Bouwfraude; Hoezo onregelmatigheden?

De bouwfraude is in essentie een sourcing-vraagstuk. Althans als we de eerste conclusies mogen trekken nu de verhoren zijn afgerond. Aanbieders die prijzen kunnen aanbieden die niet of nauwelijks worden, dan wel kunnen worden gecontroleerd door inkopers.
Wat is een sourcing-vraagstuk: het marktonderzoek naar potentiële levering 'sources', het verzekeren van de continuïteit van de toelevering, het zoeken naar alternatieven levering en het up-to-date houden van de kennis. (Vollman, Berry, Whybark, 1984, p.148).

Heel politiek Den Haag is in opperste verwarring. Dit riekt naar fraude is de algehele mening. Maar is dat terecht. Immers de bouw werk reeds voor jaren volgens haar eigen werkmethoden. Dat de overheidsinkoper dan wel actief of passief niet instaat is geweest de werkmethoden te doorbreken dat is een andere vraag.

Heeft niet iedere branche trekken van deze werkwijze? Waarom is anders de Nederlandse Mededingingautoriteit (NMa) opgericht? De NMa handhaaft immers het verbod op kartels of misbruik van een economische machtspositie en toetst fusie en overnames (www.nma-org.nl).

De situatie heeft iets weg van het verongelijkte jongetje. Nu zij - de inkopers (lees overheid)- ‘betrapt’ zijn, gaan ze zielig doen. Het is ook niet niks om te horen dat door jouw inkoopgedrag bouwlocaties 30% te duur zijn ingekocht.

Opmerkelijk is dat de bouwnijverheid wel openheid van zaken geeft. De inkopers laten het op dit punt vooralsnog afweten. Hoe zit dat nu precies met die bouwfraude. Een eenvoudig voorbeeld geeft de essentie weer.

Stel er zijn vijf aanbieders. Vier van hen bieden aan voor 100 en één voor 75. Dit hebben de vijf ook zo afge-sproken. De aanbieder die 75 biedt wordt de opdracht gegund. Immers, hij heeft de laagste prijs. Wat de inkoper niet weet, is dat het werk niet voor 75 maar voor 50 kan worden uitgevoerd. Welnu, het verschil tussen de 75 en 50 wordt verdeeld over de vijf aanbieders. Het administratief bijhouden door de aanbieders van, welke aannemer moet mij betalen en aan welke aannemer moet ik betalen, wordt de schaduwboekhouding genoemd. De 25 wordt onder meer gezien als bouwfraude.

De vraag is of deze werkwijze omschreven kan worden als bouwfraude. Immers, indien een inkoper op de hoogte is van de kostenstructuur van een toeleveringsketen kan hij uitrekenen wat de aanbesteding ongeveer gaat kosten. Als de inkoper deze kennis heeft weet hij direct dat de aangeboden 75 uit het voorbeeld niet klopt.

In de Sourcing literatuur heet het fenomeen dat men de kostenstructuur van een toeleveringsketen kent en deze kennis gebruikt om taakstellende afspraken in die keten te maken target costing (Hiromoto, T. (1988). "Another Hidden Edge - Japanese Management Accounting," Harvard Business Review, July-August, pp. 22-26)

Target costing gaat ervan uit dat de onderhandelingen niet primair gaan over de prijs maar over de marges. Dit nu is interessant, want de fraude gaat over de exorbitante marges op bouwprojecten die aannemers in hun zakken hebben gestoken en is minder gericht op de kosten.
Indien de opdrachtgever geen inzicht heeft in de kostenstructuur van een toeleveringsketen kan men ook niet de aangeboden prijzen splitsen in de ‘ echte’ kostencomponent en de marges op die prijzen. De onderhandelingen gaan over de aangeboden prijzen en andere commerciële condities. Maar niet over de kostenstructuren en welke marges de aanbieders nog nodig moeten hebben om een gezond bedrijf te blijven.

Uit de interviews blijkt telken male dat de opdrachtgevers geen inzicht hebben in de kostenstructuur. Dit nu is met name een sourcingvraagstuk. In haar voorbereidend onderzoek meldt de enquêtecommissie dit ook. De zogenaamde ‘verschillennotities’- projectevaluatie en nacalculatie - vormen het sluitstuk van het ramingsproces (Tijdelijke commissie onderzoek Bouwfraude, Bouwfraude en corruptie bij Ambtenaren, Kamerstuk 2001-2002, 28093, nr. 23, Tweede Kamer, 24 januari 2002). Vreemd is ook dat na toekenning van een werk er samengewerkt wordt tussen bouwondernemers. Wordt er over marges en kosten gesproken?

Een ander fenomeen dat te weinig aandacht krijgt van de parlementaire enquêtecommissie is het sourcinggedrag van de overheid als opdrachtgever. In de Grond- Weg en Waterbouw (GWW) heeft de overheid een inkoopmacht van meer dan 48% (EIB, Bedrijfseconomische kencijfers GWW-bedrijven in 2000, november 2001). De Rijksoverheid heeft in een overspannen bouwnijverheidmarkt besloten een tweetal grote aanbestedingen te doen, zoals de HSL en de Betuwelijn. Deze twee projecten hebben een enorme wissel getrokken op de beschikbare bouwcapaciteit.
Kenmerken van een overspannen markt zijn: te weinig gekwalificeerd personeel, uitlopen van werken en daling van kwaliteit.
Bouwondernemingen willen graag aan de vragen van hun klanten voldoen. Welke profit organisatie wil dit niet? Om dit te kunnen, vindt er regulier onderling overleg plaats om de capaciteit goed te kunnen alloceren. Kortom, capaciteit is een schaars goed. En wat schaars is, is duur. De Rijksoverheid heeft door haar sourcinggedrag bijna iedere vorm van concurrentie weggenomen. Dat er ook een ander sourcinggedrag bestaat heeft de KLM onlangs zeer duidelijk laten zien.

Een uitstekend voorbeeld van anti-cyclische sourcinggedrag is dat van de KLM. In een tijd dat bijna geen enkele luchtvaartmaatschappij in staat is een vliegtuig te kopen doet de KLM dat wel. Voor de KLM betekent dit een enorme onderhandelingspositie richting de vliegtuigbouwers. Het hoeft verder geen uitleg dat de KLM in staat is de beste inkoop-voorwaarden te onderhandelen. Dit voordeel is direct merkbaar in een structureel lager kostenniveau. Als straks de luchtvaartmarkt weer gaat aantrekken zullen de concurrenten ook weer vliegtuigen gaan kopen. Echter, met dat verschil dat deze dat allemaal tegelijkertijd zullen gaan doen. Het effect is enorme prijsstijgingen.

Samengevat kan gesteld worden dat de werkwijze in de bouwnijverheid een cultuur op zich is geworden. Deze cultuur werd gevoed door het niveau van de sourcing-competenties, of het gebrek aan die competenties bij betrokken partijen in de keten van de bouwnijverheid. De overheid heeft nagelaten taakstellend te werk te gaan, heeft overleg tussen partijen gestimuleerd en schaarste in de markt gecreëerd, zijn de frauderende bouwondernemers nu werkelijk de enige schuldige? Als de kat op het spek gebonden wordt, kan je het dier dan werkelijk verwijten als het ook een hap(je) neemt? De keten is zo sterk als de zwakste schakel. Om een serieuze doorbraak te bewerk-stelligen in de bestaande werkwijzen wordt een groot beroep gedaan op de (sourcing)competenties van de ketenregisseur. De ketenregisseur is in dit geval vaak de opdrachtgever van grote werken.

Trouwens de Nevi (www.nevi.nl) heeft de beroepscode opgesteld voor een verantwoorde uitoefening van de inkoopfunctie.

Co-auteur: drs Gert. H. Teusink

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Hans Schwarte
De heren schrijven over het inkoopvak wat door inkopers zou moeten worden uitgeoefeend.

De afgelopen periode heeft mijns inziens bewezen dat juist het inkoopvak binnen de aanbestedende diensten niet uitgeoefend wordt. Het woord zegt het al, "aanbestedende diensten en aanbesteders" In ieder geval zijn er geen professioenel inkopers bij betrokken.

Zelfs binnen de regels van de Europese aanbesteding zijn er mogelijkheden om op een professionele wijze het inkoopvak uit te oefenenen en tot een verantwoorde keuze te komen. Ervaring bij Yacht Purchasing leert dat er zelfs met deze regels nog besparingen te vinden zijn en een goede relatie met je leverancier opgebouwd kan worden !!

Zouden er professionele inkopers bij het proces betrokken zijn geweest, dan zouden de zaken gegarandeerd anders liggen.

Hans Schwarte
Yacht Purchasing

Meer over Corporate governance