De vergaderzaal was leeg. De geur van noeste arbeid hing er nog in. Ze rook een beetje naar de geur van een slecht verluchte slaapkamer…Jan zat leeg voor zich uit te staren. Wat had deze bespreking nu opgeleverd?
Op de tafel zag hij een vijftiental rode bekertjes staan. Je weet wel, van die koffiebekertjes van Douwe Egberts, die uit die automaten komen waar “vergader-vocht” in hoog debiet uitstroomt. De bekertjes stonden er verweesd, zelfs wat triestig bij. Kringen opgedroogde koffie binnenin, hier en daar een opgedroogde druppel of zelfs plas koffie rond een bekertje. De bekertjes deden hem denken aan rode clownsneuzen. Ook een troosteloos beeld om zo’n neus ergens in een hoek te zien liggen in plaats van op het reukorgaan van een grappenmaker.
“De rode bekertjes zijn de clownsneuzen van het bedrijfsleven”, dacht hij. Ze plaatsen een perspectief bij onze managementernst. Ze zeggen dat het allemaal zo erg niet is. De grap van de clown is vaak een opvoering van het gewone leven maar dan zoveel maal uitvergroot dat het grappig wordt. De neus op zich is al zo’n karikatuur. Het weerspiegelt de rode neus van een dronkaard. Zo is misschien ook de managementvergadering een karikatuur.
Misschien heeft Douwe Egberts net om die reden gekozen om zijn bekertjes rood te kleuren. Zodat de gebruikers ervan eraan zouden herinnerd worden welke rol ze spelen.
“Goed gevonden”, dacht Jan. Hij nam zijn bekertje en spoelde het uit. Het kreeg een prominente plaats naast zijn computerscherm. Een icoon dat hem eraan zou herinneren de zaken wat minder ernstig te nemen, vooral zichzelf wat minder ernstig te nemen. Hij was immers maar een clown, optredend in de managementarena….
“Maar dan wel een goeie.” dacht hij, “Goeie clowns zijn vakspecialisten. En dat ben ik ook.”
En zo nam hij zichzelf dan toch weer te grazen. Want een goeie clown denkt er niet aan dat hij goed is, hij is het gewoon.
Deel uw ervaringen op ManagementSite
Wij zijn altijd op zoek naar ervaringen uit de praktijk, wat werkt wel, wat niet.
SCHRIJF MEE, word een pro! >>
Ik zou deze man willen aanmoedigen, eens bij zichzelf na te gaan welk verschil hijzelf zou willen dat een bespreking maakt. En ik gun hem de moed die nodig is om dat idee aan te kaarten tegen het einde van de volgende bijeenkomst.
Wie zichzelf bij de neus neemt, komt automatisch op de koffie. En, als het je werk is, zelfs iedere dag opnieuw.