Vakbonden, olee olee!

Columns

Vaak gedacht: hadden wij onze eigen Maggie Thatcher maar die de vakbonden de nek omdraaide, waarbij de onsympathieke en ietwat communistisch neigende Lodewijk de Waal (zit ie niet wat te noordelijk?) mijn voornoemde wens alleen nog maar aanwakkerde. Van de veel te vroeg overleden Stekelenburg was ik bijna een fan; bijna zeg ik, want ik verlangde nog steeds naar Maggie en ben van een andere politieke kleur. CNV man Terpstra corrigeert mijn overgevoeligheid t.a.v. de huidige voorman van de FNV dan weer wel. Terpstra en ik vonden het van respectloosheid en onfatsoen getuigen dat De Waal recent nog weigerde minister De Geus een hand te geven. Als je het met woorden niet af kan, dan maar met daden moet De Waal toen al hebben gedacht. Je kunt je alleen afvragen of iemand die ondermaats is geproportioneerd met fatsoen en respect wel in staat is de juiste liaison te vormen tussen het “arbeidsfront” en de regering. Maar dat terzijde – het is tenslotte niet om de pionnen te doen …

De vakbond is (in Nederland) een van de sleutels in het economische beleid van de regering. Zonder consensus tussen de sociale partners en ’s lands’ leidsmannen is er geen sprake van ons mooie exportproduct “poldermodel”, laat staan van afspraken over economisch evenwicht. De vakbonden hebben het laatste decennium die belangrijke sleutelrol veel te lang misbruikt. Te lang, te vaak en te kras stelden zij looneisen die ons thans niet alleen tot een loonmatiging forceren, maar al eerder mede debet waren aan de relatief zware economische teruggang in Nederland.

Mededebet, zei ik. Ik vind namelijk dat de politiek ook een flinke schuld draagt. Lubbers en Kok, de tandem uit de jaren dat Europa nog hip was, verkochten onze huid immers belachelijk goedkoop. De gulden devalueerde op het moment dat zij wisselkoerstechnisch werd vastgezet tegen de Euro, (bijvoorbeeld) in een keer 10% tegenover de (toen) boterzachte Mark. Niet goed voor ons land, wat mede daardoor in een ernstige inflatiespiraal kwam – zeg maar een vrille. De verantwoordelijkheid daarvoor kan de overheid zich aanrekenen, en een behoorlijk mea culpa daarvoor heb ik nog niet gehoord.

Een tweede punt wat ik de regering(en) in het verleden, en van nu, aanreken, is de decentralisatie van het recht op innen van penningen, zoals belastingen, accijnzen en overige heffingen. Lagere overheden, zoals Waterschappen, Provincies en Gemeenten hebben de rechten gekregen ongebreideld te innen. Zoals thans de landelijke overheid haar falen verdisconteerd met extra belastingen en verminderde uitgaven (Keynes – bij gebreke van een vriesdroogmethode in 1946 – draait zich om in zijn graf), zo doen lokale overheden hetzelfde, alleen verhoudingsgewijs nog drastischer. Laten we zeggen omgekeerd evenredig met hun inpandige kennis en kunde. Daarnaast de absurdistisch aandoende debetering van een regeringsuitspraak als “als de huren meer dan de geldontwaarding geïndexeerd worden, dan zal de lust tot investering in nieuwe huurruimte door de coöperaties (e.d.) toenemen”, nota bene door een rechts liberale regering zo geponeerd. Los van het feit dat dit retoriek van de (economisch) koude grond is, is het ook nog eens onnodig. De gemiddelde wooncoöperatie, stichting of vereniging bulkt van de centen! Door die al decennia lange stijging van de huurprijzen, die ons opstuwt naar Duitse hoogten. Belachelijk, en het treft vooral de lage en middeninkomens – de motoren van onze economie. Door deze – omwille van gebrek aan verstandige wetgeving dezes – vrijplaats van toenemende lasten, deze verwildering van belastende kostenplaatsen in onze maatschappij, is het CBS totaal niet in staat (al zouden ze echt willen) ook maar bij benadering uw en mijn boodschappenmandje accuraat te becijferen. Laat staan dat de regering in staat is om de kostenontwikkeling op al deze (deels geprivatiseerde) kostenplaatsen te controleren.

Ik denk dat veel economen het met mij eens zijn dat er op korte termijn maar één methode is die kan leiden tot een structurele verbetering van de Nederlandse economische positie. Die methode kun je omschrijven als de 0-lijn. Dat betekent (heel paradoxaal) een vlakke loon- en prijsspiraal. Dat betekent ook: geen looneis, geen verhoging van lasten en geen prijsstijging in de winkel of van de huur. Absoluut vlakke ontwikkeling (hoe paradoxaal een ontwikkeling “vlak” te noemen). Geen looneis – dus ook geen verhoging van de IB, de premies, de OZB, de verontreinigingsheffing, de boodschappen of de huur.

In eerste instantie zou u uit mijn introductie denken dat ik dan momenteel wel heel erg te hoop zou lopen tegen de acties van de vakbonden die thans worden georganiseerd. Niets is echter minder waar. Deze regering begrijpt er namelijk bijzonder weinig van. Een deel van haar economische plannen en maatregelen is absoluut noodzakelijk en te pruimen, maar men verzuimt ze te verkopen. De man in de straat weet niet hoe economische modellen, principes en figuren zich verhouden tot onze maatschappij en de daarin gebezigde structuren. Dat moet je vertellen en uitleggen. Daarnaast is het thans aanpakken van het prepensioen “timing of the worst kind”. Daarbij heeft deze overheid alleen maar aanleiding gegeven om lokale lasten te doen stijgen, stimuleert het zelfs extra verhoging van de huren maar stimuleert ze daarentegen op geen enkele wijze de economie door zelf de buitenlandse besteding te beperken en de binnenlandse besteding te stimuleren (zeg maar het beproefde concept van het Mercantilisme, wat kortstondig zeer effectief kan zijn).

We praten thans over maatregelen die op een relatief korte termijn hun vruchten afwerpen. De middellange en lange termijn wordt o.m. bepaald door de kwaliteit van ons onderwijs. Wij hebben een sterke instroom gekend van migranten met een relatief laag opleidingspotentieel. Goedkope arbeid wordt al twee decennia lang geëxporteerd, en met de (mijns inziens) desastreuze besluiten tot uitbreiding van de EU met landen die op een totaal ander niveau opereren loopt ons vat half leeg ten faveure van (vooral) Polen. Onze goedkope arbeid verdwijnt, en wij hebben straks een grote groep laag geschoolde hongerige mondjes te vullen. Dat kan alleen maar als wij ons in de kenniseconomie verder bekwamen, of althans tenminste een minimum opleidingsniveau weten te handhaven voor ieder staffel. Wie schetst dan mijn verbazing als het meest voorname waar onze regering mee komt t.a.v. het onderwijs het verder sanctioneren van lang studeren is. Hulde hoor; knappe kop! Maar al die rampzalige ministers van Onderwijs van de laatste twintig jaar hebben het onderwijs stuk voor stuk met een eigen portie gedevalueerd. Inmiddels is niet alleen het lager en middelbaar onderwijs ondermaats, maar ook een belangrijk deel van ons hoger en wetenschappelijk onderwijs. Dat is beslist niet simpelweg terug te voeren naar de vermeend te lang studerende student, maar naar de kwaliteit van de les en de lesstof. Deze regering – die zich centraalrechts georiënteerd noemt – en geen kans voorbij laat gaan zich te beroepen op een ongedefinieerd begrip als “normen en waarden” (thans in gelagzalen beter bekend als “wormen en maden”) stelt haar eigen normen op een niveau die met de gegeven waarden niet te bereiken zijn! Hoe kun je het evangelie van de immense importantie van onderwijs voor onze economie nou prediken en zelf voor het zingen de kerk uitgaan? Voeg de (hele) daad dan bij het woord en doe een flinke duit in het (kerk)zakje. Maar nee, deze voorganger gaat er juist met een deel van het collectegeld vandoor …

Dit alles wegende, heb ik voor mezelf de conclusie getrokken dat ondanks mijn enorme aversie tegen de mens De Waal, ik – voor deze ene keer – het met de vakbonden eens ben en een stevig signaal aan het adres van deze regering noodzakelijk is. Deze regering zal moeten leren dat “per decreet” regeren alleen thuis hoort in Berenrepublieken als Rusland, maar daar doet in elk geval nog iemand “poet in” de buidel. Hier halen ze alleen de poet er maar uit, en dat nog zonder dit voldoende te specificeren. En met voldoende duiden bedoel ik niet dat JP op vrijdagavond op het bekende belerende Jezuïetentoontje “even” verteld hoe het ook alweer moet. Nee – zorgvuldige uitleg. Laat ministers en staatssecretarissen zich maar eens in de media profileren met een goed doorwrocht verhaal over het hoe en waarom van hun politieke portfolio. Geen verkooppraatje, maar een eerlijke productverkenning met de burger. Dat is toch het minste waar we recht op hebben …?

Kortom – ik ben het er voor een keer mee eens. Wij verdienen beter …

Deel uw  ervaringen op ManagementSite

Wij zijn altijd op zoek naar ervaringen uit de praktijk, wat werkt wel, wat niet.

SCHRIJF MEE, word een pro!  >>

Meer over Besturen en organiseren