Het is half tien op een dinsdagmorgen. Het MT zit bij elkaar. Op het bord staan de besluiten van de vorige vergadering. Ze zijn nog niet genomen. “We hebben meer informatie nodig,” zegt iemand. “Laten we dit later bespreken,” zegt een ander. En zo glijdt de vergadering weg in eindeloze herhaling. Niemand durft het echte probleem aan te kaarten. Ik ken deze scène al te goed. Als externe of soms als collega voelt het alsof je kijkt naar een spel waarvan je de regels niet kent. Iedereen glimlacht, knikt instemmend, maar achter de schermen wordt geroddeld, gemanipuleerd of gewoon genegeerd wat niet in het eigen straatje past. Er is een spookharmonie, een term die ik graag gebruik, want dat is het precies: een schijnbaar gevoel van samen die niemand voelt maar iedereen belemmert, een stilte die het team langzaam verzwelgt.
Het leuke, zo je het zo kunt noemen, is dat dit soort teams zichzelf vaak niet herkennen. Ze denken dat ze professioneel bezig zijn, dat meningen worden gerespecteerd. Maar de werkelijkheid is dat besluiten uitblijven, medewerkers gefrustreerd raken en het werk zich opstapelt. Een MT dat zichzelf saboteert terwijl het lijkt alsof alles normaal gaat, verliest langzaam de grip op de organisatie. Laat me een voorbeeld geven. In een MT dat ik observeerde, werd een voorstel van een lid dat zich sterk maakte voor innovatie subtiel onderuitgehaald door een collega die zogenaamd instemde. Buiten het zicht van de anderen vertelde hij dat dit idee “volstrekt onrealistisch” was. Het lid dat het idee had ingebracht, voelde zich geïntimideerd en stopte met het aandragen van nieuwe voorstellen. Het MT was dus niet alleen ineffectief, maar creëerde ook een omgeving waarin mensen hun mond hielden uit angst voor negatieve of zelfs persoonlijke consequenties.
Wat mij altijd treft, is de subtiliteit van deze dynamiek. Het is niet dat er open ruzies zijn. Dan zou je het tenminste kunnen bespreken. Het gaat om kleine signalen: zuchtjes, wegkijkende ogen, halfslachtige toezeggingen. Het zijn de signalen van een team dat zichzelf saboteert zonder dat de afzonderlijke teamleden het doorhebben. Persoonlijk vind ik dit confronterend. Het is frustrerend om te zien hoeveel energie verloren gaat aan onzichtbare conflicten en spelletjes. Tegelijkertijd begrijp ik waarom het gebeurt. Niemand wil als lastig of confronterend worden gezien. Niemand wil met zijn kop op het hakblok. Het is gemakkelijker om te knikken, te glimlachen en te hopen dat het ongemak vanzelf verdwijnt. Maar dat doet het niet. Het groeit, en de impact op de rest van de organisatie is groter dan menigeen beseft.
De les is hard, maar duidelijk: een MT dat zijn eigen ongemak niet durft te benoemen, verliest. Besluiten worden uitgesteld, samenwerking stokt, creativiteit verdwijnt. Spookharmonie is de sluipmoordenaar van effectieve teams. En het ironische is dat het MT vaak denkt dat het precies andersom is. Dat het harmonieus is en goed functioneert. Dus wat kan je doen? Begin klein. Benoem het ongemak. Vraag door bij besluiten die niet worden genomen. Spreek de machtsspelletjes aan als je ze ziet. Het is ongemakkelijk, ja, maar ongemak is precies wat een team nodig heeft om te groeien. Echte harmonie, echte samenwerking, begint pas wanneer je durft te zeggen wat je denkt en voelt. Een MT dat zichzelf durft te confronteren, creëert een omgeving waarin ideeën tot bloei komen, besluiten daadwerkelijk genomen worden en medewerkers gemotiveerd blijven. Een MT dat dat niet doet, blijft gevangen in een patroon van passiviteit en frustratie. En dat merk je tot in de haarvaten van de organisatie.
Dus mijn vraag aan u: Is uw MT (nog) een team, of een toneelstuk met vaste rollen?
Deel uw ervaringen op ManagementSite
Wij zijn altijd op zoek naar ervaringen uit de praktijk, wat werkt wel, wat niet.
SCHRIJF MEE >>
Als u 3 of meer artikelen per jaar schrijft, ontvangt u een gratis pro-abonnement twv €200,--