Het kind en het badwater

Dremefa produceert jaarlijks driehonderdduizend kinderzitjes, tweehonderdduizend voor de fiets en nog eens honderdduizend voor in de auto. Daarmee is het Doesburgse bedrijf marktleider in de Benelux en Denemarken. Het Multibob autostoeltje ging in 2005 nog aan de haal met de Publieksprijs voor het ‘babyproduct van het jaar’. Bij Dremefa zit u dus goed. En dat gold tot voor kort ook voor het personeel, want voor een verschuiving van de productie naar goedkope loonlanden voelt de directie niets.
Maar toch zit het personeel van Dremefa er niet meer zo lekker bij als voorheen. Na een reorganisatie is het aantal werknemers onder de vijftig gezakt en dat vond de directie een mooie aanleiding om de ondernemingsraad op te heffen. Formeel is niets in te brengen tegen die handelwijze, daar de Wet op de ondernemingsraden bepaalt dat alleen bedrijven van vijftig en meer werknemers een ondernemingsraad moeten hebben. Maar of het verstandig is, is een tweede, want inmiddels hebben liefst 41 van de 46 medewerkers hun handtekening gezet onder een petitie om de OR te behouden. Als we de hoogste bazen bij Dremefa buiten beschouwing laten, komt dat neer op een score van ongeveer honderd procent.

Ondanks deze communistisch aandoende eensgezindheid onder het personeel zag de directie geen aanleiding op haar eerdere besluit terug te komen. De medewerkers van hun kant laten het er niet bij zitten. Zij hebben intussen de vakbond ingeschakeld en zijn tot actie bereid als de leiding bij haar besluit blijft. En dat vertoont de onwrikbaarheid van een bermpaal, ook al zo’n succesvol Dremefa-product, waarvan onlangs de 1,5 miljoenste de deur uitging.

Waarom roept de directie al deze ellende over zich af als ze er ook voor had kunnen kiezen om eerst eens de mening van het personeel te peilen over de nieuwe ‘vijftig-min’ situatie? Nog curieuzer wordt het als de directie zegt te rekenen op groei waardoor het aantal werknemers binnen twee jaar weer boven de vijftig zal uitkomen. Misschien dat directeur René Wolsink – ‘ik leer van alle contacten binnen en buiten het bedrijf’ – een tipje van de sluier kan oplichten. In een interview met dagblad De Gelderlander verklaart hij desgevraagd zich het meest te ergeren aan ‘mensen met een negativistische uitstraling die zelf nooit met oplossingen komen’. Wie zou hij daar nu mee bedoelen?

Hoe dan ook de handelswijze van deze directeur krijgt van ons niet de schoonheidsprijs. We starten met het schoolcijfer vijf maar wel met de aantekening dat het een voldoende kan worden als binnen nu en pak-em-beet enkele weken iedereen bij Dremafa weer met veel plezier aan het werk is. Met of zonder OR. En dat geachte heer Wolsink is nu de kunst van managen. Moeilijk ? Had u een ander beroep moeten kiezen.

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Jos Steynebrugh
Wat op mijn netvlies blijft hangen is die hoge eensgezindheid. Dat duidt mogelijk op een reeks traumatische aanvaringen met de directie in het verleden. Mogelijk een voorganger van- of de zittende directeur zelf. Hier maakt de case echter geen melding van. Even sonderen?

Jos Steynebrugh
Change Enhancement, Zoetermeer