Het failliet van de betuwelijn

Zeven hoogleraren hebben terecht veel vragen over de Betuwelijn. Uit de hand gelopen investeringen, een groot exploitatiegat en twijfels over de echte betekenis voor Nederland. Uiteraard is de binnenvaart een uitstekende vervanging voor die Betuwelijn. Goedkoop, op tijd en milieuvriendelijk, maar ook weinig arbeidsintensief... Dus of die binnenvaart de sleutel is tot een gezonde economie en veel werkgelegenheid is de vraag.
En er zijn zorgelijke berichten van Nederlandse transporteurs die het hoofd niet meer boven water kunnen houden; faillissementen en ontslagen. De transporteurs klagen voortdurend over de venstertijden die gemeenten hebben neergelegd om hun binnensteden leefbaar te houden, over de Duitse tolheffing en over de toestroom van chauffeurs uit de goedkope Oost-Europese landen. De problemen laten zien hoe kwetsbaar de logistieke industrietak is. Het lijkt soms wel Nederland Pakezel-land in plaats van Nederland Distributie-land.

Als consument betalen we graag weinig voor onze producten en willen een enorme keuze in onze winkels. Verse aardbeien met kerstmis uit California (9.000 km), goedkope fietsen uit China (10.000 km) en biefstuk uit Australië (21.000 km). Het Worldwatch Institute heeft uitgerekend dat consumentenproducten die we vandaag in de winkel kopen 50% meer transportkilometers maken dan 20 jaar geleden. Met welke gevolgen? De steeds betere internationale distributie zet onze eigen land- en tuinbouw nog verder onder druk, Schiphol en de autowegen zitten vol en over onze duur betaalde infrastructuren als de Betuwelijn vliegen straks de containers, en daarmee het werk, naar Midden en Oost-Europa waar de echte waarde gaat worden toegevoegd. Het werk in magazijnen is zo saai en dom dat we er niemand meer voor kunnen krijgen. En, dankzij een steeds slimmere logistiek verplaatsen internationale ondernemingen als Philips en Unilever hun productie van de een op de andere dag naar lage-loon-landen.

Het is tijd voor een fundamenteel andere aanpak van het economisch beleid. Is dat Nederland dienstenland? Vergeet het maar. Het alternatief uit milieuhoek om van Nederland brainport in plaats van mainport te maken is zo mogelijk nog slechter doordacht. Dat soort werk zal de lage lonen nog sneller volgen; stoel en bureau mee, aansluiting op het mondiale Internet vanuit Polen of India.
De crux zit in een industrieel beleid dat producerende ondernemingen aan onze eigen regio bindt. Daar ligt een belangrijke basis voor een gezonde economie. Zonder die industrie zijn er geen diensten nodig, zonder die industrie zijn er geen winkels meer nodig. In de regio Zuid Oost Nederland tonen ondernemingen aan hoe succesvol industriële ontwikkeling kan zijn; Océ, Philips, ASML en Stork.
Maar de vraag is of dit succes lang stand kan houden. De Nederlandse industrie is steeds meer met wat in vaktermen heet ‘footloose’. Je pakt een bedrijf ‘in no time’ op met alle productiemiddelen en zet het zo weer ergens anders neer. Uitermate kwetsbaar. De industrie ligt onder het vuur van de vakbonden die ondanks de economische crisis hoge eisen stellen. Kortzichtig handelen dat de laatste industriële activiteiten over de grenzen zal jagen.

Ons poldermodel heeft het hard te verduren. Toch is het juist dat typische Nederlandse poldermodel dat bijzondere concurrentiekracht kan geven. Mondiale concurrentie verschuift van tussen ondernemingen onderling naar tussen supply chains. Supply chain zijn ketens van ondernemingen die van grondstof tot en met de uiteindelijke klant gezamenlijk zorgen voor het bedenken van producten, het maken van producten en het leveren en verkopen van die producten. Mijn studenten zeggen: ‘van korrel tot borrel’. Het slimme samenspel van toeleveranciers, fabrikanten, groothandel, detailhandel, logistieke dienstverleners, kenniscentra en overheden bepaalt uiteindelijk succes of falen. Dus niet meer het functioneren van die ene onderneming, dat ene, kleine schakeltje in de keten. Die ketens moeten excelleren en bijzonder lenig reageren op veranderingen in de markt. En dat kan alleen wanneer alle betrokkenen hun werk goed doen en in de supply chain maximaal samenwerken om uiteindelijk de klanten op wereldmarkten op het juiste moment het juiste product tegen de juiste prijs te bieden. Logistieke dienstverleners, zoals de eigen rijders, zijn in die supply chains een schakel. Geen onbelangrijke schakel, maar slechts één schakel. Wel kan een zwakke schakel de keten breken.

Nederland heeft een veel fundamentelere aanpak nodig: hoogwaardige kennis van alle bedrijfsprocessen, kennisuitwisseling, informatietechnologie, het stimuleren van innovatieve samenwerkingsinitiatieven tussen ondernemingen, het koesteren van het poldermodel en last-but-not-least focus, heel veel focus. Focus betekent je richten op enkele specifieke producten. De vraag is met welke supply chains Nederland serieuze kans maakt om op die globale markten te opereren. Te denken valt aan voedingsmiddelen, hi-tech sectoren, energietechnologie, pharmacie, fijnchemie en hoogwaardige machinebouw. Meer moet je niet willen.
Een mooi pleidooi voor een andere industriële ontwikkeling: Nederland Supply Chain Land. Alleen op zo’n industriële basis kan een gezonde logistieke sector zich ontwikkelen. Niet als de pakezels van Europa. Een logistieke sector die daadwerkelijk toegevoegde waarde biedt. Een gezonde en zeker ook winstgevende sector waarin het leuk, of modieus gezegd, ‘sexy’ is om te werken.
Duitse tolheffing of Oost Europese chauffeurs zijn het echte probleem niet. Het is de niet voldoende toegevoegde waarde die de transportsector biedt. De markt is geen probleem als je voor een ‘perfect delivery’ zorgt, als je innovatief samenwerkt in supply chains, als je slim bezig bent met kilometer-(en dus kosten)reductie en daarmee werkt aan een mindere belasting van het milieu. En dat kun je niet als eenzame snelweg-cowboy…

De discussies over de Betuwelijn leggen de vinger op de zere plek. Pas als we het economische beleid kennen, dan is het zinvol om nog eens goed na te denken over wat het wegtransport, de binnenvaart en misschien toch ook die Betuwelijn wel voor Nederland kunnen betekenen.

Walther Ploos van Amstel.
Senior adviseur
TNO Inro Transport en Logistiek

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Ludi Dejong
De kop van de reactie geeft aan dat ik de analyse wil onderstrepen. Met de technologie van de 19e eeuw (spoorweg) kunnen we anno 2003 als land ons niet meer ondercsheiden van de rest. Het roer moet om en de toekomst zoeken en hopelijk vinden in enkele gespecialiseerde supply chains lijkt mij zeer aannemelijk.
Dirk van der Meulen
Binnenvaart is inderdaad weinig arbeidsintensief. Als je banen wilt creëren moet je het daar dus niet zoeken. Trouwens ook niet bij het goederenvervoer per spoor. De aanleg van de Betuwelijn levert vast meer manuren werk op dan het laten rijden van de treinen over diee lijn (als het er ooit van komt...)
Tegelijk is binnenvaart wel heel efficient voor bulktransport over de langere afstand. De zeehavens van Rotterdam en Amsterdam zijn groot geworden dankzij die uitstekende achterlandverbindingen.
Intussen ontwikkelden zich in die zeehavens naast de bulkafhandeling ook zeer hoogwaardige en arbeidsintensieve (veredelings)processen. Het één werkt waarschijnlijk niet zonder het andere. Net als in de bioscoopwereld: als je A-films wilt draaien, ben je als bioscoop verplicht ook B- en C-films te vertonen.
A.M.A. Goossens
Pro-lid
Walther, mijn complimenten. Ik vind je bijdrage right on target. Ik ben overigens tegenstander van over-gesubsidieerde activiteiten. Ik denk dat dat prima aansluit bij jouw stuk. Innovatief en creatief nadenken over de doelstelling van Nederland NV zou op dit moment in Den Haag bovenaan de agenda moeten staan. Ik deel zeker je mening over de opstelling van de conservatief denkende vakbonden (zoals je wellicht van me verwachtte). En voor wat betreft de nationale focus sectoren zou ik de medische, bio(chemische) en natte infrastructurele sectoren bij willen sluiten.