Polderitis

Na jaren van voorspoed, gekenmerkt door een hoge mate van polderitis en gezapigheid, zijn de eerste scheuren in het bastion van eensluidendheid zichtbaar. Joop Janssen (voorzitter RvB van Heijmans) bespeurt zelfs (in Managementscope) de eerste signalen van een nieuwe nationale ziekte: Neerlanditis. Deze ziekte openbaart zich - zo lezen we - door twee symptomen: een ongeevenaard hoog ziekteverzuim en een ongekend massale inzet van adviseurs door bedrijfsleven en overheid.

De fysieke en psychische gesteldheid van de doorsnee Nederlander laten we maar even voor wat het is - al was het maar omdat we de vele adviescommissies niet voor de voeten willen lopen. Maar het ongebreidelde gebruik van consultants, dat is even een andere zaak. Voor alle duidelijkheid: die inzet van adviseurs is volgens Janssen een teken dat het management van veel bedrijven ziek is. 'Het management lijdt aan een gebrek aan besluitvaardigheid, overtuiging en lef. De consultant wordt gebruikt als excuus - hij schrijft op wat de ondernemer hem opdraagt te schrijven - en als uitvoerder. De Nederlandse manager mist de nodige vaardigheden en mentaliteit.'

Dit wonderlijke construct - een incapabel en gemankeerd management bijgestaan door een hofhouding van adviseurs in vele gedaanten en kwaliteiten - is, zo merkt Janssen enigszins cynisch op, een van de verworvenheden van het eens zo geroemde poldermodel. Nu is het poldermodel ook een wonderlijk construct (alles in overleg, maar de markt regeert, en de uitslag staat bij voorbaat vast), maar belangrijker is de vraag of consultants werkelijk klakkeloos opschrijven wat Koning Klant hen opdraagt. Dat zou ze inderdaad reduceren tot een gezichtsloos apparaat zonder enige ethiek of eigen verantwoordelijkheid. Waarbij herinneringen aan vergelijkbare systemen al snel in je hoofd gaan rond zoemen.

In werkelijkheid zitten adviseurs zelden op de stoel van de opdrachtgever, of fungeren als persoonlijk secretaris (uitzonderingen daargelaten, maar zo kent elke beroepsgroep zijn hofnarren), laat staan dat ze de algemene strategie bepalen (ook hier vormen een paar bureaus de uitzondering die de regel bevestigen). Wel worden ze vaak gebruikt, of misbruikt zo je wilt. Niet omdat ze de dictafoon van de directeur aanzetten wanneer een rapport wordt geschreven maar omdat heel vaak niet alle informatie wordt verstrekt. Soms is dat niet nodig, omdat het om een specifiek dan wel specialistisch deeladvies gaat, soms is het de vooropgezette tactiek van de opdrachtgever - al dan niet kwaadwillend.

De kwaliteit van het management laten we ook maar even voor wat het is, maar ongeacht die gesteldheid, is dat geen reden om een beroepsgroep in zijn totaliteit te diskwalificeren. Net zomin als het redelijk is om de boodschapper met slecht nieuws maar neer te schieten. Of om aan twee vliegtuigen die een flatgebouw binnenvliegen de huidige economisch neergang te hangen (om de woorden van Accenture's directeur Sander van 't Noordende te parafraseren) Dat alles neemt natuurlijk weer niet weg dat de branche als geheel bitter weinig doet om zulke beelden te pareren. Onder het mom van non-disclosure en andere beroepsgroepcodes wordt een beetje de positie van Chinese wijze ingenomen. Hetgeen onbedoeld onrecht doet aan het grosso modo adviesvaandel waarin zaken als integriteit en kwaliteit prominent staan vermeld. En eveneens doet het - onbedoeld - onrecht aan opdrachtgevers die helemaal niet incapabel zijn maar juist verstandig genoeg om niet de Alwetende Koning uit te hangen.

(Pierre Pieterse is hoofdredacteur van het vaktijdschrift Business Consultant - deze bijdrage is eerder in voornoemd tijdschrift verschenen)

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Meer over Zakelijke dienstverlening