Diesel, koelies en meer-dustrie

Vandaag een paar uurtje op de Ring A10 stil gestaan achter Nederland Distributieland op z’n smalst. Een beetje boos… Zijn de dieselprijzen nu echt het probleem? Of ligt het aan de klanten die weigeren de hogere transport tarieven te betalen? Of ligt het aan die eigen rijders die elkaar voor 10 gulden per rit meer, of juist minder, naar het leven staan en hun eigen onderlinge concurrentie koesteren.

Maar ook 2 uurtjes nagedacht. Als consument betalen we minder voor onze producten en we hebben grotere keuze in de winkels. Maar staan we wel stil bij de consequenties die dit voor onze kleine regio kan hebben? Multinationals verplaatsen hun productie naar lage-loon-landen, de nationale logistieke trots Nedlloyd is verkocht aan de Duitse posterijen (als doen de onze op wereldniveau toch nog steeds goed mee), de werkgelegenheid in echte Value Added Logistics-activiteiten is marginaal, de steeds betere internationale distributie zet onze eigen land- en tuinbouw nog verder onder druk, Schiphol en de autowegen zitten vol en over onze duur betaalde infrastructuren als de Betuwelijn vliegen straks de containers naar midden-Europa waar de echte waarde gaat worden toegevoegd; Nederland koelieland!
Wie de kranten echt kritisch leest ziet dat het hele- maal niet zo lekker gaat met Nederland Distributieland als de geleerden ons wel willen doen geloven. Het wordt dus tijd voor een fundamenteel andere benadering van industrieel beleid.
Nieuw beleid. Is dat Nederland dienstenland? Vergeet het maar. Die sector zal straks helemaal de lage lonen volgen (stoel en bureau mee, aansluiting op het mondiale Internet).
Het alternatief uit milieuland om van Nederland brainport in plaats van mainport te maken is zo mogelijk nog slechter doordacht. De echte crux zit in een industrieel beleid dat echt producerende ondernemingen aan onze eigen regio bindt. Alleen daar ligt de basis voor een gezonde economie. Zonder die industrie zijn er geen diensten nodig, zonder die industrie zijn er geen winkels meer nodig. In de regio Zuid Oost Nederland tonen ondernemingen aan hoe succesvol industriële ontwikkeling kan zijn; Océ, Shell, Philips, ASML, Stork en Xerox. Maar de vraag is of dit lang stand kan hou- den.
Dat industrieën het hier niet gemakkelijk hebben blijkt wel uit de waanzinnige eisen die de vakbonden nu stellen. In hun kortzichtig handelen jagen ze de laatste industriële activiteiten over de grenzen. Het poldermodel dat Nederland zoveel succes gaf krijgt het hard te verduren de laatste maanden. Toch is het juist dat typische Nederlandse poldermodel dat bijzondere kracht zou kunnen geven.
De Engelse hoogleraar Martin Christopher betoogt dat de concurrentie verschuift van tussen bedrijven naar tussen supply chains. Het lenige samenspel van toeleveranciers, producenten, handel, logistieke dienstverleners, kenniscentra en overheden bepaalt uiteindelijk succes of falen. Die supply chains moeten excelleren en bijzonder lenig reageren op veranderingen in de markt. En dat kan alleen wanneer alle betrokkenen excellent opereren en in de keten maximaal samenwerken om uiteindelijk de klanten op wereldmarkten op het juiste moment het juiste product tegen de juiste prijs te bieden. Onze volle infrastructuur is, als je er zo over nadenkt, maar een gering probleem. We hebben een veel fundamentelere aanpak nodig: hoogwaardige kennis van alle bedrijfsprocessen, kennisuitwisseling, infonnatietechnologie, het stimuleren van innovatieve samenwerkingsinitiatieven tussen bedrijven, het koesteren van het poldermodel en last-but-not-least focus, heel veel focus. Met welke lines-of-business maakt Neder land serieuze kans om op die globale markten te opereren.
We moeten leren lenig te opereren op wereldmarkten. Protectionisme kan ons niet helpen. Wel het excelleren binnen supply chains. Mijn pleidooi: van MIN-dustrie naar MEER-dustrie; Nederland supply chain land.

Een mooi pleidooi voor een andere industriële ontwikkeling. Maar toch ben ik na 2 uur nog wel steeds boos op die eigen rijders... Neen, de dieselprijzen en jullie klanten zijn niet het probleem. Het is de volstrekt onvoldoende toegevoegde waarde die je tot nu toe biedt. Dieselprijzen zijn geen probleem als je voor een ‘perfect delivery’ zorgt, als je innovatief bent, als je fundamenteel bezig bent met kilometer-(en dus kosten)reductie voor je klanten. En dat kun je niet als eenzame snelweg cowboy. Daar ligt je probleem. Niet in Den Haag of op de oliemarkt. VOORUIT, GA VAN MIJN WEG (WEG)!!

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>