Van alles aankunnen tot uitvallen

Columns

Ik kan veel hebben, iedereen weet dat. Zo heb ik het altijd gedaan. Dat kan mij niet overkomen.’

De woorden verschillen nauwelijks. De mensen wel. Ik spreek ze wanneer ze ‘op’ zijn, als ze het op hun oude manier niet meer volhouden. Ze vinden het laf, onbestaanbaar bijna, want zó zijn ze nooit geweest. Nee zeggen? Onbekend terrein. Tientallen uren per week werken? Dat kennen ze wel. Zelfs op vakantie bij met hun mails. Vroeg op kantoor, laat naar huis. Altijd maar doorgaan. Pijn? Geen reden tot stoppen. Zelfcompassie? Kom nou.

En dan gebeurt het. Bij hem. Bij die ander. En nog een. Ze zeggen: ‘wat mij nu is overkomen, dat past niet bij mij. Dit bén ik niet.’  Sinds ik als zelfstandig ondernemer werk, heb ik regelmatig dit soort gesprekken.

Mijn allereerste kandidaat was een man van zestig plus. Hij wist al jaren dat zijn werk hem niet lag. Nu kon hij het niet meer ontkennen. Hij zat vast. En schaamde zich. Want hoe kon hij dit op zijn leeftijd pas onder ogen zien? Het carrièrepad dat hij bewandeld had, bleek niet gekozen, maar overkomen. Hij had zichzelf voor de kop willen slaan. Waarom had hij niet eerder het heft in eigen hand genomen? Nu voer ik dit soort gesprekken vaker. Met harde werkers, doordouwers. En opvallend vaak: mannen. Niet zelden een stuk jonger dan zestig.

Gelijk in uniciteit

Wat mij opvalt, is hoe veel deze mannen gemeen hebben in aanloop naar hun uitval, in hun taal, in hun overtuigingen. In hun uniciteit zijn ze verrassend gelijk.

Precies dát bracht mij ertoe dit stuk te schrijven. Ter (h)erkenning. Misschien ook als troost. Je bent niet alleen. Er zijn er meer.

Ze zijn gefocust en betrokken. Ze tonen discipline en een bijna bovenmenselijke drive. Maar het kostte steeds meer moeite om dat tempo vast te houden. De signalen waren er al: vermoeidheid, slechter slapen, prikkelbaar thuis, lichamelijke klachten. En toch: doorgaan.

Emoties = moeilijk

De output moest op peil blijven, maar de energie slonk. Hooghouden, standhouden, doorstaan, niet zeuren. Totdat de rek eruit is. Dan volgen de alarmbellen: hartkloppingen, piekeren, huilbuien, paniek, fysieke uitval. Het lijf trekt aan de noodrem.

Toch blijven ze zich verzetten. ‘Dit ben ik niet!’, zeggen ze. Ze grijpen naar hun vroegere, succesvolle zelf als bewijs dat ze hier niet thuishoren. Ze proberen het tij met wilskracht te keren. Juist dat slurpt energie en bovendien, het werkt niet meer. Hun vertrouwde stijl van overleven kunnen ze niet meer opbrengen.

Veel van hen hebben nooit geleerd woorden te geven aan emoties, twijfels of zorgen. Dat was te ‘soft’ en ‘niets voor mij’. Ironisch genoeg ligt daar nu juist de sleutel tot herstel. Alleen hebben ze er nog onvoldoende woorden voor.

Doorgeschoten zelfverwezenlijking

Waarom branden zoveel mensen- vooral mannen- zichzelf vrijwillig op? Is dit het gevolg van doorgeschoten zelfverwezenlijking? Alles uit jezelf halen, je ontwikkelen, de beste versie van jezelf zijn. Vooral op het werk, want daar telt het. Succes, prestatie en de bijbehorende status. Het carrièrepad kent veel aanmoediging.

Maar ergens onderweg verandert willen in moeten. Het leven wordt een permanente prestatietoets. De mythe van de zelfredzaamheid regeert: ’hij kan alles, hij is geslaagd.’ Maar de waarheid is: niemand kan het alleen. Iedereen leunt op anderen. Ook al denk je dat veel, zo niet alles, van jou afhangt. Die kooi van denken houdt je gevangen.

Kwetsbaar zijn, wordt gezien als persoonlijk falen, je hebt niet genoeg gewerkt aan jezelf. Je bent toch zelf verantwoordelijk. Als je vastloopt, gelijk in de actie schieten, je moet je dóór. Zo was je het gewend. Maar het uitvallen van een mens is niet met actieplannen te repareren. Dan helpt slechts: stilstaan. Rust. Juist niets doen.

Zelfuitbuiting

De filosoof Byung-Chul Han geeft in zijn boek De vermoeide samenleving (2010) prikkelende inzichten op dit onderwerp.

"De tijd waarin wij leven wordt gekenmerkt door een excessieve relatie met het zelf. Alles moet geëtaleerd worden: onze inspanningen zijn gericht op het verbeteren, ontwikkelen en verkopen van jezelf. Alles moet uit het leven gehaald worden: je moet mooi, slim, succesvol, gezond, sociaal en betrokken zijn. Op al die vlakken kan het meer en beter. Het put ons uit."

Hij geeft aan dat vroeger de onderdrukking van buiten kwam. Van heerser, baas of chef. Nu doen we het zelf. ‘Wij exploiteren onszelf, vrijwillig en hartstochtelijk. Meester en slaaf zijn één geworden.’ Zoals Kafka schreef, ‘Het dier ontneemt de meester de zweep en geselt zichzelf om zo meester te worden.’ Een bizarre zin met een kern van waarheid. Je hoeft maar rond te kijken hoe wij onszelf in werk, sportschool en thuis afbeulen. 

Verrijkt verder

Met de meeste mannen komt het goed. Ze vinden hun stem, hun woorden, hun eigen ritme. Ze ontdekken dat ze niet alleen zijn. Dat hun reactie geen teken van zwakte is, maar van menselijkheid. Ze gaan het redden. En, eerlijk, het verrijkt hen. Het leven is niet één rechte lijn van geboorte naar pensioen. Het kent ook diepte. Stilstand. En de vraag die daar wacht is misschien wel de belangrijkste die er is:

'Wie ben ik, los van alles wat ik doe?'.

Want nee, je bent niet je functie. Je bent niet je targets. Je valt niet samen met het oordeel van anderen. Je bent een mens. En je bent genoeg. Dus als je op een dag denkt, dit ben ik niet... klopt dat. Het betekent dat je onderweg bent naar wie je ten diepste wel bent, een mens met hart … en hoofd.

Deel uw  ervaringen op ManagementSite

Wij zijn altijd op zoek naar ervaringen uit de praktijk, wat werkt wel, wat niet.

SCHRIJF MEE  >>

Als u 3 of meer artikelen per jaar schrijft, ontvangt u een gratis pro-abonnement twv €200,--

Meer over Burn-out, stress, werkdruk