Pubers als metafoor voor innovatie

Wie van zich zelf wil weten of hij/zij kan omgaan met innovatie heeft een vrij eenvoudige toetsteen. Wie niet met pubers kan omgaan is ongeschikt voor innovatie. Pubers ontdekken hun wereld, willen zich niet aanpassen aan de normen en waarden van hun ouders. Die laatsten moeten zo wijs zijn om die ontdekkingsreis aan hun kinderen tussen de 12 en 16 jaar te gunnen, ze moeten zich hun eigen wilde jaren herinneren en beseffen dat de drang naar nieuwe combinaties niet alleen verzet tegen geldende normen en waarden is, maar ook noodzakelijk is om persoonlijkheden te vormen, liefst met iets unieks. En zo is het ook met innovatie. De Bono, de goeroe van het lateraal creatief denken, zegt dan dat je de platgetreden paden (patterns) verlaat en aan je eigen ..... zoektocht begint .

Innovatie is in de basis bijna instinctief. Je kunt wel enkele management best practices formuleren, maar er moet altijd een drang zijn om iets bijzonders neer te zetten, om daarvoor tot het uiterste te gaan, je niets aan te trekken van de tot dan toe gelden operational excellence - of efficiency verhogende - wetten. Wie op mensen die willen vernieuwen snel controllers of ander categorieen boekhouders loslaat, kan er zeker van zijn dat de kasplant wordt vernietigd. Net zoals ouders die hun pubers met control freak achtige maatregelen in toom willen houden. Het toelaten van innovatie of puberaal gedrag is dus een moeizame afweging tussen iets vernieuwends wat de wereld blijvend ten goede kan veranderen en het behouden van het goede uit verleden, dat zijn nut heeft bewezen. Dat is geen eenvoudige zaak.

Andy Grove de man achter het succes van chip fabrikant Intel in de negentiger jaren had het in dit verband over de convex (een kromme met een dalende groei curve), daarna verbonden met de concave (een kromme met een stijgende groei curve). Management van innovatie is het bepalen van het inflectie punt namelijk of een proces tijdens de convex na een snelle start en een moeizaam vervolg overgaat in de concave met toenemende groeiversnelling, of dat de nieuwe loot al tijdens de convex niet meer echt vitaal is en snel een roemloze dood zal sterven. Daarvoor is geen manual beschiklbaar, maar daar moet de topman zich een intuitief oordeel over zien te vormen. Hij moet de voorwaarden voor zijn team creeren om onaangepast - puberaal - te zijn en om tot de verbeelding sprekende prestaties neer te zetten. Innovatie zonder betrokkenheid van de topman is even zinloos als pubers laten voortdobberen zonder coaching.

Een maatschappij zonder innovatie is als een snel naderend kerkhof. Nederland heeft geen grote traditie op vernieuwend gebied. We zijn beter in handelen als anderen innovatie hebben bedacht. Managers die mentaal tegen puberaal/ innovatief gedrag kunnen, zijn bij uitstek degenen die we daarvoor moeten inzetten. Dat vraagt karakter eigenschappen als evenwichtigheid, nieuwsgierigheid, dicipline op grote lijnen maar niet op details, tollerantie, anderen ruimte en verantwoordelijkheid geven. Ook het kunnen genieten van succes van anderen, dus van talent, al dan niet beklemtoond in een team is belangrijk. Dus verschil maken tussen een eenzame uitvinder en een taskforce die als geheel een prestatatie moet leveren. Dat is coaching van een zeer bijzonder soort en daar moeten we veel meer van hebben in ons kikkerland. zie ook www.rostco.com

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Jos Steynebrugh
Grimbert,
Je slaat de spijker met één majestueuze klap weer diep in het hout. Je schrijft: “Wie niet met pubers kan omgaan is ongeschikt voor innovatie”. Ik zeg: ”Wie dat wèl kan meestal óók niet”. Waarom? Omdat “homo ludens” een houding is die alleen arrivé topmannen zich durven aanmeten. In de middenkaders, de verkeersagenten, de coneheads en beancounters wordt zo’n speelse houding als onprofessioneel afgedaan. Ik moet denken aan een Japans spreekwoord:

“Man with head in clouds and feet on ground must be VERY tall man”.

Dan hebben we nog de facilitators voor brainstorm werkgroepen. Eerstens is er geen opleiding voor, het zijn vaak marketeers met een meer- of mindere begaafdheid “iets met groepen te kunnen” Tweedens is het muisstil bij OCW: wáár blijft die mega impuls om opleidingen in dit veld uit de grond te stampen? Derdens: het nationale opleidingencircuit ruikt naar mottenballen, omgeven door een ijzersterk web van “moeten” en “mag niet”. Verstikkende regelgeving en een leger van ambtenaren dat zich leraar noemt, waarvan de gemiddelde leeftijd ver boven die van de aanstormende generatie ligt en schoolleidingen die het woord marketing niet kunnen spellen. Het woord “vakantie” kunnen ze wél spellen: daarvoor blijven velen “hangen” die eigenlijk allang hadden moeten vertrekken.

Bedrijfscultuur
Ik weet uit eigen ervaring en van vele anderen dat het leiden van een brainstorm met “Bimbo’s” (hogere echelons) of vakspecialisten geen eenvoudige opgave is. “Spelen”, zoals out of de box denken vaak wordt gekwalificeerd, is tien minuten leuk, maar dan snel ter zake. En zo werkt dat nu eenmaal niet als echt iets nieuws wil bedenken.

Het toppunt van onbenul heb ik meegemaakt in een ziekenhuis. Een arts liep de ruimte waar een workshop plaats vond binnen en zei letterlijk: “Hebben mijn meisjes niets te doen?”. Die heb ik met één woord tot de orde geroepen: “ERUIT”.

Het zou me ook niets verbazen als de werkelijke reden dat de Bono, bejubeld (voor citaten aan de borreltafel) en verguisd door “echte professionals”, terzijde is gelegd omdat tools als TRIZ, Asit etc. zaken wat minder speels aanpakken. Ze snijden gewoon meer hout.

Aan het rijtje eigenschappen dat je noemt (evenwichtigheid, nieuwsgierigheid, dicipline, tolerantie, ruimte en verantwoordelijkheid geven) zou ik er dan ook één willen toevoegen: ballen. Het lef om er als topman voor te gáán, juist als je de uitkomst niet kan voorspellen. Dat niet alleen te belijden, maar ook te stimuleren, faciliteren en . . . kom eens kijken als de mensen aan het werk zijn. Wel even melden van tevoren svp.

Groet,
Jos Steynebrugh
Innovation Consultant
www.changeenhancement.nl