Ahold, integriteit en P&O

Columns

Wie niet van vliegen houdt maar wel van mooie wijnen, kan al een tijdje zijn airmiles kwijt bij Albert Heijn. Sinds ze daar aan upgrading van hun wijnassortiment doen, kom ik er met nog meer plezier dan voor die tijd. Dirk mag dan misschien ietsje voordeliger zijn, een grand cru heb ik er nog nooit aangetroffen. Nee, AH is met vlag en wimpel de mooiste kruidenier van Nederland.
Dat vinden ze op de beurs ook, al jarenlang. De afgelopen drie decennia liet de Zaanse grutter telkens maar weer winstcijfers zien en sinds het aantreden van Cees van der Hoeven als voorzitter van de raad van bestuur in 1993 groeiden de bomen tot in de hemel. Keer op keer werd de Ahold-topman door collega’s van andere beursgenoteerde bedrijven tot manager van het jaar gekozen. En president-commissaris Henny de Ruiter verzuchtte ooit in het zakenblad Elan dat hij het jammer vond dat Van der Hoeven niet te klonen viel. Ik wil maar zeggen dat het moeilijk valt vol te houden dat het management daar in Zaandam maar zo’n beetje op de tast handelde.
Maar terwijl ’s lands grootste kruidenier zijn klanten voorhield op de kleintjes te letten, ging de aandacht van het topmanagement vooral uit naar het grote werk. Maar hoe groter de cijfers, hoe groter ook de vergissingen – of erger. Ahold krijgt nu te maken met onder meer de Nederlandse en de Amerikaanse beurstoezichthouder, het Amerikaanse Openbaar Ministerie, gedupeerde Amerikaanse beleggers en Argentijnse toeleveranciers en die kun je maar beter niet als klant hebben.
Maar ja, wie kortingen als winst inboekt zonder dat er ook nog maar één pakje boter is verkocht, is een droomdoener om het maar voorzichtig te zeggen, en dat mogen in de eerste plaats de financiële experts zich aantrekken. Ook de andere topmanagers hebben blijkbaar onvoldoende beseft dat alsmaar groter worden niet hetzelfde is als alsmaar mooier worden. De onbeheersbaarheid van het systeem heeft uiteindelijk zichzelf gecriminaliseerd. En dan zijn er nog de aandeelhouders, wier kritisch vermogen in de loop der tijd is aangetast door de jaarlijkse groeicijfers van vijftien procent.
Rest de vraag wat de rol zou moeten zijn van p&o om dit soort toestanden te voorkomen. Momenteel staat p&o nog teveel aan de zijlijn en gaat het bij de werving van nieuwe managers nog vooral om technische en communicatieve vaardigheden. P&o zou aan gezag winnen wanneer er met meer zekerheid uitspraken kunnen worden gedaan over de integriteit en het morele niveau van nieuwe managers.
Dat er met dit criterium niet gesjoemeld kan worden, bewijst de recente internationale studie van Ernst & Young, Fraud, the Unmanaged Risk. Daaruit blijkt dat ruim de helft van alle ondervraagde ondernemingen in de afgelopen twee jaar met fraude te maken heeft gehad. In 55 procent van de gevallen waren managers de schuldigen en hun betrokkenheid bij fraudegevallen is toegenomen in vergelijking met het vorige onderzoek van Ernst & Young, acht jaar geleden. Bovendien komt naar voren dat in 85 procent van de grootste fraudezaken de daarbij betrokken managers korter dan een jaar in dienst zijn.
Deze cijfers kunnen p&o helpen om medebestuurders ervan te overtuigen dat een bedrijf eerst en vooral vertrouwen moet verkopen, al of niet met zegeltjes, maar nooit met korting.

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Meer over Besturen en organiseren