeilijk door henzelf te financieren blijken. Bijna zo oud als de wereld: bij familie, vrienden en kennissen wordt geld geleend. Het gaat om een goed plan, vertrouwen tussen de ondernemer en de financiers, een langetermijnperspectief en uitzicht op winst. De ondernemer en de financiers gaan een langetermijnrelatie aan, waarbij beide partijen zich bewust zijn van de risico’s. De relatie wordt gekenmerkt door een wederzijds gevoelde verantwoordelijkheid, commitment in goede en slechte tijden. Dit patroon is nog steeds te zien in familiebedrijven, de meest hechte verbintenis tussen financiering, ondernemerschap en management.

In het familiebedrijf is de binding zonder eindtermijn met veel invloed van de aandeelhouders. Dit zien we ook in de coöperatie. De private equity fondsen en participatie-maatschappijen zijn helder over een beperkte looptijd van hun deelname en zorgden door middel van een positie in de Raad van Commissarissen voor invloed op het beleid. De handelaar op de beurs, de typische kortetermijnbelegger, had geen invloed en kon daar ook mee leven. Bij de hedgefunds zien we de opmerkelijke combinatie van een zeer korte termijn van commitment en de grote mate van invloed, het invloedoverschot.

De ontwikkeling die zich nu aftekent, is dat financiers vrijwel geheel de macht en de beloning claimen. Financiers die niet hebben bijgedragen aan het ondernemend vermogen, maar die als aandeelhouder hun aandelen hebben gekocht van de oor-spronkelijke financiers. Er is geen sprake meer van een coalitie maar van anonieme transactiepartners. En als de coalitie op breken staat, worden klanten ongerust, toeleveranciers voorzichtig en verliezen medewerkers hun vertrouwen. Dit interesseert de activistische fondsen en andere aandeelhouders echter niets.

Hier raken we de kern van het vraagstuk: is het verantwoord om de toekomst van een onderneming, die van nature een langetermijnoriëntatie heeft, te laten bepalen door een tijdelijke aandeelhouder die zijn eigen belang volstrekt laat prevaleren boven het belang van de onderneming en dat van alle andere coalitiegenoten?

Het antwoord is duidelijk: nee. Daarom pleiten wij voor een match tussen commitment en invloed. Hoe meer commitment, hoe meer invloed. En minder invloed voor partijen zonder commitment. Dat is te realiseren met een systeem waarin ondernemingen weer hun aandeelhouders selecteren in plaats van andersom. Ondernemingen zoeken langetermijnbeleggers die passen in een langetermijncoalitie. En zullen hierin slagen, want het financieringsaanbod is groot genoeg.

De meest begaanbare weg op dit moment, ook voor de individuele onderneming, is het afkopen van de anonieme aandeelhouders en deze te vervangen door te vertrouwen coalitiegenoten, pensioenfondsen, participatiemaatschappijen en private equity-fondsen. Want het is niet te verwachten, ook gezien het internationale krachtenveld, dat de regelgeving zal veranderen, de overheid zal ingrijpen of het geloof in aandeelhouderswaarde op korte termijn zal afnemen.

Deze verschuiving is al gaande en als deze doorzet, zal de beurs aan belang verliezen. Als de directe belanghebbenden, de beleggers en hun voorvechters, niet tot bezinning komen, kan dit de ontmanteling betekenen van hun eigen verdienmodel.

Prof. dr. Theo Camps is voorzitter van de directie van de Berenschot Groep en part time hoogleraar aan de Universiteit van Tilburg. Ing. Kees Rippen is senior managing consultant bij Berenschot en houdt zich bezig met strategievorming en concernsturing.

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Rob Chömpff
Uw artikel pleit ervoor de uitslag van de slinger van aandeelhouderswaarde beperken. Op zich biedt u voldoende steekhoudende en mijn insziens valide argumenten, maar ik mis een kritische noot.

Er zijn een groot aantal onderzoeken gedaan naar aandeelhouderswaarde en de tegenstelling die u schetst dat het de activistische aandeelhouder niet gaat om de waarde van de onderneming maar om de prijs van de aandelen gaat wel erg snel door de bocht. Als het goed is reflecteert de prijs van de aandelen de waarde van de onderneming.

Activistische aandeelhouders kruipen inderdaad in de pels van bedrijven die een hogere waarde hebben dan tot uiting komt in de prijs van de aandelen. Daar is een reden voor. Vaak is die reden slechte businessmodelen, te brede scope en onvoldoende focus, slecht presterend (en niet zelden schandelijk overbetaald) management, een uitdijende cultuur van elkaar dekkende managementlagen, achterblijvende productontwikkeling etc. De voorbeelden daarvan zijn overbekend. Deze bedrijven zijn een zwakke broeder in het concurrentieveld.

Of een aandeelhouder nu kort of lang bij de zaak is, is niet een issue. Een dokter behoeft vaak ook korte tijd voor een diagnose. Behandelende slagvaardigheid van de chirurg behoeft ook geen jarenlange betrokkenheid. Bestaande aandeelhouders zijn tientallen jaren onmachtig geweest, en blijken juist door hun lange betrokkenheid vaak ook de zachte heelmeesters die de stinkende wonden jarenlang op hun beloop.

Houden we het probleem van de intentie. PCM werd overgenomen door aandeelhouders die de onderneming leegzogen, de onderneming opzadelden met schulden en zich vervolgens riant lieten betalen om de waardeloze aandelen weer terug te laten kopen. Er was geen duidelijke intentie voor het verhogen van de aandeelhouderswaarde. Dit leek echt op witte-boorden-criminaliteit. Maar een paar slechte dokters maken nog geen slecht systeem.

U moet bekend zijn met vele studies naar de oorzaak van mislukte fusies. Circa 70% schijnt down te gaan. Vanuit mental accounting zijn er interessante visies (en bewijsvoering) ontwikkeld die erop duiden dat het kopend en zittend management op deze plannen ingaat om er zelf beter van te worden en alle weet heeft van de enorme kans op vernietiging van aandeelhouderswaarde. Hmmm. Ze zijn jarenlang betrokken bij de zaak, ruiken een kans om megabonussen te incasseren en weten bij hun volle verstand dat de kans op falen bijna driemaal groter is dan de kans op succes.

Kortom. Feit blijft dat veel grote bedrijven een bij elkaar gekocht conglomeraat zijn met geen andere synergie dan dat de onderlinge business units en bedrijven een dagtaak hebben om elkaar het leven zuur te maken. Een activistische dokter die in een jaar sommige bedrijven opkoopt en in delen verkoopt is op zich echt niet slecht. Het houdt de bedrijven scherp.

Als laatste ABN AMRO zelf. De overige artikelen in deze site zijn duidelijk. Een log bedrijf met een zelfgenoegzaam management dat onmachtig bleek om de aangekondigde winstverhoging te realiseren, bemand door medewerkers in een angstcultuur, die blijkbaar zelf te bang waren voor zichzelf op te komen (gouden kooi) of elders een betere baan te vinden (competentie). Zo'n bedrijf dat geen enkele weerstand biedt (zoals Stork) tegen activistische aandeelhouders verdient hoe dan ook een beter management al dan niet afgedwongen door korte of lange termijn aandeelhouders.

Kortom. Mijn pleidooi zou zich niet zozeer op korte of lange termijn betrokkenheid richten van aandeelhouders, maar veel meer op het bestrijden van duidelijke misstanden die nu nog mogelijk zijn. Regulering derhalve, maar zeker niet het opheffen van het doktersgilde.