Een van de belangrijkste lessen die ik leerde als humanistisch geestelijk verzorger binnen Defensie was verrassend eenvoudig. Niet tactisch. Niet strategisch. Maar puur menselijk: ‘Praat niet in verwijten, maar in verlangens.’ Ik leerde die les niet uit een handboek, maar in gesprekken met militairen die onder hoge druk hadden gewerkt. In missies, in teams, in hiërarchieën, waar fouten soms grote gevolgen hadden. In die gesprekken ging het vaak over conflicten. Over wat er misging. Over teleurstelling, boosheid of gekwetst vertrouwen.
Het kantelen van een patroon
En telkens weer zag ik hetzelfde patroon: zodra mensen gingen spreken in verwijten, liep het gesprek vast. Een verwijt richt zich altijd op het verleden:
- “Jij deed dit.”
- “Jullie hebben mij laten vallen.”
- “Dat is nog nooit goed gegaan.”
Het verleden kun je niet meer veranderen. Wat een verwijt wél doet, is de ander in een verdedigende houding duwen. Of in schuldgevoel. Of in cynisme. En precies daar stopt het gesprek. Verwijten lossen niets op. Ze breken af waar juist herstel nodig is.
Wanneer het gesprek kantelde, gebeurde dat vrijwel altijd op hetzelfde moment: als iemand het aandurfde om het verwijt los te laten en een verlangen uit te spreken:
- “Wat ik nodig had, was steun.”
- “Ik verlang naar duidelijkheid.” Maar ook
- “Ik hoop dat we elkaar voortaan eerder aanspreken.”
In een verlangen zit toekomst. In een verlangen zit beweging. En vooral: in een verlangen laat je zien dat je van het verleden hebt geleerd, zonder de ander vast te zetten in schuld. Dat verschil is cruciaal.
Van missiegebied naar managementvloer
Deze les is niet exclusief voor Defensie. Integendeel.
Wie vandaag organisaties van binnen bekijkt, ziet dezelfde dynamiek. Ook op de werkvloer is de toon verhard. Polarisatie is niet alleen een politiek probleem; ze sluipt vergaderzalen, teams en projectgroepen binnen. Onder druk van targets, reorganisaties en onzekerheid neemt de kans op verwijten toe:
- “Jullie luisteren nooit.”
- “Het management snapt het weer niet.” Of
- “Dat is al drie keer fout gegaan.”
Herkenbaar? Waarschijnlijk wel. Maar organisaties die willen leren, groeien en vernieuwen, kunnen zich die communicatiestijl niet permitteren. Verwijten blokkeren het lerend vermogen. Ze maken mensen voorzichtig, defensief of stil. En stilte is zelden een teken van veiligheid. Een cultuur die toekomstgericht wil zijn, heeft een andere taal nodig. De taal van verlangen.
Wat verlang je eigenlijk?
Spreken in verlangens vraagt moed. Het is makkelijker om de ander te beschuldigen dan om jezelf zichtbaar te maken. Een verlangen zegt iets over wat jij belangrijk vindt. Over wat jij nodig hebt om goed te kunnen werken. Over waar jij naartoe wilt. En precies daarom nodigt het de ander uit om mee te denken, in plaats van zich te verdedigen.
Vergelijk eens: “Jij communiceert altijd te laat.” versus “Ik verlang naar eerdere afstemming, zodat ik mijn werk beter kan doen.” Inhoudelijk gaat het over hetzelfde. Relationeel maakt het een wereld van verschil. Leiders die dit begrijpen, creëren ruimte. Niet door soft te worden, maar door duidelijk te zijn over de toekomst. Over hoe samenwerking wél kan werken.
Doe het een volgende keer
Deze levensles vraagt geen training, geen model en geen heisessie. Alleen een keuze. De volgende keer dat je merkt dat een verwijt op je lippen ligt, stel jezelf één vraag: Wat is mijn verlangen? Zeg dát. Hardop. Je zult merken dat het gesprek verandert. Dat de ander luistert. Dat er ruimte ontstaat. In een tijd van polarisatie, in de politiek én op de werkvloer, is dat geen detail. Het is leiderschap.
Soms begint leiderschap niet met een grote visie, maar met een andere zin.
Deel uw ervaringen op ManagementSite
Wij zijn altijd op zoek naar ervaringen uit de praktijk, wat werkt wel, wat niet.
SCHRIJF MEE >>
Als u 3 of meer artikelen per jaar schrijft, ontvangt u een gratis pro-abonnement twv €200,--